Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[gedaagde03],
[gedaagde04],
[gedaagde05],
1..Waar gaat de zaak over?
2..Het procesverloop
3..De vaststaande feiten
Ritco Company NV(hierna: Ritco).
finance-
achtergrondbij Barents Krans. Business Value en [gedaagde02] zijn maat in de maatschap Sman Business Value.
Belangrijkste concurrentie
4.5 Concurrenten
Ritco concurrentenlijst Aruba voor en na schadegebeurtenis.”
nieuwevestigingen heeft geopend (
onderstreping door de rechtbank);
Union Caribe:
appendix 10). Zij opende slechts 1 filiaal en wel in Palm Beach (Noord) in 2003. Echter dit Palm beach gebied is gelegen ver buiten de concurrentie zone van een Ritco kantoor. De dichtbijzijnste was kantoor Kerkstraat. (Zie de afstand tussen de twee kantoren op google maps
appendix 11en
KvK 12). Tevens is dit Union Caribe filial ook buiten de periode van 31 oktober 2003, het is pas op 22 januari 2004 bedrijfsvoerig inwerking geweest.”
sticky note” (een digitale plaknotitie) te plaatsen. Bij het doorklikken op de
sticky noteverschijnt de navolgende, door AC opgestelde tekst:
Concurrentie/Marktaandeelstaat in bijlage 1:
brutering van de wettelijke rente. Met betrekking tot de opmerkingen van AC over haar marktaandeel oordeelt het Gerecht:
“(…) Het gerecht realiseert zich dat de conclusies van de deskundigen zijn gebaseerd op beredeneerde aannames en dat de werkelijkheid anders geweest zou kunnen zijn. De stelling van American[rechtbank: AC]
geeft evenwel geen aanleiding de hier gehanteerde aanname te verruilen voor de meer optimistische van American.
4..De vordering en het verweer
5..De beoordeling
rechtsmacht
interregionaleaard.
bij de beantwoording van de vraag of hem in een geval van interregionale aard rechtsmacht toekomt, zoveel mogelijk aansluiting te zoeken bij de bevoegdheidsbepalingen die voor hem gelden op het terrein van het internationaal privaatrecht. In dit verband is van belang dat de rechter in het Rijk in Europa, mede gelet op de voorrang van verdragen en EU-verordeningen ten opzichte van het nationale recht (vgl. art. 1 Rv), is gehouden om eerst te onderzoeken of in een geval van interregionale aard overeenkomstige toepassing kan worden gegeven aan de in verdragen en EU-verordeningen neergelegde bevoegdheidsbepalingen. Slechts indien blijkt dat dergelijke verdragsrechtelijke of Unierechtelijke bevoegdheidsbepalingen ontbreken of zich niet voor overeenkomstige toepassing lenen, dient de rechter in het Rijk in Europa zijn rechtsmacht in een geval van interregionale aard te bepalen met overeenkomstige toepassing van de art. 1-14 Rv.”(ECLI:NL:HR:2014:1063).
vijf filialen van een concurrent bestonden al
nieuwefilialen had geopend in de periode dat de bedrijfsvoering van Ritco stil lag. Dat klopt niet. Die vijf filialen bestonden al en daarop had AC de deskundigen ook gewezen voordat het definitieve deskundigenrapport tot stand kwam. Door te miskennen dat de vijf filialen al bestonden is de schadevergoeding van AC te laag uitgevallen;
toepassing door deskundigen van een ondernemingsrisico (risico-opslag) in de disconteringsvoet bij het contant maken van toekomstige schade is blijkens rechtspraak ongeoorloofd
vijf filialen van een concurrent bestonden al
vóórde schadeveroorzakende gebeurtenis bestaande vestigingen van concurrent Union Caribe gaat. De rechtsvraag is of de deskundigen destijds, gelet op het verloop van de toenmalige procedure, hebben mogen rapporteren dat het om vijf nieuwe vestigingen ging.
nade schadeveroorzakende gebeurtenis bestaande vestigingen van concurrent Union Caribe die er voorafgaand aan de schadeveroorzakende gebeurtenis nog niet waren. Er bestond voor de deskundigen geen aanleiding om verder onderzoek te doen of aanvullende vragen te stellen, omdat zij op basis van de beschikbare informatie uit mochten gaan van het scenario waarin er vijf nieuwe vestigingen van Union Caribe sinds de schadeveroorzakende gebeurtenis waren geopend.
“3. Aantal vestigingen van concurrenten op Aruba en de ontwikkeling daarin in de periode van 1 Juni 2002 tot 31 Oktober 2003”.In reactie hierop heeft AC aan de deskundigen de e-mail van 6 juni 2016 gestuurd met de daarbij behorende bijlage (r.o. 3.9). In de lijst die als bijlage is opgenomen doet AC aan de deskundigen opgave van haar concurrenten in de periode vóór, en na, de schadeveroorzakende gebeurtenis. In deze lijst zijn de vijf gewraakte filialen van concurrent Union Caribe niet terug te vinden onder de kolom met reeds bestaande filialen, en - op 1 vestiging na - juist wel onder de kolom met nieuwe filialen. In tegenstelling tot hetgeen AC stelt hoefden de deskundigen zich niet te beperken tot het onderste deel van de lijst (het overzicht na de schadeveroorzakende gebeurtenis) omdat het informatieverzoek slechts hierop zag. Een redelijk handelend en redelijk bekwaam deskundige heeft de vrijheid om alle informatie die hij relevant acht en die hem ter beschikking wordt gesteld mee te nemen. Het is aan AC om de juiste informatie aan te leveren. Als zij ervoor kiest om meer informatie aan te leveren dan door de deskundigen om is verzocht dan dient zij ervoor te zorgen dat ook deze extra informatie juist is. De deskundigen mochten dan ook van deze lijst uitgaan en dat hebben zij ook gedaan. Niet in geschil is in dit kader dat zij het overzicht dat AC aan hen had gegeven, hebben verwerkt in bijlage 3 bij het (concept) deskundigenrapport.
sticky note(zie r.o. 3.11.3), met daarin haar eigen opmerking dat het (toch) om vóór de schadeveroorzakende gebeurtenis bestaande vestigingen ging. Ter zitting is weliswaar gebleken dat de deskundigen, naar zij erkenden, kennis hebben genomen van de tekst van de digitale
sticky note(welke tekst pas leesbaar wordt als daarop wordt doorgeklikt), maar de deskundigen hebben ter zitting verklaard dat die tekst hun geen aanleiding gaf voor een ander standpunt, omdat die door AC er zelf bij geplaatste opmerking inconsistent was met de verkregen informatie uit het Handelsregister en het eerder (onder r.o. 3.9 opgenomen) door AC overgelegde overzicht. De rechtbank kan deskundigen in deze beslissing volgen. De eigenhandig geschreven notitie van AC is geen informatie die afkomstig is uit een objectieve bron. De informatie uit het Handelsregister is wel afkomstig uit een objectieve bron. Bovendien spoorde de inhoud van de
sticky noteniet met de informatie die de deskundigen op 6 juni 2016 van AC hadden ontvangen. De deskundigen hebben er daarnaast op gewezen, dat AC pas op het laatste moment waarop zij de deskundigen nog van informatie kon voorzien, met een (nieuwe) opmerking over de Union Caribe vestigingen is gekomen, die dus niet wordt ondersteund door andere door haar overgelegde informatie. Op de deskundigen rustte in de gegeven omstandigheden geen (verdergaande) onderzoeksplicht. AC heeft zoals blijkt uit het voorgaande ruim de mogelijkheid gehad om haar standpunt kenbaar te maken, en te onderbouwen, tegenover de deskundigen. AC is bij aanvang van het onderzoek specifiek gevraagd om opgave te doen van de belangrijkste concurrenten van AC/ Ritco in de periode 1999 – 2002. De deskundigen hebben daarna een hoorzitting met partijen georganiseerd. AC heeft voorts schriftelijk kunnen reageren op het concept-deskundigenrapport. Het was aan AC, dat in de desbetreffende procedure werd bijgestaan door een advocaat èn door het bedrijf Talanton - dat is gespecialiseerd in bedrijfswaarderingen - om haar standpunt tijdig, voldoende duidelijk en goed onderbouwd naar voren te brengen tegenover de deskundigen. Daaraan heeft zij niet voldaan.
sticky noteen de inhoud daarvan. Deze stelling faalt. Het is primair aan AC, die de stelplicht en bewijslast heeft, om aandacht te vragen voor haar eigen
sticky noteen de inhoud daarvan. Noch in de dagvaarding noch in haar aktes heeft AC iets aangevoerd over deze
sticky note. Pas ter zitting heeft AC de betreffende
sticky noteen de informatie daarin onder de aandacht gebracht van de deskundigen en de rechtbank. Gelet op het voorgaande treft het verwijt dat AC de deskundigen maakt geen doel.
toepassing door deskundigen van een ondernemingsrisico (risico-opslag) in de disconteringsvoet bij het contant maken van toekomstige schade is blijkens rechtspraak ongeoorloofd
- de schadevergoeding kan daarbij neerwaarts worden bijgesteld vanwege het nog te lopen ‘ondernemersrisico’, als aannemelijk is dat de schadelijdende ondernemer in de toekomst nog met enige tegenslag te kampen zal krijgen. Door die tegenslag maakt de ondernemer in de toekomst minder winst/meer verlies. En dat drukt de schadevergoeding;
- een deskundige die de toekomstige schade kapitaliseert op een peildatum, mag niettemin rekening houden met ontwikkelingen en gebeurtenissen die zich pas hebben voorgedaan na de peildatum, de zogeheten
- de peildatum lag in een zeer ver verleden (1976), terwijl de uitspraak van het Hof dateert van 2017;
- de deskundigen in die zaak hebben, toen zij hun rapport opstelden, dus met zeer véél ‘toekomstige’ ontwikkelingen en gebeurtenissen, gerekend vanaf 1976, rekening kunnen houden. En dat was ook wat zij gedaan hebben: de deskundigen hadden die ontwikkelingen en gebeurtenissen verwerkt in hun rapport;
- de toekomstige onzekerheid waarop toepassing van een opslag wegens ondernemersrisico is gebaseerd, was dus niet langer aanwezig. Die waren al in kaart gebracht. En dan is toepassing van een opslag wegens een ondernemingsrisico volgens het gerechtshof niet langer terecht, want dat zou dubbelop zijn geweest.
in die zaakde toepassing van een ondernemingsrisico ongeoorloofd was. Dat oordeel berust echter in sterke mate op de specifieke omstandigheden van dat geval. Met genoemd oordeel is niet gezegd dat toepassing van een ondernemingsrisico
onder alle omstandighedenongeoorloofd is.
geen blijk geeft van onjuiste rechtsopvatting(ECLI:NL:HR:2019:1291)
.Die bewoordingen wijzen er op dat, naar het oordeel van de Hoge Raad, het gerechtshof in de gegeven omstandigheden op die wijze
mochtbeslissen. Uit de door de Hoge Raad gekozen bewoordingen volgt dat denkbaar was dat het gerechtshof anders had beslist. Dat past ook goed binnen het wettelijk systeem, dat de rechter veel vrijheid geeft bij het begroten van de schade. De Hoge Raad wijst daar ook op in zijn arrest: “
Volgens art. 6:97 BW begroot de rechter schade op de wijze die het meest met de aard ervan in overeenstemming is.”