ECLI:NL:RBROT:2023:12621

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
29 september 2023
Publicatiedatum
12 januari 2024
Zaaknummer
10341588_29092023
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van eis tot vergoeding van vliegtickets na faillissement van reisbureau

In deze zaak hebben eisers, [eiser01] en [eiser02], via D-reizen vliegtickets geboekt bij Qatar Airways voor een reis van Amsterdam naar Adelaide, Australië. De tickets, ter waarde van € 1.285,27 per stuk, werden geannuleerd vanwege de COVID-19 pandemie. Qatar Airways had de betaalde bedragen aan D-reizen overgemaakt, maar door het faillissement van D-reizen hebben eisers hun geld niet ontvangen. Ze eisen nu van Qatar Airways de terugbetaling van de ticketprijzen, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en rente.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat Qatar Airways verantwoordelijk is voor de terugbetaling aan de eisers, ondanks dat de betaling aan D-reizen als bevrijdend werd beschouwd. De rechter baseert zich op de Europese Verordening (EG) 261/2004, die bepaalt dat passagiers recht hebben op terugbetaling van hun tickets bij annulering van vluchten. De rechter wijst de hoofdsom van € 2.570,54 toe, evenals de buitengerechtelijke incassokosten van € 462,28 en de proceskosten van € 840,04. De wettelijke rente wordt toegewezen vanaf de relevante data.

Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Qatar Airways onmiddellijk moet voldoen aan de betalingsverplichtingen. De rechter heeft ook aangegeven dat de zaak niet kan worden aangehouden in afwachting van uitspraken van andere gerechtshoven, gezien de lange wachttijd voor de eisers.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10341588 CV EXPL 23-5245
datum uitspraak: 29 september 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van

1.[eiser01] ,

2. [eiser02],
beiden wonende te [woonplaats01] ,
eisers,
gemachtigde: [naam01],
tegen
Closed Stock Company Qatar Airways Q.C.S.C., t.h.o.d.n. [handelsnaam01],
gevestigd te Doha, Qatar, kantoorhoudende te Haarlemmermeer (Schiphol),
gedaagde,
gemachtigde: mr. J.J. Croon.
De partijen worden ‘ [eiser01] ’, ‘ [eiser02] ’ en ‘Qatar Airways’ genoemd.

1.De (verdere) beoordeling

Het procesverloop en de processtukken
2.1.
In het tussenvonnis van 21 juli jl. zijn het procesverloop en de processtukken vermeld. Geoordeeld is dat de kantonrechter te Rotterdam bevoegd is om van de zaak kennis te nemen en Qatar Airways is in de gelegenheid gesteld een conclusie van dupliek te nemen. Van die gelegenheid is gebruik gemaakt.
Waar gaat het om?
2.2.
[eiser01] en [eiser02] hebben via D-reizen vliegtickets geboekt bij Qatar Airways van Amsterdam naar Adelaide, Australië en weer terug. Dit heeft € 1.285,27 per ticket gekost. De vluchten zijn ten tijde van de COVID 19 pandemie geannuleerd. Qatar Airways heeft de voor de tickets betaalde bedragen overgemaakt op een bankrekening van D-reizen. Vervolgens is D-reizen failliet gegaan. [eiser01] en [eiser02] hebben het geld niet ontvangen van D-reizen en eisen van Qatar Airways ieder € 1.285,27 aan hoofdsom en een bedrag van € 233,28 aan buitengerechtelijke incassokosten, een en ander met rente, plus de proceskosten en nakosten. Qatar Airways is het niet eens met de eis.
Wat vindt de kantonrechter
de hoofdsom
2.3.
De kantonrechter wijst de hoofdsom toe. Dit gebeurt om de volgende reden.
2.4.
[eiser01] en [eiser02] baseren hun eis op artikel 5 lid 1 sub a, gelezen in samenhang met artikel 6 lid 1 aanhef, sub c en iii, en met artikel 8 lid 1 sub a van de Verordening (EG) 261/2004 [1] (hierna: de Verordening). Niet in geschil is dat zij op grond hiervan recht hebben gekregen op volledige terugbetaling van de uitgegeven tickets, na annulering daarvan als gevolg van een voor rekening en risico van Qatar Airways opgekomen omstandigheid, namelijk een vertraging van de heenvlucht met drie dagen. Annulering van de heenvlucht heeft annulering van de terugvlucht tot gevolg. Vast staat dat Qatar Airways de aanspraak van [eiser01] en [eiser02] op terugbetaling heeft onderkend, want zij heeft de met de retourtickets gemoeide bedragen betaald aan D-reizen, met de bedoeling dat de bedragen zouden worden doorbetaald aan [eiser01] en [eiser02] . Dat laatste is niet gebeurd omdat D-reizen failliet ging.
2.5.
Tegen de eis voert Qatar Airways aan bevrijdend te hebben betaald aan D-reizen. Dit omdat eisers hun vlucht geboekt hebben via D-reizen en via haar om restitutie hebben verzocht. Dit verweer slaagt niet. Uit artikel 8 van de Verordening volgt namelijk dat de tickets volledig moeten worden terugbetaald aan
de passagiers. Dit artikel moet worden bezien in het licht van wat overwogen wordt in de considerans van de Verordening (1) over het waarborgen van een hoog niveau van bescherming van de passagiers, met volledige inachtneming van de eisen op het gebied van consumentenbescherming in het algemeen en (12) over het verminderen van de overlast en het ongemak voor de passagiers als gevolg van het annuleren van vluchten en (13) dat passagiers van wie de vlucht geannuleerd wordt hun tickets terugbetaald moeten kunnen krijgen. Tegen deze achtergrond is ongewenst dat luchtvaartmaatschappijen voor terugbetaling van betaalde ticketprijzen passagiers verwijzen naar andere partijen in de (contractuele) keten. In de onderhavige zaak zou de uitkomst die Qatar Airways voorstaat betekenen dat [eiser01] en [eiser02] bij het failliete D-reizen moeten zijn voor betaling van de ticketprijzen, met mogelijke rompslomp tot gevolg en de kans dat zij uiteindelijk met lege handen komen te staan. Een dergelijke uitkomst is met de Verordening niet beoogd.
2.6.
Daarbij komt dat de rol van D-reizen meer is geweest dan alleen die van tussenpersoon ingeschakeld door [eiser01] en [eiser02] . D-reizen is ook faciliterend geweest voor Qatar Airways, mede ook bij het afhandelen van het verzoek om restitutie van de ticketprijzen. Om haar moverende redenen heeft Qatar Airways ervoor gekozen het geld van de ticketprijzen te betalen aan D-reizen, terwijl zij de bedragen ook rechtstreeks had kunnen betalen aan [eiser01] en [eiser02] (de passagiers). Betaling aan D-reizen kon natuurlijk wel en zou bevrijdend zijn geweest als de doorbetaling van ticketprijzen aan [eiser01] en [eiser02] zou hebben plaatsgevonden. Zo is het echter niet gelopen, want door het faillissement van D-reizen hebben [eiser01] en [eiser02] hun geld niet ontvangen. Onder de gegeven omstandigheden blijft dit voor rekening en risico van Qatar Airways [2] . Daarom wordt Qatar Airways veroordeeld tot betaling van de genoemde bedragen.
2.7.
Omdat [eiser01] en [eiser02] al geruime tijd wachten op terugbetaling van de ticketprijzen gaat de kantonrechter niet mee in het verzoek van Qatar Airways om de zaak aan te houden in afwachting van uitspraken van de Gerechtshoven Den Haag en Amsterdam in soortgelijke zaken.
buitengerechtelijke incassokosten en rente
2.8.
Anders dan Qatar Airways aanvoert gaat het hier niet om kosten waarvoor de proceskostenveroordeling in een vergoeding voorziet. De buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW). Alleen de hoogte van het bedrag wordt iets naar beneden bijgesteld uitgaande van een hoofdsom van € 2.570,54 (i.p.v. tweemaal € 1.285,27). Uitgaande van die hoofdsom komt € 462,28 aan buitengerechtelijke incassokosten voor toewijzing in aanmerking. De rente vanaf de datum van de dagvaarding wordt toegewezen, omdat [eiser01] en [eiser02] genoeg hebben gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en Qatar Airways dat niet heeft betwist. Het gaat om tweemaal € 1.285,27, dus in totaal om € 2.570,54, met rente.
2.9.
Anders dan gevorderd wordt de rente over de hoofdsom gerekend vanaf zeven dagen na 2 maart 2021 omdat Qatar Airways onweersproken heeft aangevoerd op die datum bekend te zijn geworden met de annulering van de vluchten.
proceskosten
2.10.
Qatar Airways krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van [eiser01] en [eiser02] tot vandaag vast op € 132,04 aan dagvaardingskosten, € 244,- aan griffierecht en € 464,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 232,-). Dit is totaal € 840,04. Voor kosten die [eiser01] en [eiser02] maken na deze uitspraak moet Qatar Airways een bedrag betalen van € 116,- (1/2 punt x € 232,-). Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In dit vonnis hoeft hierover niet apart te worden beslist (ECLI:NL:HR:2022:853). De wettelijke rente wordt toegewezen.
uitvoerbaarheid bij voorraad
2.11.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt Qatar Airways om aan [eiser01] en [eiser02] te betalen:
  • € 2.570,54 aan hoofdsom, met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW daarover vanaf 9 maart 2021 tot de dag dat volledig is betaald;
  • € 462,28 aan buitengerechtelijke incassokosten, met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW daarover vanaf 16 januari 2023 tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
veroordeelt Qatar Airways in de proceskosten, die aan de kant van [eiser01] en [eiser02] tot vandaag worden vastgesteld op € 840,04 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf de vijftiende dag na vandaag tot de dag dat volledig is betaald;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Poiesz en in het openbaar uitgesproken.
465

Voetnoten

1.Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91.
2.Vgl. kantonrechter Rechtbank Den Haag 18 mei 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:4790 en kantonrechter Rechtbank Noord-Holland 15 februari 2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:1170.