4. Op 29 december 2004 is een overeenkomst tot verkoop, verhuur, geldlening en levering van kunstwerken (hierna: overeenkomst van verhuur en geldlening) gesloten, waarvan een notariële akte is opgemaakt en waarvan een kopie tot de gedingstukken behoort. In de akte is onder meer opgenomen:
"VERKOOP
1. [Eiser] verkoopt bij deze de onder de VERKLARINGEN VOORAF onder 2 bedoelde kunstwerken aan [de Dienst], die deze kunstwerken van [eiser] koopt.
2. De koopprijs bedraagt vijf en zestig duizend Euro (€ 65.000,--).
Met betrekking tot de verbintenis tot betaling van de koopprijs komen [eiser] en [de Dienst] overeen dat deze door afstand teniet gaat, onder de verplichting voor [de Dienst] om een bedrag ter grootte van de koopprijs bij wijze van schuldbekentenis aan [eiser] schuldig te erkennen.
(...).
VERHUUR
1. [Eiser] verhuurt aan [de Dienst], die van [de Dienst] (kennelijk is bedoeld: [eiser]) huurt: de onder de VERKLARINGEN VOORAF onder 3. bedoelde kunstwerken
2. De huur is ingegaan op een december jongstleden, is gesloten voor een periode van vijf (5) jaar en eindigt derhalve op een december tweeduizend acht.
3. De huurprijs bedraagt een en veertig duizend zeshonderd Euro (€ 41.600,--) per jaar of voor de gehele huurperiode tweehonderd acht duizend Euro (€ 208.000,--).
Met betrekking tot de verbintenis tot betaling van de huurprijs komen [eiser] en [de Dienst] overeen dat deze door afstand teniet gaat, onder de verplichting voor [de Dienst] om een bedrag ter grootte van de totale huurprijs aan [eiser] schuldig te erkennen.
Ter uitvoering van deze overeenkomst:
a. doet [eiser] hierbij afstand van zijn vordering tot betaling van de huurprijs, welke afstand de [de Dienst] aanvaardt; en
b. erkent [de Dienst] bij wijze van geldlening schuldig aan [eiser], die deze schuldigerkenning aanvaardt, een bedrag van tweehonderd acht duizend Euro (€ 208.000,--).
[Eiser] en [de Dienst] stellen vast dat de verbintenis tot betaling van de huurprijs teniet is gegaan.
[Eiser] verleent [de Dienst] kwitantie voor de voldoening van de koopprijs.
4. [De Dienst] verklaart het gehuurde in goede staat te hebben ontvangen, het in die staat te houden en aldus na afloop van de huur aan [eiser] te zullen teruggeven.
5. (...)
6. (...)
7. (...)
GELDLENING
Partijen komen overeen beide voormelde leningen te combineren.
Voor de overeenkomst van geldlening gelden de volgende bepalingen:
1. Over de hoofdsom (ten bedrage van tweehonderd drie en zeventig duizend Euro (€ 273.000,--) of het niet terugbetaalde gedeelte daarvan is geen rente verschuldigd.
2. De hoofdsom zal in vijf jaarlijkse termijnen van vier en vijftig duizend zeshonderd Euro (€ 54.600,--) door [de Dienst] aan [eiser] worden terugbetaald.
De eerste termijn zal worden voldaan uiterlijk op een en dertig december tweeduizend vier, de laatste uiterlijk op een en dertig december tweeduizend acht.
3. De schuldenaar heeft de bevoegdheid tot verrekening.
(...)"