Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- het beroepschrift van [appellant01] van 14 juni 2023, met één bijlage;
- de schriftelijke reactie van de curator van 17 oktober 2023.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een beschikking van de rechter-commissaris die op 9 juni 2023 een procesmachtiging heeft verleend aan de curator van de failliete Stichting [stichting01]. De appellant, [appellant01], is niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling op 24 oktober 2024, maar zijn zoon en advocaat waren wel aanwezig. De rechtbank heeft kennisgenomen van het beroepschrift van [appellant01] en de schriftelijke reactie van de curator. De rechtbank oordeelt dat [appellant01] niet-ontvankelijk is in zijn beroep, omdat hij geen partij is bij de beschikking die niet tot hem is gericht. De rechtbank verwijst naar vaste rechtspraak die bepaalt dat alleen belanghebbenden die als 'partij' bij de beschikking zijn aangemerkt, het recht hebben om in hoger beroep te gaan. De rechtbank concludeert dat de rechtspositie van [appellant01] niet wordt aangetast door de beschikking van de rechter-commissaris, en dat zijn verzoek om de beschikking te vernietigen daarom niet kan worden ingewilligd. De beschikking is op 22 november 2023 openbaar uitgesproken door de rechters.