Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
"25. Febr. uçak kazasi hastane ve avukat bilgileri”(hierna: de ordner). In de ordner zat onder meer correspondentie tussen belanghebbende en [het advocatenkantoor] . De ordners zijn op 25 juli 2014 aan belanghebbende geretourneerd.
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
“ In de beschikking dient namelijk te worden opgenomen dat een bepaalde verplichting niet is nagekomen en dat artikel 25, derde lid, van de AWR daaraan bepaalde rechtsgevolgen verbindt. De beschikking dient niet slechts als aanknopingspunt voor een rechtsingang, maar ook om een moment van heroverweging te bieden aan zowel de informatieplichtige als aan de inspecteur en om in voorkomende gevallen de gelegenheid te geven om standpunten te verduidelijken. In dit licht ligt het voor de hand dat de inspecteur nauwkeurig omschrijft wat hij verwacht van de informatieplichtige en goed motiveert waarom hij meent dat het gevraagde relevant kan zijn voor de belastingheffing van deze betrokkene. (Kamerstukken II 2008/09, 30 645, nr. 14, p. 10 - 11).”
“Toen wij [de echtgenote] de reden van onze komst hadden uitgelegd, gaf zij te kennen dat zij op de hoogte was van de problemen tussen haar man en de Belastingdienst over de schadevergoedingen en niet geheel verrast was door onze komst. Na het uitreiken van de aankondigingsbrief en de boeterapporten door de deurwaarders, waarvan ik de bedoeling, strekking en inhoud uitgebreid aan [de echtgenote] heb uitgelegd, hebben de deurwaarders de navorderingsaanslagen aan [de echtgenote] overhandigd en haar een herhaald verzoek tot betaling gedaan. Omdat zij op dat moment niet kon betalen, is er vervolgens door de belastingdeurwaarders gekeken of er voor beslag vatbare goederen en/of inventaris in de woning aanwezig waren, maar pas nadat de procedure hiertoe door de deurwaarders uitvoerig aan [de echtgenote] was uitgelegd en toegelicht. Naar aanleiding daarvan is er in de woning géén beslag gelegd. Ik heb [de echtgenote] daarna uitgelegd dat ik met de deurwaarders mee zou kijken of er mogelijk van belang zijnde administratie aanwezig was. Dit mede op verzoek van de ontvanger, op grond van artikel 58 en 59 Invorderingswet. Daarnaast zijn in deze ook de artikelen 47 tot en met 52 AWR steeds van toepassing geweest.”
5.Proceskosten
6.Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar en de informatiebeschikkingen;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: