ECLI:NL:RBUTR:2007:BC1091
Rechtbank Utrecht
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit tot handhaving permanente bewoning recreatieverblijf
In deze zaak gaat het om een beroep van eiseres tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Utrecht, waarin eiseres werd gelast om de permanente bewoning van haar recreatieverblijf op camping De Berekuil te staken. Dit besluit, genomen op 4 juli 2005, werd opgelegd onder de dreiging van een dwangsom van € 4.000,- per week bij overtreding, met een maximum van € 20.000,-. Eiseres, die sinds 1997 in een chalet op het perceel woont, heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar het college heeft haar bezwaar deels gegrond en deels ongegrond verklaard in een besluit van 9 februari 2007. De termijn voor beëindiging van de permanente bewoning werd verlengd tot 1 januari 2009.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat eiseres op de hoogte was van het verbod op permanente bewoning, dat al sinds 2001 in de publiciteit was gebracht. Eiseres heeft aangevoerd dat zij nooit een signaal heeft ontvangen dat permanente bewoning niet toegestaan zou zijn en dat er sprake was van gedogen door de gemeente. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de gemeente voldoende stappen heeft ondernomen om de bewoners te informeren over het verbod en dat er geen gronden zijn om van handhaving af te zien. De rechtbank heeft ook overwogen dat de belangen van eiseres niet opwegen tegen het algemeen belang van handhaving van de bestemmingsplannen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard, waarbij zij heeft benadrukt dat de permanente bewoning van recreatieverblijven op het perceel in strijd is met het bestemmingsplan. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen concreet uitzicht op legalisatie bestaat en dat de gemeente bevoegd was om handhavend op te treden. De uitspraak is gedaan op 24 december 2007.