Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De verdere procedure
- de beschikking van 20 juli 2021;
- het deskundigenbericht met bijlagen 1 t/m 9 en in een afzonderlijke map de bijlagen
- de reactie op het deskundigenrapport met bijlage van de vrouw van 14 februari 2022;
- het bericht met bijlagen van de vrouw van 17 februari 2022;
- de reactie op het deskundigenbericht van de man van 14 maart 2022;
- het bericht houdende wijziging en aanvulling van zijn verzoeken met bijlagen van de man van 3 oktober 2022;
- het bericht houdende een aanvulling van haar verzoek met bijlagen van de vrouw van 11 oktober 2022;
- het bericht met bijlagen van de man van 12 oktober 2022.
- de man met zijn advocaat;
- de vrouw met haar advocaat.
2..De verzoeken
a)ten aanzien van de verkoopopbrengst van de echtelijke woning
a)ten aanzien van de hypotheeklasten
ten aanzien van de verkoopopbrengst van de echtelijke woning
i)ten aanzien van de kosten van het deskundigenonderzoek
3..De verdere beoordeling
€ 291.353,83 (€ 306.353,83 minus € 15.000,-) dient te worden aangewend ten behoeve van de aflossing van de lening bij [naam bedrijf 1] en dat de hierna resterende schuld aan [naam bedrijf 1] door partijen bij helfte dient te worden gedragen en dat in zoverre de vorderingen (de rechtbank leest: de verzoeken) van de man voor toewijzing gereed liggen. Daarbij is overwogen dat de verzochte wettelijke rente bij gebrek aan een juridische grondslag voor afwijzing gereed ligt.
- I) de afwikkeling van het niet uitgevoerd periodiek verrekenbeding op grond waarvan partijen gehouden zijn over te gaan tot verrekening van het aanwezige vermogen per de peildatum;
- II) de financiële afwikkeling van kosten die de ene partij voor de andere partij stelt te hebben voldaan.
Het verrekenbeding
- de man aan de vrouw het bedrag van € 59.023,08 (€ 15.900,- + € 43.123,08 verschuldigd is (zie r.o. 3.7. en 3.25.)
- de vrouw aan de man het bedrag van € 25.023,18 verschuldigd is (zie r.o. 3.12.).