5.1.De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport van 30 augustus 2023 deugdelijk gemotiveerd toegelicht dat uit de door eiseres ingediende medische informatie geen nova blijken. De informatie ziet op chronische knieklachten op basis van chondropathie en enige slijtage, hetgeen bekend en meegewogen was in 2011. In 2023 wordt vermeld dat er verdenking bestaat op een radiculair syndroom op basis van wervelkanaalstenose, waarvoor eiseres is doorverwezen naar de neurochirurg. Uit de informatie uit 2014 blijkt dat er nog geen afwijkingen te zien waren op de lumbale wervelkolom. Pas in 2020 is vastgesteld dat sprake is van een lumbosacrale werverkanaalstenose, waarvoor een indicatie tot operatie geld. Dit betreft geen duidelijke medische ronde om de beoordeling in 2011 of de vijf jaar erna te herzien, aldus de verzekeringsarts bezwaar en beroep. Ten aanzien van de psychische klachten geldt dat eiseres deze informatie niet in 2011 heeft ingebracht. Deze psychische klachten zijn in de beoordeling die ten grondslag heeft gelegen aan het besluit van 19 december 2012 meegewogen en hebben niet geleid tot een arbeidsongeschiktheid van meer dan 35%, waarbij door de behandelend sector in 2014 is vastgesteld dat sprake is van gelijkblijvende klachten mede op basis van somatiseren.
6. Gelet op het voorgaande heeft het UWV het verzoek van eiseres om terug te komen van de besluiten van 25 oktober 2011 en 19 december 2012 mogen afwijzen. In wat eiseres aanvoert, ziet de rechtbank geen aanleiding voor het oordeel dat het bestreden besluit op dit punt evident onredelijk is.
Toegenomen arbeidsongeschiktheid en duuraanspraak (Amberbeoordeling)
7. Voor het kunnen aannemen dat eiseres in dit geval op grond van artikel 55, eerste lid, aanhef en onder b, van de Wet WIA vanwege toegenomen arbeidsongeschiktheid alsnog recht heeft op een WIA-uitkering is vereist dat zij binnen vijf jaar na 1 november 2011 meer dan 35% arbeidsongeschikt is geworden en de toegenomen arbeidsongeschiktheid voortkomt uit dezelfde oorzaak als die op grond waarvan zij gedurende de wachttijd ongeschikt was tot het verrichten van haar arbeid. Deze beoordeling wordt ook wel ‘Amber-beoordeling’ genoemd. Een deel van die periode is al beoordeeld in het besluit van 19 december 2012. Dat er geen reden is om op dit besluit terug te komen, heeft de rechtbank hiervoor al overwogen.
8. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport van 11 januari 2023 (ook) gemotiveerd toegelicht dat er ook na 2012 geen moment aanwijsbaar is waarop sprake is van toegenomen beperkingen die voortkomen uit dezelfde ziekteoorzaak. De door eiseres toegevoegde informatie wijst niet op een wezenlijke verandering van de belastbaarheid in de periode van 2011-2016. In de FML van 23 november 2012 zijn beperkingen aangegeven ten aanzien van het persoonlijk en sociaal functioneren zoals flexibiliteit, blootstelling aan deadlines en productiepieken, hoog werktempo, conflicthantering en ten aanzien van fysieke belasting zoals duwen of trekken, tillen of dragen, frequent zware lasten hanteren, lopen (fors beperkt), traplopen, langdurig aaneen staan, en boven schouderhoogte actief zijn. Verder is eiseres beperkt op trillingsbelasting aan haar linkerknie, is haar rechterarm licht beperkt en haar linkerknie fors beperkt. Zij mag rechts geen frequente krachtige schroefbewegingen maken en het lopen of staan moet geregeld worden afgewisseld met zitten.