ECLI:NL:HR:2013:BZ0731
Hoge Raad
- Cassatie
- J.A.C.A. Overgaauw
- C.B. Bavinck
- P.M.F. van Loon
- Rechtspraak.nl
Cassatie over oprentingslast en earn-outregeling in vennootschapsbelasting
In deze zaak gaat het om een cassatieberoep van X B.V. tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Arnhem van 19 juni 2012, betreffende een aanslag in de vennootschapsbelasting voor het jaar 2006. De belanghebbende had een aanslag ontvangen die na bezwaar door de Inspecteur was verminderd. De Rechtbank te Arnhem verklaarde het beroep ongegrond, waarna het Hof de uitspraak van de Rechtbank bevestigde. De belanghebbende stelde cassatie in, waarbij de Staatssecretaris van Financiën een verweerschrift indiende.
De kern van het geschil was of de oprentingslast in mindering op de belastbare winst van belanghebbende kon worden gebracht. Het Hof oordeelde dat de oprentingslast niet aftrekbaar was, omdat er sprake was van een earn-outregeling. Dit houdt in dat de koopprijs van de deelneming deels afhankelijk was van toekomstige resultaten, wat leidde tot onzekerheid over de omvang van de verplichtingen. Het Hof bevestigde het oordeel van de Rechtbank dat de waardeontwikkeling van de deelneming onder de deelnemingsvrijstelling valt, waardoor waardeveranderingen van de verplichtingen buiten beschouwing blijven bij de winstbepaling.
De Hoge Raad oordeelde dat het oordeel van het Hof geen blijk gaf van een onjuiste rechtsopvatting en dat de middelen van de belanghebbende faalden. De Hoge Raad verklaarde het beroep in cassatie ongegrond, en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een veroordeling in de proceskosten. Dit arrest is gewezen door de vice-president en twee raadsheren, en openbaar uitgesproken op 8 februari 2013.