Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.[Gedaagde sub 1],
[Gedaagde sub 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 4 maart 2015 en de daarin vermelde stukken;
- de akte van Rabobank, genomen op de rolzitting van 21 mei 2015;
- de akte van [Gedaagde sub 1] c.s., genomen op de rolzitting van 21 mei 2015;
- het proces-verbaal van comparitie van 21 mei 2015.
2.Het geschil
3.De beoordeling
Zekerheden
De borg verbindt zich bij deze - hoofdelijk - jegens de bank als borg voor de debiteur tot zekerheid voor de betaling van al hetgeen de bank blijkens haar administratie van de debiteur te vorderen heeft of mocht hebben, uit hoofde van
Verdere uitwerking financieringsvoorstel
11a Alle kosten die de bank mocht maken ter zake van enige tekortkoming door de borg in de nakoming van zijn verplichtingen uit hoofde van deze borgtocht komen ten laste van de borg.”
Hierbij deel ik u mede dat [besloten vennootschap 2] in staat van faillissement is verklaard. Mede op basis van dit faillissement is de financieringsrelatie met [besloten vennootschap 1] opgezegd aangezien [besloten vennootschap 1] mededebiteur is voor de financieringen.
In verband met het faillissement van [besloten vennootschap 2] en de opzegging van de bedrijfsfinancieringen van [besloten vennootschap 1] is er het afgelopen jaar veelvuldig contact met u geweest. In samenspraak met de bank heeft u getracht onderhands het bedrijfspand aan [adres bedrijfspand] te [woonplaats gedaagden] te verkopen. Helaas is dit niet gelukt.