Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 september 2022 in de zaak tussen
[naam eiseres], eiseres, te [plaats] , hierna samen: eisers,
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 30 september 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eisers, die een aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling) ontvangen, en de Sociale verzekeringsbank (Svb). De Svb had het recht op AIO-aanvulling van eisers herzien over de periode van juni 2016 tot en met augustus 2021 en een bedrag van € 1.533,73 teruggevorderd. Eisers hebben hiertegen beroep ingesteld, stellende dat zij de inlichtingenplicht niet hebben geschonden, omdat de Svb al op de hoogte was van het Sloveense pensioen dat eiser ontving. De rechtbank oordeelde dat de Svb ten onrechte had gesteld dat eisers de inlichtingenplicht hadden geschonden, aangezien de Svb zelf op de hoogte was van het pensioen en onvoldoende actie had ondernomen na de melding van het Sloveense pensioenfonds. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit van de Svb, maar liet de rechtsgevolgen in stand, omdat de Svb wel bevoegd was om onverschuldigd betaalde AIO-aanvulling terug te vorderen. De rechtbank oordeelde dat de terugvordering gematigd was met 75% en dat de eisers geen grond hadden om te stellen dat de terugvordering hardvochtig was. De rechtbank heeft de Svb veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eisers.