In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 29 januari 2024, wordt het beroep van eiser, een student die studiefinanciering ontvangt, tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een eenmalige energietoeslag beoordeeld. De aanvraag was door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam afgewezen op basis van gemeentelijk beleid dat studenten die studiefinanciering ontvangen uitsluit van de doelgroep voor de energietoeslag. Eiser heeft zijn beroep ingesteld na de afwijzing van zijn bezwaar, waarbij verweerder in afwijking van het advies van de Algemene Bezwaarschriftencommissie bij de afwijzing is gebleven.
De rechtbank heeft op 15 januari 2024 de zaak behandeld, waarbij eiser en de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. Eiser betoogde dat de uitsluiting van studenten in strijd is met het gelijkheidsbeginsel en niet legitiem, doelmatig en proportioneel is. De rechtbank oordeelt echter dat verweerder voldoende heeft onderbouwd dat studenten in een andere woonsituatie verkeren dan niet-studenten, wat het onderscheid rechtvaardigt. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de meervoudige kamer van de rechtbank die deze categoriale uitsluiting bevestigen.
De rechtbank concludeert dat het beroep ongegrond is, maar vanwege een motiveringsgebrek in het bestreden besluit, bepaalt zij dat verweerder het door eiser betaalde griffierecht moet vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Eiser kan binnen zes weken hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep.