ECLI:NL:RBROT:2025:4097
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing herhaalde aanvraag Wajonguitkering en beoordeling van nieuw feit
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn herhaalde aanvraag voor een Wajonguitkering. Het UWV heeft deze aanvraag op 4 oktober 2023 afgewezen, en het bestreden besluit van 8 mei 2024 op het bezwaar van eiser is in stand gebleven. Eiser heeft eerder, op 21 augustus 2020, een aanvraag voor een Wajonguitkering ingediend, die op 12 november 2020 werd afgewezen. De rechtbank heeft in eerdere uitspraken geoordeeld dat eiser over arbeidsvermogen beschikt. Eiser heeft in zijn herhaalde aanvraag het rapport van een intelligentieonderzoek van 27 juni 2022 als nieuw feit ingebracht. De rechtbank oordeelt dat dit rapport ten tijde van de beslissing op bezwaar geen nieuw feit was, omdat het ook al in het hoger beroep tegen de eerdere afwijzing was ingediend. De rechtbank concludeert dat het UWV terecht heeft geoordeeld dat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden zijn die aanleiding geven om terug te komen op de eerdere afwijzing van de Wajonguitkering. Eiser heeft niet aangetoond dat de resultaten van het intelligentieonderzoek valide zijn en dat deze aanleiding geven tot herziening van het eerdere besluit. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, waardoor het bestreden besluit in stand blijft en eiser geen griffierecht of proceskostenvergoeding ontvangt.