ECLI:NL:HR:2006:AU5177
Hoge Raad
- Cassatie
- L. Monné
- P.J. van Amersfoort
- A.R. Leemreis
- C.J.J. van Maanen
- C.A. Streefkerk
- Rechtspraak.nl
Cassatie over onroerendezaakbelastingen en werktuigenvrijstelling in de gemeente Velsen
In deze zaak gaat het om een cassatieprocedure van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Velsen (hierna: B en W) tegen een uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam. De zaak betreft aanslagen in de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 1996, opgelegd aan belanghebbende, X B.V., voor de onroerende zaken a-straat 1, b-straat 1 en c-straat 1 te Z. De aanslagen zijn opgelegd naar een heffingsgrondslag van respectievelijk ƒ 354.971.000, ƒ 1.568.000 en ƒ 3.324.000. Het bezwaar van belanghebbende tegen deze aanslagen werd door de gemeente Velsen niet-ontvankelijk verklaard voor de onroerende zaken b-straat 1 en c-straat 1, en ongegrond voor a-straat 1. Belanghebbende ging in beroep bij het Hof, dat het beroep voor de onroerende zaken c-straat 1 en a-straat 1 gegrond verklaarde. Het Hof vernietigde de bestreden uitspraak en verlaagde de aanslagen voor beide onroerende zaken.
B en W hebben tegen deze uitspraak cassatie ingesteld. De Hoge Raad oordeelt dat het Hof terecht heeft geoordeeld dat de werktuigen in de gebouwen van de elektriciteitscentrale van belanghebbende als onroerend zijn aan te merken, maar dat ze verwijderd kunnen worden met behoud van hun waarde als zodanig. De Hoge Raad bevestigt dat enige beschadiging bij verwijdering niet in de weg staat aan de toepassing van de werktuigenvrijstelling, zolang het niet gaat om een beschadiging van betekenis. De Hoge Raad verklaart het beroep ongegrond en veroordeelt B en W in de kosten van het geding in cassatie aan de zijde van belanghebbende, vastgesteld op € 805 voor beroepsmatig verleende rechtsbijstand.