Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
- De totale waarde van het wzc inclusief alle grond is blijkens het taxatierapport van de heffingsambtenaar € 39.570.576 (namelijk het totaal van de uitkomsten in de kolommen ‘Gecorr. Verv. Waarde’ en ‘W.E.V.’, respectievelijk € 37.203.677 plus € 2.366.899);
- De totale waarde van alle grond is € 14.015.393, namelijk 101.605 m2 x (€ 114 x 1,21). Dit is tussen partijen niet in geschil;
- Dit betekent dat de totale waarde van de opstallen van het wzc exclusief grond € 25.555.183 is.
- Voornoemd bedrag bevat blijkens het taxatierapport van de heffingsambtenaar aan waarde van het deel “niet wonen” (opstallen en grond) (afgerond op hele euro’s) € 15.217.969 (namelijk het totaalbedrag in de kolom ‘Niet-woondelen’);
- Daarin is begrepen aan waarde van de grond € 11.613.582 (zijnde € 8.515.002 in de kolom ‘Niet-woondelen’, daarbij opgeteld de waarde van de grond die is bepaald volgens de huurwaardekapitalisatiemethode, zijnde 9.500 m2 maal € 114, dit alles vermeerderd met BTW, dus maal 1,21);
- Dit betekent dat resteert als waarde van de opstallen “niet wonen” € 3.604.387;
- De waarde van de opstallen “wonen” is dan € 21.950.796 (€ 25.555.183 min € 3.604.387).
5.Proceskosten
6.Beslissing
- verklaart het beroep gegrond voor zover het de aanslag gebruikersbelasting 2016 betreft;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar voor zover het de aanslag gebruikersbelasting 2016 betreft;
- vermindert de aanslag gebruikersbelasting 2016 tot een aanslag berekend naar een heffingsgrondslag van € 5.505.157;
- verklaart het beroep voor het overige ongegrond;
- veroordeelt de heffingsambtenaar in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 1.024;
- gelast dat de heffingsambtenaar het door belanghebbende betaalde griffierecht van
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: