ECLI:NL:RBROT:2024:7082
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herzieningsverzoek WIA/IVA en de afwijzing daarvan door het UWV
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 2 augustus 2024, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn herzieningsverzoek inzake de WIA/IVA-uitkering beoordeeld. Eiser had eerder, op 4 mei 2015, een uitkering op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) gekregen, met een arbeidsongeschiktheid van 69,63%. Na een herbeoordeling in 2018 werd hem een IVA-uitkering toegekend. Eiser diende op 19 september 2022 een verzoek tot herziening in, maar het UWV wees dit verzoek af, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een herziening rechtvaardigden.
De rechtbank behandelt de argumenten van eiser, die stelt dat er nieuwe medische informatie is die zijn gezondheidstoestand op 2 juni 2015 betreft. De rechtbank oordeelt dat het UWV terecht heeft vastgesteld dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn aangedragen die de eerdere besluiten zouden kunnen wijzigen. De verzekeringsarts heeft in rapporten geconcludeerd dat de medische informatie van eiser niet nieuw is en dat de eerder aangenomen beperkingen nog steeds van toepassing zijn. De rechtbank bevestigt dat de diagnose van ADD niet leidt tot een andere beoordeling van de arbeidsongeschiktheid, aangezien de eerder vastgestelde beperkingen al adequaat waren.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen recht heeft op terugbetaling van griffierechten of vergoeding van proceskosten. Deze uitspraak benadrukt het belang van nieuwe feiten in herzieningsverzoeken en de rol van medische beoordelingen in het vaststellen van arbeidsongeschiktheid.