Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
2.Gronden
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 7 september 2017 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een belanghebbende en de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg. De zaak betreft een beroep tegen de uitspraak van de heffingsambtenaar van 28 november 2016, waarin leges van € 533,16 in rekening zijn gebracht voor een aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen van een serre. De belanghebbende betwistte de verbindendheid van de Verordening op de heffing en invordering van leges 2016-I, met als argument dat de opbrengstlimiet was overschreden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar voldoende inzicht heeft gegeven in de geraamde baten en lasten, en dat de totale baten van de leges 77,4% van de totale lasten bedragen, wat niet leidt tot een overschrijding van de opbrengstlimiet. De rechtbank oordeelde dat de heffingsambtenaar aan zijn inlichtingenplicht heeft voldaan en dat de belanghebbende niet heeft aangetoond dat de opbrengstlimiet is overschreden. Het beroep van de belanghebbende werd ongegrond verklaard, en de rechtbank zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.