Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Ontstaan en loop van het geding
2.Feiten
“Ten aanzien van de component “installaties” doet zich de vraag voor wanneer sprake is van werktuigenvrijstelling. Met andere woorden, is bij de bepaling van het kengetal rekening gehouden met bouwkosten die betrekking hebben op bouwkosten die onder de werktuigenvrijstelling vallen. (…)
- Warmteopwekking en warmtedistributie;
- Afvoeren (regenwater en vuilwater);
- Toevoer van water/gastoevoer/elektriciteit/telefonie;
- Koudeopwekking en distributie;
- Luchtbehandeling, regeling klimaat en sanitair;
- Centrale elektrotechnische voorzieningen, krachtstroom, verlichting, communicatie;
- Beveiliging (brand, braak, milieu);
- Transport (liften en roltrappen;
- Gebouwbeheersvoorzieningen.
3.Geschil
4.Beoordeling van het geschil
5.Proceskosten
6.Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt de uitspraak op bezwaar;
- vermindert de vastgestelde waarde tot € 8.600.000 en vermindert de aanslag onroerende-zaakbelastingen dienovereenkomstig;
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden: