2.4.1.Volgens de internationale gegevensuitwisseling met België heeft [B NV] voornoemde transacties in haar aangifte omzetbelasting en haar opgave intracommunautaire prestaties als intracommunautaire leveringen aangegeven. De Belgische autoriteiten hebben hierover het volgende verklaard:
‘Deze werd bij [B NV] wel degelijk aangegeven in rooster 46, vrijgestelde intracommunautaire leveringen verrich[t] in België en er werd een intracommunautaire listing ingediend voor een bedrag van (…) i.v.m. [belanghebbende VOF] ’.
Voorts hebben de Belgische autoriteiten naar aanleiding van een tweede verzoek om informatie het volgende verklaard:
‘3. (…) [B NV] heeft deze goederen intracommunautair verworden en de verschuldigde Belgische btw voldaan en tevens recht op aftrek uitgeoefend. (…)
Vervolgens factureerde [B NV] de goederen aan [belanghebbende VOF] voor een totaal bedrag van (…). Deze facturatie gebeurde als een intracommunautaire levering.’
(…)
8. Hoe verklaart [B NV] de toevoeging “waaronder ook margegoederen”? In de eerste verklaring ontbrak die toevoeging.
Op de facturen vroeg [belanghebbende VOF] altijd om de toevoeging van dat de goederen geactiveerd en gebruikt zijn. Daarom is dit opgenomen op de factuur.
Beide verklaringen zijn opgemaakt op vraag van [belanghebbende VOF] , [naam persoon] wist niet de reden voor de noodzaak van deze verklaringen en heeft om zijn klant tegemoet te komen om deze verklaring te geven. Tevens bevatte hij op het moment van de verklaringen niet de implicatie van het btw-begrip margegoederen.
(…)
De goederen vallen niet onder het btw-begrip margegoederen. Tijdens de bespreking dd [datum 4] /2016 werd het btw-begrip margegoederen uitgelegd en bevestigde de zaakvoerder [naam persoon] dat hij ditbtw-begripniet eerder kende. Hij heeft in de 2e verklaring de toevoeging margegoederen gedaan omdat [belanghebbende VOF] hierop aandrong om dit letterlijk[e] op te nemen. Echter [naam persoon] was op dat moment zich niet van bewust van het btw-begrip margegoederen. [naam persoon] blijft herhalen dat de goederen intracommunautair zijn verworven door [B NV] en intracommunautair zijn geleverd aan [belanghebbende VOF] ’
(…)
[B NV] NV heeft de in het geding zijnde leveringen aangemerkt als intracommunautaire leveringen.
11. Is dit volgens de Belgische fiscus terecht?
Mijns inziens correct toepassing van intracommunautaire leveringen.’
In het controlerapport is hierover voorts het volgende vermeld:
‘De accountant van [B NV] , de heer [naam accountant] , heeft op [datum 2] 2015 telefonisch aan mij, de [naam medewerker belastingdienst] van de Belastingdienst Middelburg, verklaard dat de goederen terecht als intracommunautaire levering zijn aangemerkt door [B NV] . Hij is niet voornemens om een verklaring af te geven die dit tegen spreekt’.
2.4.2.Volgens de internationale gegevensuitwisseling met België heeft [A NV] voornoemde transacties eveneens als intracommunautaire leveringen behandeld. De Belgische autoriteiten hebben hierover het volgende verklaard:
‘De [A NV] deelde ons het volgende mee:
(…)
Uiteraard komt het in de praktijk voor dat goederen of verpakkingen zijn beschadigd waardoor onze klanten deze niet meer wensen aan te kopen. Klant [belanghebbende VOF] was echter wel b[e]reid dergelijke goederen aan te kopen, al dan niet door het verkrijgen van een commerciële korting. Alle goederen werden echter steeds met toepassing van de BTW-reglementering verkocht en gefaktureerd. Aangezien het steeds intra-communautaire leveringen betrof werd gefaktureerd met expliciete vermelding van artikel 39 bis WBTW” [A NV] heeft gefaktureerd met vrijstelling op grond van intracommunautaire levering. [A NV] heeft enkel nieuwe goederen (in casu zijn deze nieuwe goederen of de verpakking ervan beschadigd)’.
Voorts hebben de Belgische autoriteiten hierover naar aanleiding van een tweede verzoek om informatie het volgende verklaard:
‘ [A NV] heeft alle verplichtingen nagekomen inzake de aangifte van vrijgestelde intracommunautaire leveringen. Getuige daarvan de verkoopfacturen, afgetekende CMR’s door [belanghebbende VOF] en het sales contract waarop duidelijk de vermelding ‘btw verlegd – vrij van btw, intracommunautaire levering art. 39bis Wbtw’ aangebracht werd. Door deze vermelding h[g]eeft [A NV] duidelijk aan dat de goederen geleverd worden onder het stelsel van de vrijgestelde intracommunautaire levering en niet onder de margeregeling.
(…)
Bovendien kon [A NV] , volgens de Belgische btw-wetgeving, de goederen niet onder de margeregeling verkopen aan [belanghebbende VOF] VOF. [A NV] heeft bijgevolg correct de regels inzake de vrijgestelde intracommunautaire levering toegepast.’