In deze zaak vordert BetterCare B.V., een leverancier van medische hulpmiddelen, dat de voorzieningenrechter Centrale Zorgverzekeraars Groep en andere zorgverzekeraars zal gelasten om aan haar naturaverzekerden een hogere vergoeding te verstrekken voor stoma- en incontinentiematerialen. BetterCare stelt dat de huidige vergoedingen door CZ te laag zijn en inbreuk maken op artikel 13 van de Zorgverzekeringswet. De procedure begon met een dagvaarding op 3 juni 2016, gevolgd door een mondelinge behandeling op 14 juni 2016. BetterCare heeft aangevoerd dat de aanbestedingen door CZ voor de levering van deze materialen hebben geleid tot lagere vergoedingen, waardoor zij niet in staat is om de materialen tegen de door CZ vergoede bedragen te leveren. CZ heeft verweer gevoerd en betwist dat zij handelt in strijd met de Zorgverzekeringswet. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van BetterCare niet toewijsbaar zijn, omdat niet is aangetoond dat de vergoedingen een feitelijke hinderpaal vormen voor naturaverzekerden om zich tot een niet-gecontracteerde zorgaanbieder te wenden. BetterCare is als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten.