In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen Allianz Benelux N.V., handelend onder de naam Allianz Nederland Schadeverzekering, en een vennootschap onder firma en haar vennoten. Het geschil ontstond na een verkeersongeval waarbij de bedrijfsauto van de vennootschap, bestuurd door [persoon01], achterop een personenauto reed die zonder verlichting de rijbaan opreed. Allianz, als WAM-verzekeraar, werd aangesproken door de bestuurder van de personenauto, [naam01], en heeft een schadevergoeding van € 11.500,00 aan hem uitgekeerd. Allianz vorderde vervolgens deze schadevergoeding en bijkomende kosten van de vennootschap en haar vennoten, stellende dat het ongeval was veroorzaakt door roekeloos rijgedrag van [persoon01]. De rechtbank oordeelde dat Allianz recht had op vergoeding van de schade, omdat het ongeval was veroorzaakt door het roekeloze rijgedrag van [persoon01], en dat de dekking onder de verzekering was uitgesloten. De rechtbank wees de vordering van Allianz toe tot een bedrag van € 15.849,05, terwijl de vorderingen van de vennootschap in reconventie werden afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de vennootschap en haar vennoten ieder hun eigen proceskosten moesten dragen, en dat de vorderingen in reconventie werden afgewezen.