ECLI:NL:RBROT:2025:1714

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 januari 2025
Publicatiedatum
11 februari 2025
Zaaknummer
10/025072-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor groepsbelediging, aanzetten tot discriminatie en openbaar maken van beledigende uitlatingen via projecties in Rotterdam, Alkmaar en Eindhoven

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 15 januari 2025 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan groepsbelediging, aanzetten tot discriminatie en het openbaar maken van beledigende uitlatingen. De verdachte heeft in de nacht van 31 december 2022 op 1 januari 2023 teksten geprojecteerd op de Erasmusbrug in Rotterdam, op het stadshuis in Alkmaar en op het stadshuis in Eindhoven. Deze teksten waren beledigend en discriminerend van aard en betroffen onder andere de uitlatingen van de extreemrechtse beweging 'White Lives Matter'. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met anderen, deze projecties heeft uitgevoerd met de intentie om een boodschap van racisme en discriminatie te verspreiden. De rechtbank heeft het verweer van de verdachte, dat zijn uitlatingen onder de vrijheid van meningsuiting vallen, verworpen. De rechtbank oordeelde dat de uitlatingen niet als een bijdrage aan een maatschappelijk debat kunnen worden gezien, maar als een uiting van haat en discriminatie. De verdachte is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden, met aftrek van voorarrest. Daarnaast is er een beslissing genomen over de in beslag genomen voorwerpen, die onttrokken worden aan het verkeer.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/025072-23
Datum uitspraak: 15 januari 2025
Tegenspraak (art. 279 Sv)
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1998,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres:
[adres] , [postcode] [plaats] ,
raadsvrouw mr. K.M.S. Bal, advocaat te Arnhem.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzittingen van 17 december 2024 en 15 januari 2025.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding, zoals deze op de terechtzitting van 17 december 2024 overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd.
De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. K.P. Mandos heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden met aftrek van voorarrest.

4.Geldigheid dagvaarding

De rechtbank heeft zich ambtshalve de vraag gesteld of het gegeven dat de verweten gedragingen deels bestaan uit het uiten van teksten die in de Engelse taal in de tenlastelegging zijn opgenomen, gevolgen moet hebben voor de begrijpelijkheid en de kwalificatie van de verweten gedragingen en daarmee voor de geldigheid van de tenlastelegging. Hoewel de rechtbank het Engels wettelijk niet als voertaal kent, leidt dit niet tot een of meer nietigheden. Er is geen verweer gevoerd dat strekt tot deze conclusie, van de teksten is in het dossier een Nederlandse vertaling terug te vinden en hoewel deze niet is gemaakt door een beëdigde vertaler, is het ook blijkens de namens de verdachte gevoerde verweren steeds duidelijk geweest waartegen zij zich hadden te verweren. De dagvaarding is geldig.

5.Waardering van het bewijs

5.1.
Ter inleiding
Deze strafzaak handelt – kort en zakelijk samengevat – om het volgende. Aan de verdachte wordt verweten dat hij tezamen en in vereniging met [medeverdachte] en/of een of meer anderen in de nacht van 31 december 2022 op 1 januari 2023 te Rotterdam (feiten 1 tot en met 3), op 18 januari 2023 in Alkmaar (feit 4) alsmede op 20 februari 2023 in Eindhoven (feiten 5 tot en met 7) in het openbaar een aantal teksten van beledigende en discriminatoire aard heeft geprojecteerd op de Erasmusbrug, het gemeentehuis van Alkmaar en het stadhuis van Eindhoven. Daarnaast wordt de verdachte ervan verdacht dat hij op 24 februari 2023 te Zwijndrecht stickers en flyers met soortgelijke teksten in zijn woning in voorraad heeft gehad ter verspreiding in het openbaar (feit 8).
Het gaat hierbij om drie categorieën verweten gedragingen: in de feiten 1 en 5 staat artikel 137c Sr centraal, kort gezegd groepsbelediging. In de feiten 2 en 6 staat het aanzetten tot discriminatie centraal, strafbaar gesteld in artikel 173d Sr. In de feiten 3, 4, 7 en 8 gaat het om artikel 137e Sr, waar strafbaar is gesteld het openbaar maken van een beledigende of tot discriminatie aanzettende uitlating.
Nu dit vonnis gaat over de uitlatingen van de verdachte en zijn medeverdachte(n) en het gedachtegoed dat zij aanhangen, zal de rechtbank op een aantal plaatsen de termen ‘blank’ en ‘het blanke ras’ moeten hanteren, waarbij zij beseft dat dit beladen termen zijn.
5.2.
Standpunt officier van justitie
De verdachte dient voor alle acht feiten te worden veroordeeld. De verdachte en [medeverdachte] zijn actief in het verspreiden van het gedachtegoed van White Lives Matter, dat is gericht op de suprematie van het blanke ras in Nederland. Er is sprake van een pluraliteit van uitingen, tijdstippen en locaties, met een zeker onderling verband, zodat ‘het maken van een gewoonte’ kan worden aangenomen. Verder zijn in de woning van de verdachte discriminatoire stickers en flyers aangetroffen, bestemd voor verdere verspreiding in het openbaar.
5.3.
Standpunt verdediging
De verdachte dient te worden vrijgesproken. De feiten 1 tot en met 7 kunnen niet worden bewezen, omdat hetgeen geprojecteerd is niet strafbaar is in de zin van de artikelen 137 e.v. Sr. De uitlatingen zijn gedaan in het kader van de vrijheid van meningsuiting teneinde het maatschappelijk debat te voeren. Daarmee is de grens van het strafbare niet overschreden. Verder kan van een gewoonte niet worden gesproken, gelet op het gering aantal aan de verdachte verweten gedragingen en de korte tijdsperiode waarin deze hebben plaatsgevonden. Tot slot is met betrekking tot feit 8 aangevoerd dat de stickers verwijzen naar de WLM-beweging, een beweging waarvan het hof Den Bosch eerder heeft geoordeeld dat niet algemeen bekend is waar WLM precies voor staat, zodat het eventuele beledigende karakter daarvan evenmin kan worden bewezen (ECLI:NL:GHSHE:2024:1589).
5.4.
Beoordeling
5.4.1.
Inleidende overweging
De verdachte en de medeverdachte [medeverdachte] (hierna: [medeverdachte] ) hebben bij de politie allebei geweigerd om vragen te beantwoorden, ook nadat zij met de onderzoeksbevindingen waren geconfronteerd. Ook bij de rechter-commissaris hebben zij zich op hun zwijgrecht beroepen. De rechtbank heeft hen uitgenodigd om voorafgaand aan de zitting een verklaring tegenover de politie af te leggen. Hiervan is geen gebruik gemaakt. Op de terechtzitting zijn zij niet verschenen en hebben dus ook daar niet verklaard. Het is in het navolgende dan ook aan de rechtbank om conclusies te trekken zonder dat de verdachten hierop invloed hebben willen uitoefenen anders dan via hun gemachtigde advocaten bij pleidooi.
5.4.2.
De projecties en de betrokkenheid van de verdachte daarbij
De rechtbank stelt allereerst vast dat onweersproken is gebleven dat de beelden met de in de tenlastelegging aangegeven woorden op de Erasmusbrug in Rotterdam, te Alkmaar en op het stadhuis in Eindhoven zijn getoond op de aangegeven tijdstippen. Op basis van hetgeen ter zitting is besproken en op basis het strafdossier stelt de rechtbank vast dat de in de tenlastelegging onder de feiten 1 tot en met 7 opgenomen woorden toen en daar zijn geprojecteerd.
De verdediging heeft niet weersproken dat de verdachte betrokken is geweest bij de aan hem verweten projecties. Op basis van het onderliggende dossier stelt de rechtbank daarmee het volgende vast:
  • In de nacht van 31 december 2022 op 1 januari 2023 zijn er op een pijler van de Erasmusbrug te Rotterdam via projectie beelden vertoond met teksten, zoals opgenomen in de tenlastelegging.
  • Op 3 januari 2023 zijn in het Telegramkanaal WLM_EU_NETHERLANDS (welke naam op de Erasmusbrug onder meer is geprojecteerd) videobeelden geplaatst met daarbij een bericht waarin de projectie op de Erasmusbrug wordt opgeëist.
  • Uit die beelden bleek dat er mogelijk een testprojectie is gedaan bij [horecagelegenheid] , op het Stationsplein in Zwijndrecht.
  • Op 4 januari 2023 zijn er naar aanleiding van de bevindingen rondom [horecagelegenheid]
in Zwijndrecht, camerabeelden gevorderd bij de gemeente Zwijndrecht van de periode 14 december 2022 tot en met 31 december 2022. Op de camerabeelden was op 29 december 2022 omstreeks 22:26 uur een man met een statief en een tas te zien.
  • De politie heeft de verdachte herkend als de man die in de avond van 29 december 2022 in zijn woonplaats [plaats] met een statief en een vierkante tas van het merk X-laser op het station loopt en in de buurt van het station een laserprojector op het statief monteert en aanzet.
  • De verdachte was ook betrokken bij een voorverkenning in Rotterdam op 29 december 2022 om te bepalen vanwaar het best geprojecteerd zou kunnen worden. Zo zijn op zijn laptop foto’s aangetroffen van de Erasmusbrug, waaronder van de pijler waarop uiteindelijk is geprojecteerd alsmede een foto van een telefoon met daarop Google Maps. Uit die foto blijkt dat de gebruiker van die telefoon zich op 29 december 2022 in het Buizenpark te Rotterdam bevond, de locatie vanwaar in de nacht van 31 december 2022 op 1 januari 2023 de teksten op de Erasmusbrug zijn geprojecteerd. Ook is een foto aangetroffen, eveneens gemaakt op 29 december 2022, van een statief dat gelijkenissen vertoont met het statief dat is aangetroffen bij de doorzoeking van de woning van de verdachte.
  • Uit het onderzoek naar andere videobeelden, die op 28 december 2022 in voormeld Telegramkanaal zijn geplaatst, blijkt dat op 24 december 2022 de tekst ‘White Lives Matter’ is geprojecteerd op het UWV gebouw aan de Prinsessesingel 10 te Venlo . Tijdens deze projectie waren beide verdachten in Venlo ; de TomTom van de verdachte (zie hierna over zijn verdere betrokkenheid) was op dat moment op de locatie Parking Prinsessesingel in Venlo .
  • Op 31 december 2022 is de verdachte vanaf 22.39 uur gedurende drie uur lang in Rotterdam, zo blijkt uit zijn telefoon, en wel in de directe omgeving van het Buizenpark. Zijn aanwezigheid in Rotterdam die avond blijkt eveneens uit de pinbetaling die om 21.21 uur vanaf zijn bankrekening is gedaan bij een McDonalds aan de Groene Hilledijk.
  • Op de laptop van de verdachte is een bestand aangetroffen genaamd LaserGuide, waarin de volgende tekst is opgenomen: “This guide will show you how you can use a laser projector to do activism”. Verder heeft op zijn laptop een app gestaan waarmee projecties voor een laserprojector kunnen worden gemaakt.
  • Op de laptop van de verdachte is een videobewerkingsprogramma aangetroffen en videobestanden die zijn aangemaakt op 25 december 2022, van de projectie in Venlo en het testen van de projector en, op 1 januari 2023, van de projectie in Rotterdam.
  • De telefoon van de verdachte is in de uren rond middernacht van 31 december 2022 op 1 januari 2023 uitgezet geweest.
Met betrekking tot de ten laste gelegde feit in Alkmaar overweegt de rechtbank het volgende:
  • Uit het onderzoek naar de reisgegevens blijkt van de aanwezigheid van de verdachte in Alkmaar ten tijde van het projecteren.
  • De verdachte wordt samen met anderen op camerabeelden in het park vlakbij de locatie van het gemeentehuis van Alkmaar gezien en herkend. Ook wordt gezien dat hij een zwarte vierkante tas bij zich heeft met daarop een wit/zilverkleurig driehoekig logo, waarin een laserprojector wordt vervoerd.
Met betrekking tot de ten laste gelegde feiten in Eindhoven overweegt de rechtbank het volgende:
  • Uit onderzoek naar de reisgegevens van de verdachte blijkt dat hij in de omgeving van het stadhuis in Eindhoven was ten tijde van de projectie, waarbij zijn telefoon tijdens het projecteren is uitgezet.
  • Zoals hiervoor is beschreven, volgt uit onderzoek aan de telefoon en de laptop van de verdachte dat hij zich heeft ingelezen in het projecteren van beelden en het actievoeren middels een laserprojector.
  • In zijn laptop zijn videobestanden aangetroffen, aangemaakt op 21 februari 2023, van de projectie in Eindhoven.
De rechtbank stelt op basis van deze bewijsmiddelen in onderlinge samenhang bezien vast dat de verdachte tezamen en in vereniging de projecties in Rotterdam, Alkmaar en Eindhoven heeft verricht.
De rechtbank komt vervolgens toe aan het beoordelen van de geprojecteerde uitlatingen in het kader van de verschillende strafrechtelijke verwijten die de verdachte en de medeverdachte worden gemaakt.
5.4.3.
Zijn de uitlatingen te kwalificeren als groepsbelediging zoals bedoeld in artikel 137c Sr? (feiten 1 en 5)
Beledigend?
Een uitlating kan als beledigend worden beschouwd wanneer zij de strekking heeft een ander bij het publiek in een ongunstig daglicht te stellen en hem aan te randen in zijn eer en goede naam. Onder een belediging wegens een ras als bedoeld in artikel 137c, eerste lid, Sr, zoals hier ten laste is gelegd, moet worden verstaan het zich nodeloos krenkend uitlaten over een groep mensen omdat zij tot een bepaalde groep horen, en hen daarmee collectief treffen in wat voor die groep kenmerkend is, namelijk hun ras en hen beledigen juist omdat zij tot dat ras behoren (Hoge Raad, 6 juli 2021, ECLI:NL:HR:2021:1036). Verder geldt dat de term ‘ras’ moet worden uitgelegd conform artikel 1 lid 1 van het Internationaal Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van rassendiscriminatie, waarin naast ras ook wordt genoemd: huidskleur, afkomst of nationale of etnische afstamming (Hoge Raad 29 maart 2016, ECLI:NL:HR:2016:510).
Bij de beoordeling van de vraag of sprake is van groepsbelediging moet op grond van bestendige jurisprudentie allereerst de vraag worden beantwoord of de uitlating op zichzelf een beledigend karakter heeft. De rechtbank is van oordeel dat dat niet het geval is. De geprojecteerde teksten bevatten immers geen uitlating over een groep mensen die hen vanwege een specifiek kenmerk in hun eer of goede naam aanrandt of hen daarom in een kwaad daglicht stelt.
Context
Bij een uitlating die gelet op de bewoordingen ervan op zichzelf niet beledigend is, moet echter ook acht worden geslagen op de omstandigheden, de context, waarbinnen de uitlating is gedaan (Hoge Raad, 29 maart 2016, ECLI:NL:HR:2016:510 en Hoge Raad, 5 november 2019, ECLI:NL:HR:2019:1702). Een op zichzelf niet beledigende uitlating kan door de context waarbinnen deze is gedaan alsnog als beledigend worden gekwalificeerd.
De rechtbank wijst er in dit verband op, dat de opsteller van de tenlastelegging heeft gekozen om bij de verfeitelijking van de verweten gedragingen niet bij alle feiten dezelfde teksten op te nemen, maar een verschil te maken tussen teksten die alleen als groepsbelediging ten laste zijn gelegd (feiten 1 en 5) en teksten die als aanzetten tot discriminatie ten laste zijn gelegd (feiten 2 en 6). Bij de als groepsbelediging ten laste gelegde uitlatingen gaat het om de volgende teksten:
Rotterdam
  • White Lives Matter
  • Vrolijk Blank 2023
  • We must secure the existence of our people and a future for white children
Alkmaar:EuropaTheLastBattle.net
Eindhoven
  • We moeten het voortbestaan van ons volk en een toekomst voor Blanke Kinderen veiligstellen
  • Houd Lampegat Blank
  • White Lives Matter
Nietals groepsbelediging ten laste gelegd zijn de volgende teksten:
  • t.me/WLM_EU_NETHERLANDS
  • Europathelastbattle.net
  • t.me/WhiteLivesMatter
  • EuropaTheLastBattle.NET
  • White lives matter Nederland
Deze teksten, waarmee naar Telegramkanalen en een website wordt verwezen, zijn echter wel vrijwel tegelijkertijd en bij dezelfde gelegenheid geprojecteerd als de teksten die wél als groepsbelediging ten laste zijn gelegd.
De teksten werden, zowel in Rotterdam, Alkmaar als in Eindhoven, op een openbaar bouwwerk/gebouw geprojecteerd en waren voor een groot publiek zichtbaar en, met name in het geval van de Erasmusbrug, met een beperkt projectieoppervlak. Dit maakt dat de verdachten hun woorden met zorg hebben moeten kiezen om hun boodschap binnen korte tijd helder openbaar te maken.
Door het, bij dezelfde gelegenheid, noemen van de website en de Telegramkanalen hebben de verdachten de inhoud daarvan met het bredere publiek gedeeld waardoor deze een onderdeel wordt van de context waarin de uitlatingen zijn gedaan. Zij krijgt daarmee relevante betekenis. De rechtbank zal deze betekenis daarom eerst bespreken en vervolgens meewegen bij de beoordeling van de als groepsbelediging ten laste gelegde feiten 1 en 4. De rechtbank baseert zich daarbij op hetgeen hieromtrent in het strafdossier door de officier van justitie is opgenomen.
Betekenis van de vermelde website en Telegramkanalen
De website ‘europathelastbattle.net’ bevat een inhoud die de rechtbank als extreemrechts en (neo-)nazistisch beoordeelt, waaronder een documentaire waarin de Holocaust ter discussie wordt gesteld. De website bevat voorts verwijzingen naar andere websites waar extreemrechts gedachtegoed wordt verkondigd en nazi-parafernalia kunnen worden gekocht. Op die websites worden ook extreemrechtse boeken verkocht, waaronder publicaties waarin de Holocaust wordt ontkend. Ook die websites hebben een uitgesproken extreemrechts en (neo-)nazistisch karakter.
De links t.me/WhiteLivesMatter en t.me/WLM_EU_NETHERLANDS leiden naar het Telegramkanaal van White Lives Matter Nederland, een dochterkanaal van White Lives Matter Official. Het Telegramkanaal WLM_EU_NETHERLANDS bevat onder meer video's en afbeeldingen van stickeracties waarbij stickers van White Lives Matter worden geplakt op objecten in de openbare ruimte door heel Nederland, en een ‘handleiding’ van de White Lives matter-beweging. Blijkens deze handleiding is White Lives Matter een beweging waarin ‘eenieder van edel karakter’ welkom is. In deze beweging staat de gedachte centraal dat blanke mensen steeds meer in de minderheid komen (door ‘de blanke genocide en de omvolking’) en dat deze ontwikkeling gestopt moet worden. Een van de na te streven doelen is een door strikte rassenscheiding te bewerkstelligen absolute meerderheid van blanken in zogenoemde blanke gebieden, waaronder Europa. Dit betekent dat aldaar alleen blanken het staatsburgerschap mogen krijgen, met een ondergrens van een 99% blanke bevolking. Eén procent van de bevolking mag tijdelijk in deze gebieden verblijven om een rol ten gunste van de blanken te vervullen. Ieder ander, die hieraan niet voldoet, dient het land te verlaten. De in de handleiding van WLM opgenomen term “omvolking” is een germanisme, gebruikt in de naziperiode van Duitsland en gebruikt voor de politiek om in herwonnen voormalig Duitse gebieden de daar woonachtige niet-Duitse bevolking “om te volken” tot Duitsers (door culturele assimilatie) dan wel te verdrijven en te vervangen door Duitse immigranten. In de Tweede Wereldoorlog gebeurde dit door de Joden uit te moorden en de Slavische volkeren ondergeschikt te maken en te verdrijven.
Aan het Telegramkanaal WLM_EU_NETHERLANDS is verder een openbare Telegramchatgroep gekoppeld (white lives matter bullying Netherlands). Lidmaatschap daarvan vereist, samengevat, het lezen van de handleiding en ‘je bewijzen’, onder meer door stickers te plakken.
Beoordeling
Door de vermelding van de Telegramkanalen en de website en het nadrukkelijk in beeld brengen van het woord ‘blank’, hebben de verdachten een context aangereikt die betekenis geeft aan de overige, alleen als groepsbelediging ten laste gelegde, uitlatingen die op zichzelf beschouwd niet beledigend zijn: de uitlatingen zijn gericht op (de verspreiding van het gedachtegoed omtrent) het weghouden of verwijderen van niet-blanke mensen uit de Eindhovense of Nederlandse samenleving, omdat anders het blanke ras onzuiver(der) en het voortbestaan ervan bedreigd zou worden. Niet-blanke mensen worden in dat ideaal minimaal en slechts in een dienende rol geduld. Nog los van de onmiskenbare implicaties die achter dit ideaal schuilen, is duidelijk dat het gedachtegoed gebaseerd is op de gedachte dat niet-blanke mensen ondergeschikt zouden zijn aan blanke mensen en onwaardig om een samenleving mee te delen. De context wordt daarnaast mede gevormd door het ontwrichtende effect van de uitlatingen op de openbare orde. De rechtbank komt daarom tot de slotsom dat de ten laste gelegde uitlatingen als beledigend kunnen worden gekwalificeerd voor een groep mensen, te weten mensen met een niet-blanke huidskleur.
Vrijheid van meningsuiting?
Door de verdediging is een beroep gedaan op het recht op de vrijheid van meningsuiting. Dit verweer wordt verworpen. Het gedachtegoed waar de mening van de verdachte op gebaseerd is en waar de teksten uiting aan geven, is uitgesproken racistisch, antisemitisch en sluit aan bij de rassentheorieën van het nationaalsocialisme van Nazi-Duitsland. Het verspreiden van dit gedachtegoed valt, zoals het EHRM reeds meermalen heeft onderstreept, niet onder de bescherming van artikel 10 van het EVRM, waarin het recht op vrijheid van meningsuiting wordt gewaarborgd.
Daarbij geldt bovendien dat de verdachten op geen enkel moment en geen enkele wijze een nadere uitleg of duiding hebben willen geven aan de door hen gedane beledigende uitlatingen. De rechtbank ziet de uitlatingen dan ook niet als een bijdrage aan een maatschappelijk debat.
5.4.4.
Is sprake van het aanzetten tot discriminatie? (art. 137d Sr; feiten 2 en 6)
Uit de onder feiten 2 en 6 tenlastegelegde geprojecteerde teksten (“We must secure the existence of our people and a future for white children” en de vertaling daarvan
“We moeten het voortbestaan van ons volk en een toekomst voor blanke kinderen veiligstellen”) volgt dat door het bezigen van deze woorden onderscheid wordt gemaakt tussen rassen, hetgeen naar de kern aanzet tot discriminatie. Verder geldt dat het hiervoor besproken kader ook van toepassing is op het vaststellen van aanzetten tot discriminatie (HR 16 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3583) en dat de verdediging ten aanzien van de feiten 2 en 6 geen verder verweer heeft gevoerd dan hetgeen hiervoor reeds is verworpen.
5.4.5.
Is sprake van het openbaar maken van een beledigende of discriminatoire uitlating? (art. 137e Sr; feiten 3, 4 en 7)
De verwijzing naar genoemde website en Telegramkanalen merkt de rechtbank aan als het openbaar maken van de inhoud ervan. Deze inhoud is zonder meer discriminerend van aard door het verspreiden van de wens dat voor een bepaalde groep mensen vanwege hun ras of huidskleur geen plaats is in de samenleving. Voor de kwalificatie van de inhoud van de website en Telegramkanalen als groepsbelediging wordt op deze plaats verwezen naar de overwegingen in paragraaf 5.4.3. Die maakt dat uitlatingen openbaar zijn gemaakt die beledigend en discriminerend zijn.
5.4.6.
Conclusie feiten 1 tot en met 7
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, komt de rechtbank tot de conclusie dat het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6 en 7 ten laste gelegde wettig en overtuigend is bewezen. Gelet op de frequentie en periode van (het openbaar maken van) de beledigende en discriminatoire uitlatingen, waarbij de rechtbank ook acht slaat op de eerdere veroordeling, acht de rechtbank tevens bewezen dat de verdachte daarvan een gewoonte heeft gemaakt.
5.4.7.
Is sprake van het ter openbaar making of verspreiding in voorraad hebben van voorwerpen met een beledigende of discriminatoire uitlating? (art. 137e Sr; feit 8)
Door de verdediging is betoogd dat de stickers verwijzen naar de WLM-beweging, een beweging waarvan het hof Den Bosch eerder heeft geoordeeld dat niet algemeen bekend is waar WLM precies voor staat, zodat het eventuele beledigende karakter daarvan evenmin kan worden bewezen. Voor de kwalificatie van het beledigende karakter van de stickers wordt op deze plaats verwezen naar de overwegingen in paragraaf 5.4.3. Die maakt dat uitlatingen openbaar zijn gemaakt die beledigend en discriminerend zijn. Daarmee is het onder feit 8 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen.
5.4.8.
Conclusie
Bewezen is het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 ten laste gelegde.
5.5.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
1.
hij in de periode van 31 december 2022 tot en met 1 januari 2023 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, zich meermalen in het openbaar, bij geschrift en/ of bij afbeelding, opzettelijk beledigend heeft uitgelaten over een groep mensen wegens hun ras, te weten gekleurde en/of zwarte mensen, door op de Erasmusbrug:
- White Lives Matter,
en
- Vrolijk Blank 2023 en
- We must secure the existence of our people and a future for white children
te projecteren,
terwijl verdachte van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
2.
hij in de periode van 31 december 2022 tot en met 1 januari 2023 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, in het openbaar, bij geschrift en/ of bij afbeelding, heeft aangezet tot discriminatie van mensen wegens hun ras, te weten gekleurde en/of zwarte mensen, door op de Erasmusbrug:
- We must secure the existence of our people and a future for white children
te projecteren,
terwijl verdachte van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
3.
hij in de periode van 31 december 2022 tot en met 1 januari 2023 te Rotterdam, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, anders dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving, meermalen, een uitlating openbaar heeft gemaakt die, naar hij, verdachte, en/of zijn mededaders wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden voor een groep mensen wegens hun ras en godsdienst beledigend was, te weten gekleurde en/of zwarte mensen en Joden en heeft aangezet tot discriminatie van mensen wegens hun ras en godsdienst, te weten gekleurde zwarte mensen en Joden, door op de Erasmusbrug:
- White Lives Matter,
en
- t.me/WLM_EU_NETHERLANDS,
en
- Vrolijk Blank 2023,
en
- We must secure the existence of our people and a future for white children,
en
- Europathelastbattle.net en
- t.me/WhiteLivesMatter,
te projecteren,
terwijl verdachte van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
4.
hij op 18 januari 2023 te Alkmaar, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, anders dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving, een uitlating openbaar heeft gemaakt die, naar hij, verdachte, en/of zijn mededaders wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden voor een groep mensen wegens hun ras en/of godsdienst beledigend was, te weten Joden, door op het stadhuis
- EuropaTheLastBattle.net
te projecteren,
terwijl verdachte van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
5.
hij op 20 februari 2023 te Eindhoven, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, zich meermalen in het openbaar, bij geschrift en/ of bij afbeelding, opzettelijk beledigend heeft uitgelaten over een groep mensen wegens hun ras, te weten gekleurde en/of zwarte mensen, door op het stadhuis:
- Houd Lampegat Blank,
en
- White lives matter Nederland en
- We moeten het voortbestaan van ons volk en een toekomst voor Blanke Kinderen Veiligstellen
te projecteren,
terwijl verdachte van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
6.
hij op 20 februari 2023 te Eindhoven, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, in het openbaar, bij geschrift en/ of bij afbeelding, heeft aangezet tot discriminatie van mensen wegens hun ras, te weten gekleurde en/of zwarte mensen, door op het stadhuis:
- We moeten het voortbestaan van ons volk en een toekomst voor Blanke Kinderen
Veiligstellen
te projecteren,
terwijl verdachte van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
7.
hij op 20 februari 2023 te Eindhoven, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, anders dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving, meermalen, een uitlating openbaar heeft gemaakt die, naar hij, verdachte, en/of zijn mededaders wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden, voor een groep mensen wegens hun ras en godsdienst beledigend was, te weten gekleurde en/of zwarte mensen en Joden, en heeft aangezet tot discriminatie van mensen wegens hun ras,
te weten gekleurde en /of zwarte mensen, door op het stadhuis:
- EuropaTheLastbattle.NET,
en
- Houd Lampegat Blank,
en
- White lives matter Nederland en
- We moeten het voortbestaan van ons volk en een toekomst voor Blanke Kinderen Veiligstellen,
terwijl verdachte van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
8.
hij op 24 februari 2023 te Zwijndrecht anders dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving, een of meer voorwerpen, waarin naar hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest vermoeden, een of meer uitlatingen waren vervat die voor een groep mensen wegens hun ras beledigend was, te weten
- een of meer stickers en flyers voorzien van de tekst “White Lives Matter” met een QR code die verwijst naar de telegramsite t.me/WLM_EU_NETHERLANDS en t.me/WhiteLivesMatterOfficial en
- een of meer stickers en flyers voorzien van de tekst EuropaTheLastBattle.Net
beledigend voor gekleurde en/of zwarte mensen
ter openbaarmaking van die uitlating en ter verspreiding in voorraad heeft gehad;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.

6.Strafbaarheid feiten

De bewezen feiten leveren op:
De eendaadse samenloop van:

1. Zich in het openbaar bij geschrift/afbeelding opzettelijk beledigend uitlaten over een groep mensen wegens hun ras, terwijl het feit wordt gepleegd door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd;

en

2. in het openbaar bij geschrift/afbeelding aanzetten tot discriminatie van mensen wegens hun ras, terwijl het feit wordt gepleegd door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;

en

3. anders dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving een uitlating openbaar maken die, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, voor een groep mensen wegens hun ras en godsdienst beledigend is en aanzet tot discriminatie van mensen wegens hun ras en godsdienst, terwijl het feit wordt gepleegd door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd;

4. anders dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving een uitlating openbaar maken die, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, voor een groep mensen wegens hun ras en godsdienst beledigend is, terwijl het feit wordt gepleegd door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;

De eendaadse samenloop van:

5. zich in het openbaar bij geschrift/afbeelding opzettelijk beledigend uitlaten over een groep mensen wegens hun ras, terwijl het feit wordt gepleegd door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd;

en

6. in het openbaar bij geschrift/afbeelding aanzetten tot discriminatie van mensen wegens hun ras, terwijl het feit wordt gepleegd door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;

en

7. anders dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving een uitlating openbaar maken die, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, voor een groep mensen wegens hun ras en godsdienst beledigend is en aanzet tot discriminatie van mensen wegens hun ras, terwijl het feit wordt gepleegd door een persoon die daarvan een beroep of gewoonte maakt en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen, meermalen gepleegd;

8. anders dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving een voorwerp waarin, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, een uitlating als bedoeld in artikel 137e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, is vervat, aan iemand, anders dan op diens verzoek, ter openbaarmaking daarvan in voorraad hebben en ter verspreiding daarvan in voorraad hebben.

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.
De feiten zijn dus strafbaar.

7.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

8.Motivering straf

8.1.
Algemene overweging
De straf die aan de verdachte wordt opgelegd, is gegrond op de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
8.2.
Feiten waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich, al dan niet samen met (een) andere(n), op verschillende data schuldig gemaakt aan (een gewoonte maken van) groepsbelediging, het aanzetten tot discriminatie en het openbaar maken van beledigende en discriminerende uitlatingen door teksten te projecteren op de Erasmusbrug in Rotterdam, op het stadshuis in Alkmaar en op het stadshuis in Eindhoven. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan het in voorraad hebben van stickers en flyers ter openbaarmaking en/of ter verspreiding van deze discriminerende uitlatingen.
De manier waarop een verdachte zich achteraf verhoudt tot zijn handelen kan van invloed zijn op de strafmaat en -modaliteit. Zo kan oprechte spijt of inzicht in het kwalijke van het handelen strafmatigend werken. Deze verdachte heeft echter, ondanks zijn eerdere toezegging ter zitting te zullen verklaren, op geen enkel moment het gesprek over zijn handelen willen aangaan. Inherent aan het gedachtegoed van de verdachte, zoals dit blijkt uit de onder hem in beslag genomen gegevensdragers, de websites die hij propageerde en het Telegramkanaal waaraan hij deelnam, is een stellige, zo niet fanatieke, overtuiging van het eigen gelijk. Daarmee laat oprechte spijt of inzicht achteraf in het kwalijke van zijn handelen zich moeizaam verenigen. Daarvan is in deze zaak in ieder geval niet gebleken. De rechtbank moet het er dan ook voor houden dat de verdachte geen afstand heeft gedaan van zijn racistische en extreemrechtse gedachtegoed. Maar hoe verwerpelijk dit gedachtegoed ook is: gedachten zijn vrij en een ieder mag onbeperkt alle meningen hebben waar hij of zij in gelooft. Het
hebbenvan de meningen van de verdachte staat op zichzelf dan ook niet ter beoordeling van de rechtbank. Voor het vrijelijk
uitenvan de eigen mening geldt evenwel iets anders. De bescherming van het recht op vrijheid van meningsuiting gaat ver, maar stuit op een grens indien het gaat om het verspreiden van racistisch gedachtegoed, nazi-ideologie, Holocaust-ontkenning en aanzetten tot haat en rassendiscriminatie als basis voor het uitgangspunt dat Nederland alleen voor witte mensen is bestemd en de anderen het land dienen te verlaten. Het is die grens die de verdachten zijn overschreden toen zij teksten projecteerden die precies vallen onder de inhoudelijke beperkingen aan de vrijheid van meningsuiting.
De wijze waarop de verdachte en de medeverdachte hun uitlatingen openbaar hebben gemaakt, draagt ook bij aan het bepalen van de strafmaat. Met name door de projecties op de Erasmusbrug in de nacht van 31 december 2022 op 1 januari 2023 werden zeer veel mensen ongevraagd geconfronteerd met het kwetsende gedachtegoed van de verdachten. Het betrof immers een nationale viering van het nieuwe jaar, waarvan live verslag op televisie werd gedaan. Met het projecteren van hun uitlatingen hebben de verdachten iets dat een feestelijk landelijk samenzijn had moeten zijn, gegijzeld met een boodschap van expliciete onverdraagzaamheid die door de wijze waarop dit werd gedaan, als extra intimiderend kan zijn ervaren.
8.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
8.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van 16 oktober 2024, waaruit blijkt dat de verdachte eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
8.3.2.
Rapportages
Reclassering Nederland, heeft een tweetal rapporten over de verdachte opgemaakt, respectievelijk gedateerd op 8 maart 2023 en 1 december 2024. De rechtbank heeft acht geslagen op deze rapporten.
8.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
De rechtbank is van oordeel, gelet op de ernst van de bewezenverklaarde feiten, de straffen die in soortgelijke zaken worden opgelegd, de eerdere veroordeling van de verdachte en een juiste normhandhaving, dat niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt. Voor het opleggen van een voorwaardelijk strafdeel ziet de rechtbank geen aanleiding, gelet op de houding van de verdachte, waaronder zijn weigering om mee te werken aan het opstellen van een reclasseringsrapport.
Alles afwegend acht de rechtbank, met de officier van justitie, een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden passend en geboden.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet.

9.In beslag genomen voorwerpen

9.1.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd de in beslag genomen goederen te onttrekken aan het verkeer, omdat deze goederen in strijd zijn met het algemeen belang.
9.2.
Standpunt verdediging
Door de verdediging is geen verweer gevoerd.
9.3.
Beoordeling
De in beslag genomen goederen, zoals vermeld op de beslaglijst zullen worden onttrokken aan het verkeer, nu het ongecontroleerde bezit daarvan is in strijd met het algemeen belang.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 36b, 36d, 47, 57, 63, 137c, 137d en 137e van het Wetboek van Strafrecht.

11.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

12.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen, dat de verdachte de onder 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 ten laste gelegde feiten, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert de hiervoor vermelde strafbare feiten;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
beslist ten aanzien van de voorwerpen, geplaatst op de lijst van inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, als volgt:
- verklaart onttrokken aan het verkeer:
1. STK Telefoontoestel
(Omschrijving: [nummer 1]
Oppo zwarte tel in zwart mapje met
plastic beschermcas, Zwart, merk:
Oppo);
2. 1 STK Niet te definiëren goederen
(Omschrijving: [nummer 2]
zwart bakje met stickers);
3. 1 STK Administratie
(Omschrijving: [nummer 3]
Oranje map met documenten, Oranje map);
4. 1 STK USB-stick (memorykaart)
(Omschrijving: [nummer 4]
Zwarte USB stick Sandisk, Zwart,
merk: Sandisk);
5. 2 STK Niet te definiëren goederen
(Omschrijving: [nummer 5]
Flyers The Last Battle);
6. 1 STK Spandoek
(Omschrijving: [nummer 6]
Spandoek WLM, Wit/Zwart);
7. 1 STK Spandoek
(Omschrijving: [nummer 7]
Spandoek nr 6 met de tekst "White
Live Matter", Wit met zwarte lette);
8. 1 STK Niet te definiëren goederen
(Omschrijving: [nummer 8]
Boodschappentas met WLM stickers, Wit);
9. 1 PAK Sticker
(Omschrijving: [nummer 9]
stickers WLM).
Dit vonnis is gewezen door mr. G.P. van de Beek, voorzitter,
en mrs. P.C. Tuinenburg en I. Tillema, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. V.E. Scholtens, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst gewijzigde tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
1.
hij
in of omstreeks de periode van 31 december 2022 tot en met 1 januari 2023 te
Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
zich meermalen, althans eenmaal in het openbaar,
bij geschrift en/ of bij afbeelding,
opzettelijk beledigend heeft uitgelaten over een groep mensen wegens hun ras,
te weten gekleurde en/of zwarte mensen,
door op de Erasmusbrug :
- White Lives Matter,
- Vrolijk Blank 2023 en/of
- We must secure the existence of our people and a future for white children
te projecteren,
terwijl verdachte van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
(art 137c lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 137c lid 2 Wetboek van Strafrecht, art 47
lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
2.
hij
in of omstreeks de periode van 31 december 2022 tot en met 1 januari 2023 te
Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
in het openbaar,
bij geschrift en/ of bij afbeelding,
heeft aangezet tot discriminatie van mensen wegens hun ras,
te weten gekleurde en /of zwarte mensen,
door op de Erasmusbrug :
- We must secure the existence of our people and a future for white children
te projecteren,
terwijl verdachte van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
(art 137d lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 137d lid 2 Wetboek van Strafrecht, art 47
lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
3.
hij
in of omstreeks de periode van 31 december 2022 tot en met 1 januari 2023 te
Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
anders dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving,
meermalen, althans eenmaal een uitlating openbaar heeft gemaakt die, naar hij,
verdachte, en/of zijn mededaders wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden
voor een groep mensen wegens hun ras en/of godsdienst beledigend was,
te weten gekleurde en/of zwarte mensen en/of Joden
en/of heeft aangezet tot discriminatie van mensen wegens hun ras en/of
godsdienst,
te weten gekleurde zwarte mensen en/of Joden,
door op de Erasmusbrug, :
- White Lives Matter,
- t.me/WLM_EU_NETHERLANDS,
- Vrolijk Blank 2023,
- We must secure the existence of our people and a future for white children,
- Europathelastbattle.net en/ of
- t.me/WhiteLivesMatter,
te projecteren,
terwijl verdachte van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
(art 137e lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 137e lid 2 Wetboek van
Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
4.
hij
op of omstreeks 18 januari 2023 te Alkmaar,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
anders dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving,
een uitlating openbaar heeft gemaakt die, naar hij, verdachte, en/of zijn
mededaders wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden voor een groep
mensen wegens hun ras en/of godsdienst beledigend was,
te weten Joden ,
door op het stadhuis
- EuropaTheLastBattle.net
te projecteren,
terwijl verdachte van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
(art 137e lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 137e lid 2 Wetboek van
Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
5.
hij
op of omstreeks 20 februari 2023 te Eindhoven,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
zich meermalen, althans eenmaal in het openbaar,
bij geschrift en/ of bij afbeelding,
opzettelijk beledigend heeft uitgelaten over een groep mensen wegens hun ras,
te weten gekleurde en/of zwarte mensen,
door op het stadhuis :
- Houd Lampegat Blank,
- White Jives matter Nederland en/of
- We moeten het voortbestaan van ons volk en een toekomst voor Blanke Kinderen
Veiligstellen
te projecteren,
terwijl verdachte van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
(art 137c lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 137c lid 2 Wetboek van Strafrecht, art 47
lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
6.
hij
op of omstreeks 20 februari 2023 te Eindhoven,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
in het openbaar,
bij geschrift en/ of bij afbeelding,
heeft aangezet tot discriminatie van mensen wegens hun ras,
te weten gekleurde en/of zwarte mensen,
door op het stadhuis :
- We moeten het voortbestaan van ons volk en een toekomst voor Blanke Kinderen
Veiligstellen
te projecteren,
terwijl verdachte van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
(art 137d lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 137d lid 2 Wetboek van Strafrecht, art 47
lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
7.
hij
op of omstreeks 20 februari 2023 te Eindhoven,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
anders dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving,
meermalen, althans eenmaal een uitlating openbaar heeft gemaakt die, naar hij,
verdachte, en/of zijn mededaders wist(en) of redelijkerwijs moest(en) vermoeden,
voor een groep mensen wegens hun ras en/of godsdienst beledigend was,
te weten gekleurde en/of zwarte mensen en/of Joden,
en/of heeft aangezet tot discriminatie van mensen wegens hun ras,
te weten gekleurde en/of zwarte mensen,
door op het stadhuis:
- EuropaTheLastbattle.NET,
- Houd Lampegat Blank,
- White lives matter Nederland en/of
- We moeten het voortbestaan van ons volk en een toekomst voor Blanke Kinderen
Veiligstellen,
te projecteren,
terwijl verdachte van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;
(art 137e lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 137e lid 2 Wetboek van
Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
8.
hij
op of omstreeks 24 februari 2023 te Zwijndrecht
anders dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving,
een of meer voorwerpen, waarin naar hij, verdachte, wist of redelijkerwijs moest
vermoeden, een of meer uitlatingen waren vervat die voor een groep mensen
wegens hun ras beledigend was, te weten
- een of meer stickers
en/of flyersvoorzien van de tekst "White Lives Matter" met een QR code
die verwijst naar de telegramsite t.me/WLM_EU_NETHERLANDS en/of
t.me/WhiteLivesMatter
Official en/of
- een of meer stickers en/of flyers voorzien van de tekst EuropaTheLastBattle.Net
beledigend voor gekleurde en/of zwarte mensen
ter openbaarmaking van die uitlating en/of ter verspreiding in voorraad heeft
gehad;
(art 137e lid 1 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht)