Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
- het woon- en bedrijfsobject gelegen aan de [adres 1] te [woonplaats] . Dit betreft een derde recht van hypotheek. Het eerste en tweede recht van hypotheek is gevestigd in 2000 respectievelijk 2006 ten behoeve van de ING Bank N.V., in totaal groot € 342.856;
- het bedrijfsobject gelegen aan [adres 2] te [woonplaats] en het bedrijfsobject gelegen aan [adres 2] ongenummerd te [woonplaats] . Dit betreft een tweede recht van hypotheek. De beide objecten gelegen aan [adres 2] zijn op 5 oktober 2007 belast met een eerste recht van hypotheek ten behoeve van de ABN Amro Bank N.V., groot € 200.000.
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
De Pensioen BV kan hierdoor gezien haar financiële positie niet langer aan haar verplichtingen voldoen, derhalve heeft belanghebbende een bedrag genoten waartegenover een verlies aan pensioenrechten staat. Dan is er sprake van een (gedeeltelijke) afkoop van pensioen als bedoeld in artikel 19b, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Wet LB 1964.
5.Proceskosten
6.Beslissing
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: