Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 25 januari 2024 in de zaak tussen
[naam eiseres], uit [plaatsnaam], eiseres
de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de staatssecretaris
de Staat der Nederlanden (de minister van Justitie en Veiligheid).
Inleiding
Totstandkoming van de besluiten
Beoordeling door de rechtbank
.Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
eigenproduct. Anders dan eiseres dit uitlegt, onderschrijft de overweging in een eerdere uitspraak van de rechtbank dat de definitie van ‘reclame’ in artikel 1 van de Trw niet als eis stelt dat een eigen product of merk bij naam of met een ander onderscheidend kenmerk wordt genoemd, niet haar opvatting dat het bij reclame (altijd) moet gaan om bekendheid geven aan
eigenproducten. In die zaak ging het om een eigen product waarvan de merknaam in de advertentie niet werd genoemd. [7] Met de staatssecretaris is de rechtbank verder van oordeel dat de passage uit de wetsgeschiedenis waar eiseres zich in dit verband op beroept moet worden gelezen in de context van de detectiekans.
€ 40.500,-, respectievelijk € 42.750,-.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
drie boetes van € 40.500,- en een boete van € 42.750,-;