Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[eiser01] ,
[eiser02],
1..De procedure
- de dagvaarding van 12 oktober 2022, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de oproepingsbrief van deze rechtbank van 3 februari 2023;
- de brief van deze rechtbank van 31 maart 2023 met een zittingsagenda;
- het B-formulier van 4 mei 2023 namens [gedaagde01] , met een aanvullende productie;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 10 mei 2023;
- de spreekaantekeningen van mr. Verbart;
- de spreekaantekeningen van mr. Bosman;
- de brief van mr. Bosman van 27 juni 2023 naar aanleiding van het proces-verbaal van de mondelinge behandeling.
2..De feiten
3..Het geschil
- Artikel 21 van de koopovereenkomst staat om meerdere redenen aan aansprakelijkheid van [eisers01] in de weg. Ten eerste omdat dat artikel een derdenbeding is ten gunste van [gedaagde01] , inhoudende dat [gedaagde01] niet aansprakelijk is voor verschillen in maatvoering. Ten tweede omdat [eisers01] door in te stemmen met dat beding afstand hebben gedaan van hun recht om schadevergoeding te vorderen, dan wel op dat recht geen beroep meer kunnen doen. Ten derde omdat [eisers01] er gelet op de inhoud van dat beding niet op mochten vertrouwen dat de opgegeven woonoppervlakte de daadwerkelijke oppervlakte nauwkeurig weergaf en zij de woning dus zelf hadden moeten nameten.
- Zowel de verkoopbrochure als de advertentie op Funda bevatte een exoneratie ten behoeve van [gedaagde01] .
- [eisers01] hebben geen schade geleden. Voor zover zij al schade hebben geleden, hanteren [eisers01] een onjuiste schadebegroting. De schade van [eisers01] kan maximaal € 11.500,00 bedragen: het verschil tussen de koopprijs en de marktwaarde.
- Het causaal verband tussen de onjuiste vermelding van de oppervlakte van [gedaagde01] en de beweerdelijke schade van [eisers01] ontbreekt.
- Een eventueel schadebedrag moet worden verminderd vanwege de eigen schuld van [eisers01] Zij hebben namelijk nagelaten de oppervlakten zelf na te meten.
4..De beoordeling
Samenvatting
nietop mochten vertrouwen dat de opgegeven oppervlakte juist was. [1]
welvan de juistheid van de opgegeven oppervlakten mochten uitgaan. Nu [eisers01] van de juistheid van de oppervlakten mochten uitgaan, kan hun ook niet worden tegengeworpen dat zij de oppervlakten niet hebben nagemeten.
nietover artikel 21, dat partijen (impliciet) over artikel 21 hebben onderhandeld. De rechtbank volgt [gedaagde01] daarin niet. Voor onderhandelen is namelijk meer nodig dan het
nietstellen van vragen.
tuchtrechtelijketoelaatbaarheid van het opnemen van een exoneratiebeding kan oordelen, niet over de
civielrechtelijketoelaatbaarheid. Dat oordeel is voorbehouden aan de civiele rechter. [9]
doorslaggevendebetekenis was, zoals [gedaagde01] heeft aangevoerd, is niet relevant. Dat gegeven speelt hooguit een rol bij de vaststelling van de
omvangvan de schade (zie hierna r.o. 4.21), niet bij de beantwoording van de vraag
of[eisers01] schade hebben geleden. Ervan uitgaande dat [eisers01] in de hypothetische situatie een lager bod hadden uitgebracht, staat vast dat zij schade hebben geleden.
enigecriterium was dat bij de totstandkoming van hun bod een rol speelde. Dat dat het geval was, heeft [gedaagde01] gemotiveerd betwist. Uit de e-mail van [eisers01] van 25 oktober 2021 blijkt dat meer criteria een rol speelden bij hun bieding, zoals de rustige wijk, de voorzieningen van [plaats01] , het feit dat de woning goed aanvoelde en de gunstige ligging van de tuin. Daarnaast hebben [eisers01] ter zitting verklaard dat zij de woning graag wilden hebben, wat ook blijkt uit het feit dat zij de vraagprijs met € 46.000,00 hebben overboden. De rechtbank zal de schade daarom niet vaststellen op € 24.000,00. [12]
1.532,00(2 punten × tarief € 766,00)