“
Datum en tijdstip van de bevinding: 16 maart 2022, omstreeks 05:40 uur.
In het bedrijf aangesproken en gelegitimeerd aan: de heer […]; functie: chauffeur.
Tijdens de reguliere AM-keuring bevond Ik mij in de aanvoerstal van Exportslachterij J. Gosschalk en Zn. B.V. op de losbrug. Tijdens het lossen van de varkens van de vrachtwagen, met kentekens [kenteken] (voorwagen) en [kenteken] (aanhanger) (zie foto's 6 en 7) zag ik een varken gelost worden met een grote navelbreuk (zie foto 1). Het betrof een vleesvarken met het slachtbliknummer [nummer] (zie foto 2).
Ik onderzocht het varken en stelde met behulp van een rolmaat vast dat de navelbreuk een diameter had van 20 cm (zie foto's 3 en 4). Ik zag dat aan de onderzijde van de navelbreuk de huid gedeeltelijk verdwenen was en ik zag de onderliggende spierlaag, deels met mest bedekt, over een gebied van ongeveer 4 x 4 cm (zie foto 5). Ik stelde vast dat het een zweer was, aan de onderzijde van de navelbreuk. Een zweer is een ontsteking aan het lichaamsoppervlak waarbij necrotisch weefsel (pus) wordt uitgestoten.
Bij nader onderzoek van het wondgebied, zag ik dat de zweer niet vers was. Ik zag namelijk een demarcatiezone (verdikte rand die de scheiding vormt tussen gezond weefsel en aangetast weefsel, dat afgestoten wordt) aan de zweerranden (zie foto 5, pijltjes A) met duidelijk granulatie- en proliferatieweefsel (verdikking van de wondrand), wat betekent dat de zweer niet recent was ontstaan, maar het genezingsproces al was ingezet. In het centrum van het wondgebied zag ik ingekoekt vuil en mest en gele pusvorming (zie foto 5, bij pijltje B). Pus is een substantie van necrotisch weefsel dat bestaat uit dode lichaamscellen en dodebacteriën. Het duidt erop dat de wond geïnfecteerd was en in de beginfase van genezing zit, waarbij het necrotisch weefsel wordt uitgestoten door het lichaam.
Het wondgebied was bedekt met een korst van afgestorven weefsel met vuil. Op foto 5, pijltje C, is te zien dat de korst is losgekomen, te zien aan de losliggende randen van de korst en vers bloed op de korstranden.
Vanuit mijn deskundigheid als dierenarts concludeerde ik dat de navelbreuk met aan de onderzijde van de navelbreuk een zweer al minimaal 6 dagen aanwezig was, omdat zichtbare granulatie/proliferatie aan de randen van de zweer pas begint vanaf 6 dagen na verwonding (zie bijlage grafiek wondgenezing). Pusvorming start enkele dagen na infectie van een wondgebied. Volgens de afleveringsverklaring is het varken op 16 maart 2022 om 02:30 uur geladen bij het veehouderijbedrijf en vervoerd naar Exportslachterij J. Gosschalk en Zn. B.V. met een verwachte reistijd van 1:00 uur. Aangezien mijn controle op dezelfde dag plaatsvond om 05:40 uur, maak ik hieruit op dat de aandoening voor aanvang van het opladen bij het veehouderijbedrijf aanwezig was (zie bijlage afleveringsverklaring).
Gezien de grootte van de navelbreuk en het ontbreken van de huid op het laagste punt van de navelbreuk concludeer ik dat de persoon die namens het transportbedrijf de varkens had geladen, op de hoogte was van de ernst van de aandoening en dat het varken niet vervoerd had mogen worden. Doordat de huid ontbrak over een deel van de navelbreuk (plaats van de zweer) was er een zwakke plek ontstaan t.a.v. risico op perforatie naar de buikholte. Een zweer aan de onderzijde van de navelbreuk is pijnlijk, met name wanneer het varken in borstbuikligging ligt i.v.m. schuren over de vloer van bijvoorbeeld het transportmiddel.
De kans is groot dat de korsten op de zweer losscheuren, hetgeen ook het geval was bij dit varken en zoals ook te zien is op foto 5 bij pijltje C. Tijdens transport is de kans aanwezig dat een ander dier op de navelbreuk gaat staan of gaat wroeten aan de zweer, waardoor deze kan perforeren, en er een gat tot in de buikholte kan ontstaan.
De gegevens van de transporteur heb ik overgenomen van de transportvergunning type I, die de chauffeur mij heeft overhandigd (zie bijlage transportvergunning). De gegevens van de chauffeur heb ik overgenomen van het getuigschrift van vakbekwaamheid veetransport, die de chauffeur mij toonde. De gegevens van de transporteur zijn door het slachthuis bevestigd.
In de Praktische richtsnoeren voor het bepalen van de geschiktheid voor vervoer van varkens staat op blz. 26 vermeld dat varkens met een hernia (in dit geval een navelbreuk) groter dan 15 - 20 cm met zweren ongeschikt is voor vervoer, omdat het algemeen welzijn van het varken is aangetast (zie blz. 26 van de bijlage praktische richtsnoeren). Het varken met slachtbliknummer [nummer] had een navelbreuk van 20 cm met aan de onderkant van de navelbreuk een zweer; het varken had dan ook niet vervoerd mogen worden. Het welzijn van het varken was aangetast doordat de korst op de zweer aan de onderzijde van de navelbreuk was losgescheurd.
[…]
Ik bracht de heer […], chauffeur, van mijn bevindingen op de hoogte en zegde ter zake een rapport van bevindingen aan.
[…]
Ik bracht de mij bekende de heer […] chauffeur, van mijn bevindingen op de hoogte en deelde hem mede dat de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit naar aanleiding hiervan een bestuurlijke boete kan opleggen. Tevens zei ik hem, of de rechtspersoon die hij vertegenwoordigde, ingevolge het bepaalde in artikel 5:10a van de Algemene wet bestuursrecht, dat hij niet tot antwoorden verplicht was. Hierop verklaarde hij mij zoveel mogelijk weergegeven in zijn eigen woorden, het volgende:
"Ik had de varkens niet zelf geladen. Ik dacht dat het een klein breukje was
."’