1.2.Het overige wettelijk kader, zoals dat vóór 1 januari 2024 luidde, is te vinden in de bijlage bij deze uitspraak.
2 Eisers aanvraag van 20 oktober 2020 voor een omgevingsvergunning ziet op het plaatsen van 12 zonnepanelen op zijn woning aan de [adres] te Brielle. Ter plaatse is het bestemmingsplan “Vesting” (het bestemmingsplan) van kracht. Op 28 oktober 2020 heeft verweerder eiser ervan op de hoogte gesteld dat de monumentencommissie op 26 oktober 2020 over zijn aanvraag negatief heeft geadviseerd. Dit negatieve advies houdt verband met de welstandsnota Brielle, herziening 2018 (de welstandsnota), waarin is bepaald dat binnen het beschermde stadsgezicht zonnepanelen alleen zijn toegestaan indien ze niet zichtbaar zijn vanaf het openbaar toegankelijk gebied. De zonnepanelen zouden eventueel wel op de bergingen geplaatst kunnen worden of op een naast de bergingen, in aansluiting op de tuinmuur, te maken overkapping. Aan het verzoek van de zijde van verweerder om de aanvraag aan te passen dan wel in te trekken heeft eiser niet voldaan.
3. Bij het primaire besluit heeft verweerder het advies van de monumentencommissie overgenomen. Hierdoor is er sprake van een weigeringsgrond als bedoeld in artikel 2.10, eerste lid, onder d, van de Wabo. Verder stelt verweerder dat de aanvraag (tevens) in strijd is met het bestemmingsplan, waardoor ook sprake is van een weigeringsgrond als bedoeld in artikel 2.10, eerste lid, onder c, van de Wabo. Immers, de gronden waarop het plan is geprojecteerd hebben de bestemming "Wonen" (W) met dubbelbestemming "Waarde -cultuurhistorie-1", waarbij geldt dat zonnepanelen op gebouwen die vallen onder de dubbelbestemming “Waarde-Cultuurhistorie-1” niet zijn toegestaan.
Verweerder heeft geen gebruik gemaakt van zijn op grond van artikel 19.3.6 van de planvoorschriften toegekende bevoegdheid om af te wijken van het bestemmingsplan als de zonnepanelen niet of zeer beperkt zichtbaar zijn vanaf de openbare ruimte, omdat het bouwplan niet aan deze voorwaarde voldoet.
4. Bij het bestreden besluit heeft verweerder, in overeenstemming met het advies van de bezwaarschriftencommissie (de commissie), het primaire besluit in stand gelaten en het bezwaarschrift ongegrond verklaard.
5. Eiser wenst ten principale een uitspraak te verkrijgen over de verplichting van decentrale overheden om nadrukkelijk ook de aspecten van de energietransitie te betrekken in besluiten als de onderhavige, ook als daarover in eigen (beleids)regels en beleid niet expliciet iets staat vermeld. Volgens eiser moet in dat geval de bepaling waarop de gemeente zich beroept buiten werking gesteld worden (de zogenaamde exceptieve toetsing).
Volgens eiser is zijn woning met een groot dakoppervlak geschikt voor zonnepanelen maar heeft de gemeente Brielle ten onrechte geen recente beleidsregels of plannen vastgesteld waarmee de energietransitie wordt gefaciliteerd. De monumentencommissie heeft – gegeven haar beperkte beoordelingskader - negatief geadviseerd terwijl als vaststaand kan worden aangenomen dat het als particulier aanleggen van zonnepanelen bijdraagt aan een reductie van de C02 uitstoot.