ECLI:NL:RBROT:2024:2038
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing compensatie transitievergoeding bij langdurige arbeidsongeschiktheid
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 15 maart 2024, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om compensatie voor de transitievergoeding van een ex-werknemer beoordeeld. Eiseres had de aanvraag ingediend na de afwijzing van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, die de aanvraag op 9 november 2022 had afgewezen omdat deze te laat was ingediend. De rechtbank oordeelt dat de aanvraag inderdaad te laat is ingediend, aangezien de termijn van zes maanden, zoals vastgelegd in de Regeling compensatie transitievergoeding, is overschreden. Eiseres had de transitievergoeding op 22 oktober 2021 volledig betaald, maar diende haar aanvraag pas op 15 december 2022 in. De rechtbank wijst erop dat de Regeling geen ruimte biedt voor afwijkingen van deze termijn en dat de afwijzing van de aanvraag door verweerder terecht was. Eiseres voerde aan dat de strikte toepassing van de termijn onredelijk was, maar de rechtbank oordeelt dat de omstandigheden die eiseres aanvoert niet voldoende zijn om de termijn buiten toepassing te laten. De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is en dat de aanvraag van eiseres terecht is afgewezen, zonder dat zij recht heeft op terugbetaling van griffierechten of vergoeding van proceskosten.