ECLI:NL:RBZWB:2019:686
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvragen bijzondere bijstand voor eigen bijdrage rechtsbijstand en griffierecht
Op 10 januari 2019 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaken BRE 18/1605 PW en BRE 18/4109 PW, waarin eiser beroep heeft ingesteld tegen de afwijzing van zijn aanvragen voor bijzondere bijstand. Eiser had op 12 september 2017 twee aanvragen ingediend voor bijzondere bijstand, respectievelijk voor de kosten van eigen bijdrage rechtsbijstand en griffierecht van € 534,- en voor de kosten van eigen bijdrage rechtsbijstand van € 143,-. De aanvragen werden afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Bergen op Zoom, omdat eiser voldoende draagkracht zou hebben om de kosten zelf te voldoen.
Tijdens de zitting op 13 december 2018 heeft eiser, bijgestaan door twee personen, zijn standpunt toegelicht. Eiser voerde aan dat hij recht had op bijstand op grond van artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) en artikel 16 van de Participatiewet, gezien zijn acute noodsituatie. De rechtbank overwoog dat de aanvragen van eiser terecht waren afgewezen, omdat hij voldoende draagkracht had om de kosten zelf te dragen. De rechtbank concludeerde dat er geen dringende redenen waren om bijzondere bijstand te verlenen, en dat de kostendelersnorm correct was toegepast.
De rechtbank verklaarde de beroepen ongegrond en oordeelde dat het college terecht had geweigerd om aan eiser bijzondere bijstand te verstrekken. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 10 januari 2019, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.