Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 3 april 2023 in de zaak tussen
[naam eiseres] , uit [plaats] , eiseres
de heffingsambtenaar van de gemeente Rotterdam (verweerder)
Inleiding
[persoon A] , kostenexpert bij de gemeente Rotterdam.
Beoordeling door de rechtbank
"Het vervangen van de raamkozijnen, het maken van een uitbouw aan de achterzijde en interne constructieve wijzigingen”
Onder bouwkosten wordt in dit hoofdstuk verstaan deaannemingssom(exclusief omzetbelasting) als bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme administratieve voorwaarden voor uitvoering van werken 1989 (UAV 1989), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten (exclusief omzetbelasting) als bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd(onderstreping door de rechtbank). In de situatie waarover de rechtbank Gelderland en de Hoge Raad zich hebben uitgelaten was de aanneemsom leidend, maar dat is in deze zaak niet het geval.
.
€ 23.058,84 heeft betaald, moet verweerder een bedrag van € 12.557,14 terugbetalen.
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- stelt de legesaanslag vast op een bedrag van € 10.501,70, gebaseerd op een heffingsgrondslag van € 575.427,-;
- wijst het verzoek om vergoeding van de wettelijke rente af;
- bepaalt dat verweerder aan eiseres het betaalde griffierecht van € 50,- vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 1.970,-.