ECLI:NL:RBZWB:2016:4546
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om hogere piketvergoeding met terugwerkende kracht door brandweermedewerker
In deze zaak heeft eiser, werkzaam bij de Veiligheidsregio Zeeland, een verzoek ingediend om met terugwerkende kracht een hogere piketvergoeding te ontvangen over een periode uit het verleden. Het verzoek betreft een terugkomen van een eerder genomen besluit dat inmiddels rechtens onaantastbaar is geworden. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden zijn die aanleiding geven om het oorspronkelijke besluit te herzien. Eiser ontving in de periode van 1 september 2006 tot 16 juli 2013 een piketvergoeding van 10% van het uurloon, en heeft geen rechtsmiddelen ingesteld tegen deze uitbetaling, waardoor dit besluit in rechte vaststaat.
De Veiligheidsregio heeft in het bestreden besluit de bezwaren van eiser ongegrond verklaard en heeft de toekenning van een hogere piketvergoeding van 50% van het uurloon over de periode vanaf 1 januari 2013 vastgesteld. De rechtbank oordeelt dat de Veiligheidsregio de uitbetaling van de piketdiensten vanaf 16 juli 2013 heeft kunnen baseren op hoofdstuk 20 van de CAR-UWO, en dat eiser met de toekenning van deze vergoeding niet benadeeld is. De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond en wijst erop dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 21 juli 2016.