ECLI:NL:RBROT:2024:10406
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Rechtstreeks beroep NOW-2 door een cluster van 12 B.V.’s met ongegronde beroepen
Op 23 oktober 2024 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin twaalf B.V.’s, gezamenlijk eiseressen, beroep hebben ingesteld tegen besluiten van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Deze besluiten betroffen de definitieve tegemoetkoming in de loonkosten op grond van de Tweede tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW-2). De eiseressen stelden dat de omzet van een bepaalde B.V. ten onrechte was meegenomen in de berekening van de omzetdaling, omdat deze B.V. nauwelijks activiteiten in Nederland zou hebben en geen SV-loon uitkeert. De rechtbank oordeelde dat de omzet van deze B.V. wel degelijk moest worden meegerekend, omdat het een Nederlandse rechtspersoon betreft. De rechtbank volgde de argumenten van de eiseressen niet en concludeerde dat de bestreden besluiten niet in strijd waren met de wet. De beroepen werden ongegrond verklaard, maar de rechtbank oordeelde dat het motiveringsgebrek in de primaire besluiten was hersteld in het aanvullend verweerschrift, waardoor de proceskosten voor de eiseressen moesten worden vergoed. De rechtbank stelde de proceskosten vast op € 2.625,- en bepaalde dat het griffierecht van € 365,- aan de eiseressen moest worden vergoed.