Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de startverklaring ex artikel 370 lid 3 Fw, gedeponeerd op 2 januari 2023;
- de beschikking van de rechtbank van 3 januari 2023, tijdelijke voorziening afkoelingsperiode;
- de beschikking van de rechtbank van 18 januari 2023, aanstellen observator;
- de beschikking van de rechtbank van 31 januari 2023, afkondiging afkoelingsperiode en gedeeltelijke opheffing afkoelingsperiode;
- de beschikking van de rechtbank van 2 februari 2023, vaststellen budget observator;
- het verzoekschrift van 13 februari 2023 van [verzoekster] ex artikel 383 lid 1 Fw tot homologatie van het akkoord, met daarbij onder andere het stemverslag;
- de beschikking van de rechtbank van 15 februari 2023, dagbepaling zitting homologatie;
- de zienswijze van 20 februari 2023 van de consenting lenders;
- de akte aanvullende productie van 21 februari 2023 van [verzoekster] ;
- de zienswijze van 21 februari 2023 van de observator;
- het verzoekschrift van Rabobank van 22 februari 2023 ex artikel 383 lid 8 Fw tot afwijzing van het homologatieverzoek;
- de akte aanvullende producties van 22 februari 2023 van [verzoekster] ;
- de spreekaantekeningen zijdens [verzoekster] van 23 februari 2023;
- de spreekaantekeningen zijdens Rabobank van 23 februari 2023;
- de spreekaantekeningen zijdens de consenting lenders van 23 februari 2023.
[verzoekster]):
A&M);
Rabobank):
ABN AMRO), Commerzbank Aktiengesellschaft, DBS Bank Limited, Deutsche Bank AG, ING Bank N.V. en Liberty Mutual Insurance Europe SE (hierna tezamen ook: de
consenting lenders):
HAL), als toehoorder:
2.De feiten
Nationale Borg), Rabobank, Lloyds Bank plc en National Westminster Bank plc (hierna tezamen ook:
de Secured Lenders) hebben financiering verstrekt aan [verzoekster] . Samengevat en voor zover thans van belang komt het erop neer dat uit hoofde van een
Senior Facilities Agreement(hierna:
SFA) een
Revolving Facilitybeschikbaar is gesteld alsmede
Bank guarantee facilities. De
Bank guarantee facilitiesvallen uiteen in een
Covered Bank guarantee facilityen een
Uncovered Bank guarantee facility. De totale
committed facilityis € 950 miljoen. Een deel daarvan is thans getrokken uit hoofde van de
Revolving Facility. Onderdeel hiervan is de zogenaamde
Amazon First Incremental Covered Project Facilityvan € 28 miljoen (hierna:
de Amazon lening), een
Export Credit Agency(hierna:
ECA)
covered term loan. Voorts is uit hoofde van de
Bank guarantee facilitieseen bedrag aan garanties gesteld.
- een
- een
- een
- een
- een
- de Amazon lening.
de Counterparties; de Hedge Counterparties en Secured Lenders worden hierna gezamenlijk ook wel aangeduid als
Secured Creditors).
3.Het akkoord en de stemming
Cut-Off Dateis 31 januari 2023. [dochtervennootschap] (hierna:
[dochtervennootschap]), een dochtervennootschap van [verzoekster] , wordt verkocht aan HAL. Met de verkoopopbrengst wordt een deel van de uitstaande bedragen onder de
Revolving Facilityvervroegd afgelost, een deel (€ 15 miljoen) wordt gebruikt als
cash collateralen het restant wordt gebruikt ter versterking van de liquiditeitspositie van [verzoekster] . De
committed facilitywordt teruggebracht van € 950 miljoen naar € 503 miljoen, waarbij de volgende faciliteiten beschikbaar worden gesteld:
- een
- een
- een
- een
- een
- ECA covered Term Facility; dit is de verlenging van de Amazon lening (hierna:
VI).
Bank guarantee facilitieskomt het erop neer dat waar voorheen sprake was van een
Covered Bank Guarantee Facilityen een
Uncovered Bank Guarantee Facility, deze worden gesplitst als volgt:
- De huidige
- De huidige
hedging liabilities(in verband met de onder 2.3. genoemde derivatenovereenkomsten), die [verzoekster] heeft berekend op € 72.500 (
net mark-to-market valueop de
Cut-Off Date) (hierna:
VII). Betrokken Hedge Counterparties zijn ABN AMRO, Deutsche Bank AG en Rabobank.
- De Staat der Nederlanden, handelend via Atradius, verstrekt voor 80% zekerheid op I, voor 90-95% op II, voor 37,5% op III en voor 80% op VI;
- Een 100% top garantie op voornoemde zekerheid van HAL, voor het deel dat niet door de Staat wordt gedekt en met een maximum van € 150 miljoen;
- Een GO voor IV, tot 50%.
Intercreditor Agreement(hierna:
IA) en de diverse (met individuele Secured Creditors) gesloten
Ancilliary Facility Agreements. Wijziging van een groot deel van de SFA en de IA is mogelijk met instemming van een twee derde meerderheid van de Secured Creditors. Voor een aantal wijzigingen is echter instemming van alle Secured Creditors noodzakelijk. Het betreft de volgende wijzigingen:
- Verkoop [dochtervennootschap]
- Wijziging contractuele rangorde bij gedeeltelijke voldoening en bij uitwinning van zekerheden (waterval). Het gaat hierbij om:
Uncovered Bank Guarantee Facilityen de
hedging liabilities);
Top-Up Guarantee Provider;
Covered Bank Guarantee Facility liabilities, in die zin dat deze gelijk worden gesteld aan de Amazon lening en de
General Incremental Covered Project Facility;
Covered Bank Guarantee Facilityen
Uncovered Bank Guarantee Facilityworden gesplitst (zie hiervoor) en GO-cover kan worden aangevraagd;
Revolving Standby Facility;
Uncovered Bank Guarantee Facilityen Hedge Counterparties onder de
Hedging Agreements;
Uncovered Bank Guarantee Facility;
Revolving General Facility;
General Incremental Covered Project Facility;
Covered Bank Guarantee Facility.
4.De beoordeling
Rechtsmacht en besloten procedure
hedging liabilitiesbetoogd dat [verzoekster] in het homologatieverzoek niet-ontvankelijk is, omdat krachtens artikel 369 lid 4 Fw de WHOA niet van toepassing is op financiëlezekerheidsovereenkomsten (hierna:
FZO). De rechtbank volgt Rabobank daarin niet. Zoals [verzoekster] terecht naar voren heeft gebracht wordt onder het akkoord niet een FZO geherstructureerd. De
hedging liabilitieszoals deze voortvloeien uit de derivatenovereenkomsten als zodanig worden niet gewijzigd. Wat wordt gewijzigd is de positie van de Hedge Counterparties onder de IC en de SFA, in verband met de aanpassing van de contractuele rangorde bij gedeeltelijke voldoening en uitwinning. Om dezelfde reden gaat de rechtbank niet in op de stelling van Rabobank dat niet [verzoekster] , maar [vennootschap] de contractspartij is bij de derivatenovereenkomsten en de WHOA (anders dan over de band van artikel 372 Fw) niet voorziet in wijziging van rechten van anderen dan de schuldenaar. Ook met die stelling gaat Rabobank eraan voorbij dat niet de derivatenovereenkomsten worden gewijzigd, maar de positie van de Hedge Counterparties onder de IC en de SFA (onder welke overeenkomst [verzoekster] met of naast [vennootschap] aansprakelijk is voor de betreffende schuld).
committed facilitywordt teruggebracht van € 950 miljoen naar € 503 miljoen. Belangrijk onderwerp van debat tussen partijen is of via de WHOA een schuldeiser kan worden gedwongen het werkkapitaal van de onderneming te blijven financieren. Gezien het belang van dit onderwerp voor de verdere beoordeling zal de rechtbank deze vraag als eerste behandelen.
commitments. Die verlaging is mogelijk op grond van de bestaande overeenkomsten. Hoewel daaruit een toekomstige betalingsverplichting voortvloeit voor (en daarmee een nieuwe schuld ontstaat van [verzoekster] aan) de Secured Lenders, is die verplichting (en het daar tegenover staande recht van [verzoekster] ) als zodanig een (op basis van de SFA) bestaande verplichting en niet een nieuwe, via het akkoord opgelegde, verplichting. Het akkoord maakt slechts mogelijk dat [verzoekster] van die financiering weer gebruik kan maken, omdat de bestaande tekortkoming (zie onder 4.11.) wordt opgeheven. Hieraan doet niet af dat de SFA en de IA worden gewijzigd. Die wijziging is immers niet van dien aard dat de voorwaarden waaronder de Secured Lenders in de toekomst financiering moeten verstrekken veranderen. De bestaande verplichting van de Secured Lenders wordt met andere woorden niet gewijzigd, behalve dan dat deze wordt teruggebracht.
zodrade cliënt dat wilsrecht uitoefent.
business case. Het verleden heeft laten zien dat orders die [verzoekster] verwachtte binnen te halen niet zijn gekregen en dat projecten niet en/of niet binnen het budget werden afgebouwd. Volgens Rabobank is er geen aanleiding te veronderstellen dat [verzoekster] na de herstructurering wel winstgevend zal kunnen opereren. Daarbij is bovendien van belang dat met de verkoop van [dochtervennootschap] de meest winstgevende divisie verdwijnt en er een onvoldoende liquiditeitsbuffer is.
Uncovered Bank Guarantee Facilityen de Hedge Counterparties onder de
Hedging Agreements) onder het akkoord ongelijke rechten krijgen. Want (i) de Secured Lenders onder de
Uncovered Bank Guarantee Facilitykunnen deels aanspraak maken op GO financiering en (ii) bovendien wordt een deel van het onder deze faciliteit thans uitstaande bedrag ondergebracht in de
ECA covered Bank guarantee facility(met zekerheid vanuit de Staat, zie onder 3.2.). Die voordelen hebben de Hedge Counterparties niet. Bovendien zijn volgens Rabobank ook de rechten bij vereffening in faillissement niet vergelijkbaar, omdat de Hedge Counterparties de mogelijkheid hebben tot
close-out nettingen de Secured Lenders onder de
Uncovered Bank Guarantee Facilitydie mogelijkheid niet hebben. Volgens Rabobank is sprake van vorderingen van zeer verschillende aard en is het een strategische keuze geweest van [verzoekster] om de beide groepen schuldeisers in één en dezelfde klasse onder te brengen, namelijk om te voorkomen dat door een tegenstem van Rabobank een tegenstemmende klasse zou ontstaan (die een beroep zou kunnen doen op artikel 384 lid 4 Fw).
Uncovered Bank Guarantee Facilityen de Hedge Counterparties in dezelfde klasse ingedeeld omdat zij onder de (huidige) IC eenzelfde verhaalspositie hebben en, anders dan de Secured Creditors onder faciliteiten met een gelijke rang, niet worden afgelost en evenmin aanspraak kunnen maken op de (aanvullende) zekerheden (zie onder 3.2.). (Mede) om die reden is de waterval aangepast, waardoor zij (onder andere) als eerste aanspraak kunnen maken op de
cash collateralvan € 15 miljoen (zie onder 3.2.). Waar Rabobank stelt dat de Secured Lenders onder de
Uncovered Bank Guarantee Facilitydeels aanspraak kunnen maken op GO financiering en de Hedge Counterparties niet en om die reden van een onvergelijkbare positie sprake is gaat de rechtbank hieraan voorbij. Faciliteit II (zie onder 3.2.) geeft de Secured Lender niet de optie om (in de toekomst) de garantie wel of niet te stellen – er is hooguit de optie wel of geen GO financiering aan te vragen. Ten aanzien van toekomstige
hedging liabilitieshebben de Hedge Counterparties die keuzevrijheid wel degelijk en aannemelijk is dat, zoals [verzoekster] ook naar voren heeft gebracht, Rabobank op (korte) termijn zal defungeren als Hedge Counterparty. Dat een deel van het huidige uitstaande saldo onder de
Uncovered Bank Guarantee Facilitywordt ondergebracht in de
ECA covered Bank guarantee facilityheeft evenmin tot gevolg dat van een vergelijkbare positie onder het akkoord geen sprake is. Dat leidt er immers niet toe dat de rechten die de Secured Lenders voor het overblijvende deel krijgen aangeboden (om de hiervoor besproken reden) zodanig verschillen van die van de Hedge Counterparties dat zij in een andere klasse hadden moeten worden ingedeeld – nog afgezien van het feit dat het deels onderbrengen van deze faciliteit in de
ECA covered Bank guarantee facilityin het voordeel is van Rabobank (en mogelijk is onder de huidige financieringsdocumentatie). Waar Rabobank ten slotte stelt dat de rechten bij vereffening in faillissement onvergelijkbaar zijn heeft zij dat onvoldoende toegelicht. Het gaat bij deze toets immers om vereffening in het faillissement van [verzoekster] , en niet in het faillissement van [vennootschap] (vgl. onder 4.2.); Rabobank zal in het faillissement van [verzoekster] het (dan) verschuldigde saldo – waarvoor [verzoekster] (mede) aansprakelijk is – kunnen verhalen op het vermogen van [verzoekster] . De rechtbank is al met al van oordeel dat ofschoon juist is dat het gaat om vorderingen van andere aard, de verschillen gelet op het voorgaande niet dusdanig zijn dat van een vergelijkbare positie geen sprake is.
net mark-to-marketwaarde. Zoals de observator terecht naar voren heeft gebracht ligt het bij een overeenkomst als de onderhavige voor de hand dat, gegeven de wisselende posities, een peildatum wordt gekozen. Daarbij is een belangrijk verschil tussen de
hedging liabilitiesen de beschikbaar te stellen faciliteiten dat de Secured Lenders bij ter beschikking gestelde faciliteiten geen keuzerecht hebben en bij de derivatenovereenkomsten wel (vgl. hiervoor onder 4.18.). Waar ten aanzien van de Secured Lenders voor de stemverhoudingen dus terecht is aangesloten bij de hoogte van de
commitments, ligt gezien voornoemde vrijheid voor de Hedge Counterparties voor de hand dat is aangesloten bij de
net mark-to-marketwaarde.
mark to market valueis gehanteerd; volgens Rabobank had deze € 121.114,04 moeten zijn en is onvoldoende duidelijk gemaakt voor welk bedrag elk van de Hedge Counterparties is meegenomen, omdat [verzoekster] alleen het saldo noemt. Dat laatste is juist. Ter zitting heeft [verzoekster] in dat verband verwezen naar Annex 10 bij het akkoord maar ook daaruit valt, zonder nadere toelichting, niet zonder meer af te leiden voor welk bedrag de
hedging liabilitieszijn opgenomen – aldaar is opgenomen het (totaal) saldo van de
commitmentonder de
Uncoverd Bank Gurarantee Facilityen van de
outstanding hedging facilities on an uncommitted basis. Ter zitting heeft [verzoekster] toegelicht dat Rabobank als Hedge Counterparty is toegelaten tot de stemming voor € 123.824,30 en dat het (relatief minimale) verschil met het door Rabobank genoemde bedrag kan worden verklaard door intra-dag-schommelingen in de wisselkoers op de Cut-Off Date. Dat is door Rabobank niet weersproken.
mark to market valuetot de stemming was toegelaten, dit niet tot een andere stemuitslag zou hebben geleid.
onmiddellijk noodzakelijkis voor de uitvoering van het akkoord. Voor bescherming van nieuwe financiering is voldoende dat deze
noodzakelijkis voor de uitvoering van het akkoord. Er is dus (zie MvT, p. 96) een directer verband vereist tussen de transactie en de uitvoering van het akkoord dan het geval is bij nieuwe financiering. [2]
uitvoeringvan het akkoord. Aldus wordt ook buiten twijfel gesteld dat voor zover na homologatie de opbrengst op andere wijze wordt besteed voornoemde bescherming daarop niet van toepassing is. Uitvoering van het akkoord moet worden onderscheiden van de voortzetting van de onderneming na het akkoord. De verkoopopbrengst van [dochtervennootschap] zal volgens het akkoord niet alleen worden gebruikt voor een betaling aan de schuldeisers en voor de
cash collateral(uitvoering van het akkoord), maar ook ter versterking van de liquiditeitspositie van [verzoekster] (voortzetting van de onderneming na het akkoord). In een geval als het onderhavige, waarbij een transactie in wezen voorziet in financiering van zowel de (onmiddellijke) uitvoering van het akkoord als de voortzetting van de onderneming, is er geen reden om het noodzaak-criterium strenger te toetsen dan in het geval de financiering wordt betrokken door een verschaffer van vreemd vermogen. Voldoende is derhalve dat (redelijkerwijs aannemelijk is dat) de middels de transactie verkregen gelden noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het akkoord. Dat is hier het geval.
commitmentsniet via de WHOA kunnen worden aangepast.
Covered Bank Guarantee Facility liabilitieswordt gelijk gesteld aan de Amazon lening en de
General Incremental Covered Project Facility. Verder wordt HAL ingevoegd als
Top-Up Guarantee Provider. De reden waarom voorrang wordt gegeven aan de bestaande posities van de Uncovered BG & Hedging class en de rang van de huidige
Covered Bank Guarantee Facility liabilitieswordt gelijk gesteld aan die van de Amazon lening en de
General Incremental Covered Project Facilityis aan de orde gekomen onder 4.18. Ten aanzien van de positie van HAL heeft [verzoekster] ter zitting toegelicht dat HAL voor de garantie die zij verstrekt (ten behoeve van en tot meerdere zekerheid voor de Secured Creditors) geen (rechtstreekse) fee ontvangt, maar wel haar risico wil zien afgedekt voor het geval zij moet uitbetalen onder de verstrekte garantie. Dat gaat door middel van een fee waarop HAL (jegens [verzoekster] ) (alleen) aanspraak kan maken zodra een uitkering onder de garantie plaatsvindt. De fee kan dus niet los gezien worden van de garantie die HAL verstrekt – waarbij van belang is dat ook de Staat voor de door hem (via Atradius) verstrekte garantie een fee ontvangt, maar dan op het moment van het verstrekken van de garantie (ECA) – en van het feit dat deze vordering alleen ontstaat als het tot een uitkering onder de garantie komt. Bovendien heeft HAL toegezegd bedragen die zij uit hoofde van de fee ontvangt te (her)investeren in [verzoekster] , uitgezonderd in de situatie dat sprake is van een dreigend faillissement. De Secured Creditors ondervinden geen nadeel van de wijziging van de rangorde. Anders dan Rabobank heeft betoogd is een contractuele wijziging van de rangorde mogelijk onder de WHOA en kan dit op de voet van artikel 370 lid 1 Fw, zie onder 4.9. De vergelijking met de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 15 december 2022 gaat niet op. Daar ging het om een beoogde nieuwe financier die in het kader van het akkoord een eerste pandrecht wilde krijgen op vorderingen, waartoe noodzakelijk was dat de bestaande twee pandhouders een lager gerangschikt pandrecht zouden krijgen. Het ging daarbij dus om een goederenrechtelijke aanpassing van de rangorde, wat niet kan worden afgedwongen via de WHOA.
best interest of creditorstest alleen rekening worden gehouden met garanties die deel uitmaken van het akkoord.
best interest of creditorstest. In de uitspraak van de rechtbank Limburg ging het om de spiegelbeeldige situatie, namelijk om de vraag of aanspraken op derden die ontstaan door het faillissement van de schuldenaar meetellen bij de beoordeling van de positie van de schuldeiser in faillissement in het kader van de
best interest of creditorstest. De rechtbank oordeelde van niet, omdat het bij die test gaat om de (eerlijke verdeling van de) waarde in faillissement waar de gezamenlijkheid van schuldeisers en aandeelhouders aanspraak op heeft. Hier gaat het om de waarde waarop Rabobank overeenkomstig het akkoord aanspraak kan maken, inclusief door derden verstrekte of te verstrekken garanties. Daarbij is de gezamenlijkheid van schuldeisers niet aan de orde.