Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
Indien een partij ingevolge het bepaalde in art. 8 van de Statuten gebruik maakt van de mogelijkheid om aandelen van de andere partij te verwerven, dan is het de intentie van
recht had op betaling door [B BV][toevoeging rb: de koper]
van een earn-out vergoeding over 2007 ten bedrage van € 852.640,-, te vermeerderen met de contractuele rente van de 3-maands Euribor vermeerderd met 3% met een minimum van 6% per jaar, vanaf 10 juli 2008 tot aan de dag der algehele voldoening,
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
uiterlijkop 10 juli 2008 zal betalen. Tevens is overeengekomen dat de koper over de niet op 10 juli 2008 betaalde earn-outvergoeding rente is verschuldigd en dat die rente gelijk is aan ‘
Eurobor (3 maanden) vermeerderd met 3, met een minimum van 6% per jaar’. Voorts is overeengekomen dat indien in de bindende adviesprocedure een hogere winst wordt vastgesteld met als gevolg dat de earn-outvergoeding naar boven wordt bijgesteld, de koper het bijgestelde gedeelte binnen één week na vaststelling aan belanghebbende dient te betalen vermeerderd met een rentevergoeding vanaf 10 juli 2008 tot het moment van betaling. Deze regeling is een uitwerking van de in de aandeelhoudersovereenkomst (zie 2.3) neergelegde regeling voor het geval de koopprijs van de aandelen niet ineens kan worden betaald.
5.Proceskosten
6.Beslissing
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: