Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
wordt verminderd met het bedrag waarover de juridische eigenaar bij de verkrijging van de juridische eigendom overdrachtsbelasting of omzetbelasting was verschuldigd.
; goedkeuringen
OVB[rb: overdrachtsbelasting]
die niet in mindering heeft gestrekt van schenk- of erfbelasting (tot 1 januari 2010 recht van successie, van schenking of van overgang); of
OB[rb: omzetbelasting]
die op grond van artikel 15 van de Wet OB in het geheel niet in aftrek kan worden gebracht.
5.Vergoeding immateriële schade
6.Proceskosten
7.Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- veroordeelt de inspecteur tot vergoeding van immateriële schade van € 900;
- veroordeelt de Minister voor Rechtsbescherming tot vergoeding van immateriële schade van € 1.600;
- veroordeelt de inspecteur in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 131,25;
- veroordeelt de Minister voor Rechtsbescherming in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 131,25;
- gelast dat de inspecteur de helft van het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 166,50 aan haar vergoedt;
- gelast dat de Minister voor Rechtsbescherming de helft van het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 166,50 aan haar vergoedt.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: