Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.De verdere procedure
2.De verdere beoordeling
De man heeft in zijn verweer op deze door de vrouw verzochte vergoeding, aangegeven dat hij tijdens het huwelijk altijd een ruim salaris aan zichzelf heeft uitgekeerd en daarnaast twee maal een dividenduitkering heeft gedaan vanuit de BV. De man stelt dat er hierdoor meer geld uit de onderneming is uitgekeerd, dan er is verdiend, waardoor er vermoedelijk eerder sprake zal zijn geweest van een waardedaling van de onderneming, dan van een waardestijging. Tegen deze gemotiveerde betwisting van de man heeft de vrouw haar stellingen niet nader onderbouwd. De vrouw heeft niet aan de hand van concrete omstandigheden onderbouwd dat de man zich tijdens het huwelijk geen redelijke vergoeding (salaris en dividend) heeft uitgekeerd. Evenmin heeft de vrouw aan de hand van concrete omstandigheden nader onderbouwd dat er sprake is van een waardestijging van de onderneming. Het verzoek van de vrouw wordt daarom afgewezen.