In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 19 mei 2023, wordt het beroep van eiseres tegen een boete van € 2.500,- beoordeeld. De boete werd opgelegd door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit wegens een overtreding van de Wet dieren. De toezichthouder van de NVWA constateerde op 22 juli 2020 dat een kalverkarkas zichtbaar was bezoedeld met mest tijdens een controle na de PM-keuring en vlak voor de stempaar. Eiseres betwistte de overtreding en voerde aan dat er geen verontreiniging had mogen zijn op het moment van controle, omdat er na de controleplek nog mogelijkheden waren voor het opknappen van karkassen. De rechtbank oordeelde dat de toezichthouder terecht de overtreding had vastgesteld, omdat de controle op de CCP1-plek plaatsvond na de PM-keuring, waar aan de hygiënevoorschriften voldaan moest zijn. Eiseres kon niet aantonen dat er een vaste controleplek was na de CCP1-plek waar alle karkassen op bezoedeling gecontroleerd werden. De rechtbank concludeerde dat de boete terecht was opgelegd en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van naleving van hygiënevoorschriften in de slachtprocessen en de rol van toezichthouders in het handhaven van deze regels.