ECLI:NL:RBROT:2024:7457
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Loonsanctie en bekortingsverzoek in het kader van onvoldoende re-integratie-inspanningen
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 15 augustus 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. J.J. Arts - van den Broek, en het UWV. Eiseres had beroep ingesteld tegen een besluit van het UWV waarin een loonsanctie werd opgelegd wegens onvoldoende re-integratie-inspanningen van haar kant voor een werknemer die sinds 15 juni 2020 arbeidsongeschikt was. Het UWV had eerder op 9 juni 2022 een loondoorbetalingsverplichting opgelegd en op 10 oktober 2022 het verzoek van eiseres om bekorting van deze sanctie afgewezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres niet voldoende heeft gedaan om de werknemer te re-integreren, met name in het tweede spoor. De rechtbank oordeelde dat het UWV terecht de loonsanctie had opgelegd en het verzoek om bekorting had afgewezen. Eiseres voerde aan dat zij voldoende inspanningen had verricht en dat het UWV onzorgvuldig had gehandeld, maar de rechtbank oordeelde dat de UWV-beoordelingen voldoende waren onderbouwd en dat er geen sprake was van onzorgvuldigheid. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af.