In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 31 mei 2017 uitspraak gedaan in een geschil tussen een belanghebbende, die in 2007 pokerwinsten had behaald via de website Pokerstars.eu, en de inspecteur van de Belastingdienst. De inspecteur had een naheffingsaanslag kansspelbelasting opgelegd over de periode van 1 maart 2007 tot en met 31 oktober 2007, welke door de rechtbank werd getoetst aan artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EP EVRM). De rechtbank oordeelde dat de inbreuk op het eigendomsrecht van de belanghebbende in overeenstemming was met het nationale recht en dat dit recht voldoende precies en voorzienbaar was. De rechtbank concludeerde dat er geen sprake was van een individuele en buitensporige last, ondanks het feit dat de belanghebbende in de onderhavige periode een verlies had geleden van € 3.921. De rechtbank verwierp ook het argument van de belanghebbende dat de naheffingsaanslag in strijd was met het gelijkheidsbeginsel, omdat hij niet had aangetoond dat er sprake was van begunstigend beleid door de inspecteur. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de naheffingsaanslag.