ECLI:NL:RBROT:2023:1755

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 maart 2023
Publicatiedatum
2 maart 2023
Zaaknummer
10194877
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid kantonrechter en nietigheid besluiten VvE met betrekking tot onderhoud dakkapellen en gevels

In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, uitgesproken op 1 maart 2023, is de bevoegdheid van de kantonrechter aan de orde in een geschil tussen bewoners van een appartementencomplex en de Vereniging van Eigenaars (VvE) over de verantwoordelijkheid voor het onderhoud van dakkapellen en gevels. De bewoners, vertegenwoordigd door mr. B.J. Agteresch, hebben verzocht om de nietigheid van besluiten die tijdens een VvE-vergadering op 17 oktober 2022 zijn genomen. Deze besluiten betroffen de verantwoordelijkheid voor het onderhoud van dakkapellen en asbesthoudende delen van de gevels, die volgens de bewoners onder de verantwoordelijkheid van de VvE zouden moeten vallen.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de besluiten van de VvE nietig zijn, omdat zij in strijd zijn met de splitsingsakte. De splitsingsakte bepaalt dat de VvE verantwoordelijk is voor het onderhoud van gemeenschappelijke gedeelten, waaronder de buitenkant van de dakkapellen en de gevels. De rechter heeft vastgesteld dat de dakkapellen en de asbesthoudende delen van de gevels niet uitsluitend dienstbaar zijn aan de woningen, maar ook aan de winkels in het complex. Hierdoor is de VvE verantwoordelijk voor het onderhoud van deze gedeelten.

De kantonrechter heeft de VvE veroordeeld in de proceskosten van de bewoners, die zijn vastgesteld op € 614,-. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de VvE onmiddellijk aan de uitspraak moet voldoen, ook al kan er nog hoger beroep worden ingesteld. Deze uitspraak benadrukt de belangrijke rol van de splitsingsakte in de rechtsverhouding tussen appartementseigenaren en de VvE, en de noodzaak voor VvE's om besluiten zorgvuldig te nemen in overeenstemming met de akte.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10194877 VZ VERZ 22-13912
datum uitspraak: 1 maart 2023
Beschikking van de kantonrechter
in de zaak van

1..[verzoeker01] ,

wonende te [woonplaats01] ,

2. [verzoeker02] ,

wonende te [woonplaats02] ,

3. [verzoeker03] ,

wonende te [woonplaats03] ,

4. [verzoeker04] ,

wonende te [woonplaats04] ,

5. [verzoeker05] ,

wonende te [woonplaats05]

6. [verzoeker06]

wonende te [woonplaats06] ,

7. [verzoeker07] ,

wonende te [woonplaats07] ,

8. [verzoeker08] ,

wonende te [woonplaats08] ,

9. [verzoeker09] ,

wonende te [woonplaats09] ,

10. [verzoeker10] ,

wonende te [woonplaats10] ,

11. [verzoeker11] ,

wonende te [woonplaats11] ,

12. [verzoeker12] ,

wonende te [woonplaats12] ,

13. [verzoeker13] ,

wonende te [woonplaats13] ,

14. [verzoeker14] ,

wonende te [woonplaats14] ,

15. [verzoeker15] ,

wonende te [woonplaats15] ,

16. [verzoeker16] ,

wonende te [woonplaats16] ,

17. [verzoeker17] ,

wonende te [woonplaats17] ,

18. [verzoeker18] ,

wonende te [woonplaats18] ,

19. [verzoeker19] ,

wonende te [woonplaats19] ,

20. [verzoeker20]

wonende te [woonplaats20] ,

21. [verzoeker21] ,

wonende te [woonplaats21] ,

22. [verzoeker22] ,

wonende te [woonplaats22] ,

23. [verzoeker23] ,

wonende te [woonplaats23] ,

24. [verzoeker24] ,

wonende te [woonplaats24] ,

25. [verzoeker25] ,

wonende te [woonplaats25] ,

26. [verzoeker26] ,

wonende te [woonplaats26] ,

27. [verzoeker27] ,

wonende te [woonplaats27] ,

28. [verzoeker28] ”,

gevestigd te [vestigingsplaats01] ,
verzoekers,
gemachtigde: mr. B.J. Agteresch,
tegen
[verweerster01] ”,
gevestigd te [vestigingsplaats02] ,
verweerster,
gemachtigde: mr. C. Pool.
De partijen worden hierna ‘de bewoners’ en ‘ [verweerster01] ’ genoemd. [verzoeker28] (verzoeker sub 28) wordt hierna ‘ [verzoeker28] ’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • het verzoekschrift, op de griffie ontvangen op 15 november 2022, met bijlagen 1 tot en met 8;
  • het verweerschrift, op de griffie ontvangen op 17 januari 2023, met bijlagen 1 tot en met 5;
  • de brief van 17 januari 2023 namens de bewoners, met aanvullende bijlagen 9 tot en met 12;
  • de spreekaantekeningen van mr. B.J. Agteresch,
  • de spreekaantekeningen van mr. M. van Heeren, gemachtigde van [belanghebbende01] (belanghebbende, hierna: [belanghebbende01]).
1.2.
Op 23 januari 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij waren aanwezig:
- [verzoeker06] , bestuurder van [verzoeker28] ;
- [verzoeker10] , bewoner;
- [verzoeker20] , bewoner;
- [verzoeker21] , bewoner;
- mr. B.J. Agteresch, gemachtigde van de bewoners;
- [naam01] , beheerder van [verweerster01] ;
- mr. C. Pool, gemachtigde van [verweerster01] ;
- [naam02] , asset manager bij [belanghebbende01];
- mr. M. van Heeren, gemachtigde van [belanghebbende01];
- [naam03] , belanghebbende.

2..De feiten

2.1.
Het appartementencomplex [straatnaam01] is door middel van de splitsingsakte van 8 december 1978 (hierna: de splitsingsakte) gesplitst in 36 appartementsrechten. Op de begane grond zijn negentien appartementsrechten bestemd als winkelruimte en boven die winkels zijn zeventien appartementsrechten bestemd als woning (met berging). De voorkant van het appartementencomplex ziet er als volgt uit:
2.2.
Bij de splitsingsakte zijn drie verenigingen van eigenaars opgericht: [verweerster01] , [verzoeker28] en [vereniging01] (hierna: [vereniging01] ). Alle appartementseigenaren zijn lid van [verweerster01] . Daarnaast zijn de appartementseigenaren van de woningen lid van [verzoeker28] en de appartementseigenaren van de winkels van [vereniging01] .
2.3.
De splitsingsakte regelt de onderlinge verhouding tussen de drie VvE’s. In de splitsingsakte zijn daarover, voor zover van belang, de volgende bepalingen opgenomen:

Artikel 2
Bij deze akte worden - ter voldoening aan het bepaalde in artikel 875 f lid 1 sub e van het
Burgerlijk wetboek - opgericht:
a. een Vereniging van Eigenaars van het recht van appartement in het gebouw, bestaande
uit woningen en winkels, cum annexis, plaatselijk bekend [straatnaam02] nummers [nummers01]
(even nummers) (winkels) en [straatnaam02] nummers [nummers02] (even
nummers) (woningen), gelegen in het plan “ [straatnaam01] ” te [plaats01] . (…)
De Vereniging (
[verweerster01] , opm. ktr)heeft ten doel het behartigen van de
gemeenschappelijke belangen van de eigenaars en meer in het bijzonder het beheer
van het gebouw voor zover die belangenbehartiging en dit beheer niet behoren tot de
taak- en doelstellingen van de verenigingen als hierna sub b en/of c bedoeld;
b. een Vereniging van Eigenaars van een recht van appartement met bestemming woning
in het hiervoor sub a, eerste alinea breder omschreven gebouw. (…)
De vereniging (
[verzoeker28] , opm. ktr) heeft ten doel het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de eigenaars van appartementsrechten met bestemming woning met daarbij behorende afzonderlijke berging en meer in het bijzonder het beheer van dat gedeelte van het gebouw, dat bestemd is tot gebruik als woning(en) met daarbij behorende afzonderlijke berging, zomede van de gemeenschappelijke gedeelten en gemeenschappelijke zaken, welke uitsluitend betrekking hebben op, dienstbaar zijn aan, en/of strekken ten behoeve, casu quo ten nutte van de woningen en bergingen;
c. een Vereniging van Eigenaars van een recht van appartement met bestemming winkel
in het hiervoor sub a, eerste alinea breder omschreven gebouw. (…).
De vereniging (
[vereniging01] , opm. ktr) heeft ten doel de behartiging van de gemeenschappelijke belangen van de eigenaars van appartementsrechten met bestemming winkels en/of andere bedrijfsruimten en meer in het bijzonder het beheer van dat gedeelte van het gebouw, dat bestemd is tot gebruik als winkel en/of ander bedrijf met aanhorigheden, zomede van de gemeenschappelijke gedeelten en gemeenschappelijke zaken, welke uitsluitend betrekking hebben op, dienstbaar zijn aan, en/of strekken ten behoeve van, casu quo ten nutte van de winkels.
(…)
Artikel 4
REGELING OMTRENT HET GEBRUIK, HET BEHEER EN HET ONDERHOUD VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE GEDEELTEN EN DE GEMEENSCHAPPELIJKE ZAKEN.
1. Tot de gemeenschappelijke gedeelten worden onder meer gerekend: funderingen,
dragende muren en kolommen, het geraamte van het gebouw, met de ondergrond, het ruwe
metselwerk, alsmede de vloeren, de buitengevels, waaronder begrepen raamkozijnen, deuren, balkon-constructies, borstweringen, galerijen en gangen, de daken en ventilatie-kanalen, de traphuizen, het hek- en traliewerk, de buitentrap, de technische installaties en voorzieningen met de daarbij behorende leidingen, voorzover niet exclusief aangebracht binnen de privé-gedeelten.
2. Indien er twijfel bestaat of een zaak tot de gemeenschappelijke gedeelten of de
gemeenschappelijke zaken behoort, wordt hierover beslist door de ledenvergadering van de in artikel 2 sub a bedoelde vereniging. Indien er twijfel bestaat welke van de verenigingen als in artikel 2 bedoeld het beheer en/of het onderhoud van een gemeenschappelijk gedeelte en/of van een gemeenschappelijke zaak behoort te verrichten, wordt hierover beslist door de
ledenvergadering van de in artikel 2 sub a bedoelde vereniging.”
2.4.
Op 17 oktober 2022 heeft een vergadering van [verweerster01] plaatsgevonden. Tijdens de vergadering zijn, voor zover van belang, de volgende besluiten genomen:
“6.1 lekkage(s) afkomstig van terrassen / vervangen onderliggende dakbedekking
(…)
De vergadering besluit derhalve dat de onderliggende dakbedekking van de terrassen
(waterkerende laag) een verantwoordelijkheid is van de hoofd VvE ( [verweerster01] “ [straatnaam01] ” te [plaats01] .
6.2
lekkage(s) afkomstig van galerijen / vervangen onderliggende dakbedekking
(…)
De vergadering besluit derhalve dat de onderliggende dakbedekking van de galerijen
(waterkerende laag) een verantwoordelijkheid is van de hoofd VvE ( [verweerster01] “ [straatnaam01] ” te [plaats01] .
6.3
lekkage(s) afkomstig van daken
(…)
De vergadering besluit derhalve dat de daken algemeen (waterkerende laag) een
verantwoordelijkheid is van de hoofd VvE ( [verweerster01] “ [straatnaam01] ” te
[plaats01] .
6.4
lekkage(s) afkomstig van dakkapellen
(…)
De vergadering besluit derhalve dat de dakkapellen een verantwoordelijkheid zijn van [verzoeker28] “ [straatnaam01] ” te [plaats01]
6.5
verwijderen asbesthoudende delen gemeenschappelijke dak(en) / aanbrengen nieuwe
dakbedekking
(…)
De vergadering besluit derhalve dat het verwijderen asbesthoudende delen gemeenschappelijke dak(en) / aanbrengen nieuwe dakbedekking een verantwoordelijkheid is van de hoofd VvE ( [verweerster01] “ [straatnaam01] ” te [plaats01] .
6.6
verwijderen asbesthoudende delen gevel(s)
(…)
De vergadering besluit derhalve dat verwijderen asbesthoudende delen gevel(s) een
verantwoordelijkheid zijn van [verzoeker28] “ [straatnaam01] ” te [plaats01] .”

3..Het geschil

3.1.
De bewoners verzoeken samengevat:
primair
I. te verklaren voor recht dat de genomen besluiten op de vergadering van 17 oktober 2022 ten aanzien van de dakkapellen en de asbesthoudende delen die onderdeel uitmaken van c.q. bevestigd zijn aan de gevels nietig zijn;
II. te verklaren voor recht dat de dakkapellen en (de asbesthoudende delen van) de gevels onderdeel zijn van [verweerster01] en die VvE verantwoordelijk is voor het onderhoud hiervan;
subsidiair
III. de genomen besluiten op de vergadering van 17 oktober 2022 ten aanzien van de dakkapellen en de asbesthoudende delen die onderdeel uitmaken van c.q. bevestigd zijn aan de gevels te vernietigen;
IV. een vervangende machtiging c.q. toestemming te verlenen met het resultaat, althans te verklaren voor recht, dat de dakkapellen en (de asbesthoudende delen van) de gevels onderdeel zijn van [verweerster01] en die VvE verantwoordelijk is voor het onderhoud hiervan;
zowel primair als subsidiair
V. [verweerster01] te veroordelen in de proceskosten.
3.2.
De bewoners baseren hun verzoek samengevat op het volgende. De op 17 oktober 2022 genomen besluiten onder 6.4 en 6.6 zijn nietig (artikel 2:14 BW) wegens strijdigheid met de splitsingsakte. De splitsingsakte moet zo worden uitgelegd dat gemeenschappelijke gedeelten slechts voor [verzoeker28] komen als die gedeelten uitsluitend betrekking hebben, dienstbaar zijn aan en/of strekken ten behoeve van de woningen met bergingen. Als dat niet het geval is, is [verweerster01] verantwoordelijk voor het onderhoud. De dakkapellen zijn niet uitsluitend dienstbaar aan de woningen. Datzelfde geldt voor de asbesthoudende delen van de gevels. Subsidiair zijn de bewoners van mening dat de bestreden besluiten vernietigbaar (artikel 5:130 BW) zijn, omdat [verweerster01] bij een afweging van alle bij de besluiten betrokken belangen niet in redelijkheid en billijkheid tot die besluiten heeft kunnen komen. Op grond van artikel 5:121 BW verzoeken de bewoners om een vervangende machtiging te verlenen met het resultaat dat de dakkapellen en de asbesthoudende delen van de gevels onder de verantwoordelijkheid van [verweerster01] vallen.
3.3.
De [verweerster01] en [belanghebbende01] als belanghebbende zijn het niet eens met het verzoek en voeren samengevat het volgende verweer. De kantonrechter is niet bevoegd voor wat betreft de nietigverklaring en de verklaringen voor recht. De bestreden besluiten zijn ook niet nietig, omdat de besluiten niet rechtscheppend zijn maar slechts de splitsingsakte uitleggen. De dakkapellen en de asbesthoudende delen van de gevels zijn niet gemeenschappelijk in [verweerster01] . De VvE Woningen is verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud daarvan. De besluiten zijn niet in strijd met de redelijkheid en billijkheid genomen, zodat die besluiten ook niet vernietigd kunnen worden. Ook de vervangende machtiging is niet toewijsbaar.
3.4.
Op de overige stellingen van partijen gaat de kantonrechter, voor zover van belang voor de uitkomst van de procedure, hierna bij de beoordeling nader in.

4..De beoordeling

Bevoegdheid van de kantonrechter
4.1.
De kantonrechter is, anders dan [verweerster01] betoogt, bevoegd om het volledige verzoek van de bewoners te behandelen en daarover een beslissing te nemen. Daartoe is het volgende van belang.
4.2.
Als een besluit van een VvE strijdig is met de splitsingsakte, leidt dat op grond van artikel 2:14 jo 5:129 lid 1 BW tot nietigheid van dat besluit. Een vordering tot verklaring voor recht dat een besluit nietig is, dient in beginsel (in een procedure ingeleid door een dagvaarding) te worden voorgelegd aan de rechtbank. Als een besluit van de VvE strijdig is met de redelijkheid en billijkheid, is dat besluit vernietigbaar op grond van artikel 2:15 lid 1 sub b jo. artikel 5:124 lid 2 BW. Vernietiging van een besluit wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid dient bij verzoekschrift te worden voorgelegd aan de kantonrechter op grond van artikel 5:130 lid 1 BW. De bewoners stellen zich op het standpunt dat de besluiten zowel strijdig zijn met de splitsingsakte (dus leidend tot nietigheid) als met de redelijkheid en billijkheid (dus leidend tot vernietigbaarheid). In een dergelijk geval hoeft de procedure niet te worden gesplitst in twee afzonderlijke procedures, bij de rechtbank en de kantonrechter. Beide verzoeken kunnen dus gezamenlijk worden behandeld door de kantonrechter (ECLI:NL:HR:2020:1275, r.o. 3.2.3.).
4.3.
Voorts is ten aanzien van de onder II en IV verzochte verklaring voor recht van belang dat een verklaring voor recht ook in een verzoekschriftprocedure kan worden gegeven, onder de voorwaarde dat de verklaring voor recht blijft binnen de grenzen van de toepasselijke wetsbepalingen en zich beperkt tot de vaststelling van de rechtsverhouding tussen verzoeker en verweerder (Hoge Raad 31 maart 2000, ECLI:NL:HR:2000:AA5319). De [verweerster01] heeft onvoldoende onderbouwd waarom de verzochte verklaringen voor recht niet aan deze vereisten voldoet.
De bestreden besluiten
4.4.
Tijdens de vergadering op 17 oktober 2022 heeft [verweerster01] onder meer besloten dat de dakkapellen een verantwoordelijkheid zijn van [verzoeker28] (hierna: besluit 6.4). Daarnaast is besloten dat het verwijderen van asbesthoudende delen van de gevels ook een verantwoordelijkheid is van [verzoeker28] (hierna: besluit 6.6).
4.5.
Volgens [verweerster01] zijn dit geen rechtscheppende besluiten, maar uitlegbesluiten in de zin van artikel 4 lid 2 van de splitsingsakte. Daarom kunnen de besluiten niet nietig zijn, aldus [verweerster01] . De kantonrechter verwerpt dit verweer. De [verweerster01] heeft weliswaar door middel van een door haar voorgestane uitleg van de splitsingsakte de besluiten genomen, maar dat laat onverlet dat die uitleg in strijd kan zijn met de splitsingsakte. In dat geval zijn de besluiten nietig. Daarom moet worden beoordeeld of de uitleg die [verweerster01] heeft gegeven in strijd is met de splitsingsakte.
Uitleg van de splitsingsakte
4.6.
Tussen partijen is in geschil hoe de splitsingsakte moet worden uitgelegd. Meer specifiek is aan de orde of de dakkapellen (besluit 6.4) en de asbesthoudende delen van de buitengevels (besluit 6.6) op grond van de splitsingsakte onder de verantwoordelijkheid vallen van [verweerster01] of van [verzoeker28] .
4.7.
Bij de uitleg van de splitsingsakte komt het aan op de daarin tot uitdrukking gebrachte bedoeling van degene die tot de splitsing is overgegaan. Deze bedoeling moet naar objectieve maatstaven worden afgeleid uit de omschrijving in de akte, bezien in het licht van de gehele inhoud van de akte. Gelet op de rechtszekerheid mag bij de uitleg van de akte slechts acht worden geslagen op gegevens die voor derden kenbaar zijn uit of aan de hand van de in de openbare registers ingeschreven stukken. Indien de akte voor meerdere uitleg vatbaar is, moet de rechter vaststellen welke uitleg van de akte naar objectieve maatstaven het meest aannemelijk is (Hoge Raad 14 februari 2014, ECLI:NL:HR:2014:337).
4.8.
Uitgaande van deze maatstaf, is de kantonrechter van oordeel dat de splitsingsakte als volgt moet worden uitgelegd.
4.9.
De VvE Woningen behartigt de gemeenschappelijke belangen van de gedeelten van het gebouw die bestemd zijn tot het gebruik als woning en bijbehorende berging. Daarnaast behartigt [verzoeker28] de belangen van de gemeenschappelijke gedeelten van het gebouw die uitsluitend betrekking hebben op, dienstbaar zijn aan en/of strekken ten behoeve van de woningen en bergingen (artikel 2 sub b van de splitsingsakte). De VvE Winkels behartigt de belangen van de gedeelten van het gebouw die bestemd zijn tot het gebruik als winkel. Daarnaast behartigt [vereniging01] de belangen van de gemeenschappelijke gedeelten van het gebouw die uitsluitend betrekking hebben op, dienstbaar zijn aan en/of strekken ten behoeve van de winkels (artikel 2 sub c van de splitsingsakte). De [verweerster01] behartigt de belangen van het beheer van het gebouw, voor zover dat niet tot de doelstelling van [verzoeker28] of [vereniging01] behoort (artikel 2 sub a van de splitsingsakte). Artikel 4 lid 1 van de splitsingsakte bepaalt verder wat als gemeenschappelijk moet worden aangemerkt. Daaronder vallen onder meer de buitengevels en de daken, voor zover die niet exclusief zijn aangebracht binnen de privégedeelten.
4.10.
Doorslaggevend voor het antwoord op de vraag welke VvE verantwoordelijk is voor het beheer van een bepaald gedeelte van het gebouw, is dus in de eerste plaats of dat gedeelte gemeenschappelijk is en niet exclusief is aangebracht binnen de privégedeelten. Als dat het geval is, is [verzoeker28] dan wel [vereniging01] verantwoordelijk als dat gemeenschappelijke gedeelte
uitsluitendbetrekking heeft op, dienstbaar is aan of strekt ten behoeve van de woning respectievelijk de winkel. In alle overige gevallen is [verweerster01] verantwoordelijk voor het beheer van het gebouw.
4.11.
De [verweerster01] betoogt dat alles boven de witte gevelrand (zie de foto onder 2.1) voor rekening van [verzoeker28] komt en alles onder die rand voor rekening van [vereniging01] . De kantonrechter verwerpt dit standpunt. Als het al de bedoeling zou zijn geweest om een scheidslijn te hanteren bij de witte gevelrand, kan dit niet op basis van objectieve maatstaven worden afgeleid uit de splitsingsakte. De splitsingsakte biedt daarvoor geen enkel aanknopingspunt. Bovendien is dit betoog in strijd met de eigen besluiten van [verweerster01] dat de daken en dakbedekking wel onder haar verantwoordelijkheid vallen (besluiten 6.1, 6.2, 6.3 en 6.5 zoals geciteerd onder 2.4).
4.12.
De [verweerster01] heeft er voorts op gewezen dat uit de handelwijze in het verleden afgeleid moet worden dat de dakkapellen en de asbesthoudende delen van de gevel niet onder haar verantwoordelijkheid valt. Uitgaande van de maatstaf uiteengezet in overweging 4.7, is de handelwijze van partijen echter niet relevant voor de uitleg van de splitsingsakte. Bovendien hebben de bewoners de stellingen van [verweerster01] in dat verband gemotiveerd weersproken, zodat een en ander ook niet als vaststaand kan worden aangenomen.
Besluit 6.4: de dakkappellen
4.13.
Partijen zijn het erover eens dat de dakkapellen al vanaf de bouw van het appartementencomplex aanwezig waren en dat met dakkapel wordt bedoeld het uitstekende deel van het dak met raam dat ruimte creëert voor de woning (zie ook de dakkapel linksboven op de foto onder 2.1).
4.14.
De kantonrechter is van oordeel dat de buitenkant van de dakkapellen behoort tot de verantwoordelijkheid van [verweerster01] . Daartoe is van belang dat de dakkapel het gemeenschappelijke dak doorbreekt en vervangt. In feite bestaat de dakkapel aan de buitenzijde uit een opbouw met een kozijn, gevel en dakbedekking. Dat zijn zaken die in artikel 4 lid 1 van de splitsingsakte expliciet zijn benoemd als gemeenschappelijk. Weliswaar is door de binnenkant van de dakkapel de omvang van de betreffende woning uitgebreid, maar dat betekent naar het oordeel van de kantonrechter niet dat ook de buitenkant van de dakkapel exclusief is aangebracht binnen de privégedeelten. Hoewel de dakkapellen in overwegende mate dienstbaar zijn aan de woningen omdat zij extra ruimte creëren, kan niet gezegd worden dat de buitenkant van de dakkapellen
uitsluitenddienstbaar is aan de betreffende woning. De VvE Woningen heeft in dat verband onbetwist gesteld dat een lekkage in een dakkapel kan doordringen tot de winkels op de begane grond en daar dus schade kan veroorzaken. De [verweerster01] heeft verder ook onvoldoende duidelijk kunnen maken waarom het gemeenschappelijke dak wel onder haar verantwoordelijk valt, en de dakkapellen - die zoals gezegd dat gemeenschappelijke dak doorbreken en daarvoor in de plaats treden - niet.
4.15.
Het voorgaande betekent dat besluit 6.4 in strijd met de splitsingsakte is genomen en daarom nietig is op grond van artikel 2:14 lid 1 in verbinding met artikel 5:129 lid 1 BW.
Besluit 6.6: het verwijderen van asbesthoudende delen van de gevels
4.16.
Partijen zijn het erover eens dat in de hellende dakvlakken en in de buitengevel asbesthoudend materiaal is aangetroffen en dat dit binnen een afzienbare termijn verwijderd moet worden vanwege de gezondheidsrisico’s verbonden aan asbest.
4.17.
De kantonrechter is van oordeel dat het verwijderen van de asbesthoudende delen van de gevels behoort tot de verantwoordelijkheid van [verweerster01] . Daartoe is van belang dat artikel 4 lid 1 van de splitsingsakte bepaalt dat de buitengevels van het appartementencomplex gemeenschappelijk zijn. In dit verband heeft [verweerster01] erop gewezen dat de buitengevel zich bevindt boven de witte gevelrand en daarom, althans zo begrijpt de kantonrechter, volgens [verweerster01] is aangebracht binnen de privégedeelten. Die stelling heeft de kantonrechter hiervoor in overweging 4.11 reeds verworpen. Hoewel ook met betrekking tot de buitengevel geldt dat die in de eerste plaats strekt ten behoeve van de woningen, is de kantonrechter van oordeel dat de buitengevel niet
uitsluitenddienstbaar is aan de woningen. De winkels profiteren immers ook van een deugdelijke buitengevel en ondervinden tegelijkertijd de nadelen van een gebrekkige buitengevel, zoals de risico’s die het asbesthoudend materiaal met zich meebrengt als dat materiaal loskomt en naar beneden dwarrelt.
4.18.
Het voorgaande betekent dat ook besluit 6.6 in strijd met de splitsingsakte is genomen en daarom nietig is op grond van artikel 2:14 lid 1 in verbinding met artikel 5:129 lid 1 BW.
Onderhoudsverplichting
4.19.
De onder II verzochte verklaring voor recht strekt ertoe de onderhoudsverplichting van [verweerster01] vast te stellen met betrekking tot de dakkapellen en (de asbesthoudende delen van) de gevels. Hiervoor is reeds geoordeeld dat de buitenkant van de dakkappelen en de buitengevels onder de verantwoordelijkheid vallen van [verweerster01] . De verzochte verklaring voor recht wordt dan ook toegewezen zoals hierna onder de beslissing vermeld.
4.20.
Hetgeen partijen verder nog naar voren hebben gebracht, behoeft geen bespreking meer omdat dit in het licht van hetgeen hiervoor is overwogen, niet tot een andere beslissing kan leiden.
Proceskosten
4.21.
De [verweerster01] krijgt grotendeels ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van de bewoners tot vandaag vast op € 86,- aan griffierecht en € 528,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 264,-). Dit is totaal € 614,-. Voor kosten die de bewoners maken na deze uitspraak moet de Vve Winkels en Woningen een bedrag betalen van € 132,-. Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In deze beschikking hoeft hierover niet apart te worden beslist (ECLI:NL:HR:2022:853).
Uitvoerbaarheid bij voorraad
4.22.
De proceskostenveroordeling wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

5..De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
verklaart voor recht dat de genomen besluiten 6.4 en 6.6 op de vergadering van 17 oktober 2022 nietig zijn;
5.2.
verklaart voor recht dat [verweerster01] verantwoordelijk is voor het onderhoud van de buitenkant van de dakkapellen en (de asbesthoudende delen van) de buitengevels;
5.3.
veroordeelt [verweerster01] in de proceskosten die aan de kant van de bewoners tot vandaag worden vastgesteld op € 614,-;
5.4.
verklaart onderdeel 5.3 van deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst al het andere af.
Deze beschikking is gewezen door mr. B.J.R. van Tongeren en in het openbaar uitgesproken.
49039