ECLI:NL:RBROT:2022:7806

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
22 september 2022
Publicatiedatum
20 september 2022
Zaaknummer
ROT 22/222
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het beroep tegen de stopzetting van de Ziektewetuitkering van eiseres

In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 22 september 2022, wordt het beroep van eiseres tegen de stopzetting van haar Ziektewetuitkering beoordeeld. Eiseres, die als schoonmaakster werkte, had een Ziektewetuitkering ontvangen na uitval op 7 januari 2020. De uitkering werd stopgezet per 18 maart 2021, na een beoordeling door een verzekeringsarts die concludeerde dat eiseres in staat was om werkzaamheden te verrichten die voldeden aan de functionele mogelijkhedenlijst (FML). Eiseres voerde aan dat zij meer beperkingen had dan vastgesteld en dat er onvoldoende aandacht was besteed aan haar anamnese en het dagverhaal. De rechtbank oordeelt dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en dat de verzekeringsarts de relevante informatie van de huisarts heeft meegenomen in de beoordeling. De rechtbank concludeert dat eiseres niet voldoet aan de voorwaarden voor een urenbeperking en dat de geduide functies geschikt zijn. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de stopzetting van de Ziektewetuitkering.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 22/222

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 22 september 2022 in de zaak tussen

[naam eiseres], uit [woonplaats eiseres], eiseres

(gemachtigde: mr. G. Grijs),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,verweerder
(gemachtigde: [naam]).

Inleiding

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de stopzetting van haar Ziektewet (ZW-)uitkering. Met het primaire besluit van 17 februari 2021 is deze uitkering vanaf 18 maart 2021 stopgezet.
Met het bestreden besluit van 5 januari 2022 op het bezwaar van eiseres is verweerder bij dat besluit gebleven. Hiertegen heeft eiseres beroep ingesteld.
Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
De rechtbank heeft het beroep op 9 augustus 2022 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de gemachtigden van partijen.

Totstandkoming van het besluit

1.1.
Eiseres is werkzaam geweest als schoonmaakster en is voor dit werk uitgevallen op 7 januari 2020. Met het besluit van 31 maart 2020 is aan haar een ZW-uitkering toegekend. Vanwege een eerstejaars ziektewetbeoordeling heeft een verzekeringsarts onderzoek verricht en geconcludeerd dat eiseres werkzaamheden kan verrichten die voldoen aan de functionele mogelijkhedenlijst (FML) van 17 december 2020.
1.2.
Een arbeidsdeskundige heeft vervolgens, met deze FML, toegelicht dat eiseres haar eigen arbeid niet kan verrichten en heeft passende functies geselecteerd. Met deze functies kan eiseres meer dan 65% verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij ziek werd, namelijk 100%. Verweerder heeft vervolgens het primaire besluit genomen.
1.3.
In bezwaar heeft een verzekeringsarts bezwaar en beroep opnieuw onderzoek verricht en die heeft uiteengezet dat er geen aanleiding is om aanvullende beperkingen vast te stellen in de FML. Verweerder heeft vervolgens het bestreden besluit genomen.

Het beroep van eiseres

2. In beroep voert eiseres aan dat zij meer beperkt is dan verweerder heeft vastgesteld. er is onvoldoende aandacht besteed aan de anamnese. Het dagverhaal van eiseres is niet betrokken bij de afweging, terwijl dit wel had gemoeten. [1] Het is verder niet gebleken dat de informatie van de behandelend artsen is verwerkt in de beoordeling door de verzekeringsarts. Er zou bovendien een urenbeperking moeten worden vastgesteld vanwege de lichamelijke, chronische en psychische klachten van eiseres. Hierdoor kan zij niet snel herstellen na inspanning en heeft eiseres daardoor last van een verstoring in haar energiebalans. Eiseres gebruikt daarnaast naproxen waardoor zij regelmatig slaperig is. Om te voorkomen dat eiseres overbelast raakt moet bovendien preventief een urenbeperking worden vastgesteld. Eiseres betoogt dat de voorwaarden voor een urenbeperking, die zijn vermeld in de Standaard duurbelastbaarheid in arbeid, geen voorwaarden zijn, maar handvatten om te kunnen beoordelen of een urenbeperking kan worden aangenomen. [2] Eiseres verzoekt tot het benoemen van een onafhankelijk deskundige.
Eiseres betoogt verder dat de door de arbeidsdeskundige geduide functies niet geschikt zijn omdat niet voldoende is gemotiveerd waarom deze functies wel geschikt zouden zijn. De belastbaarheid van eiseres wordt overschreden op onder andere de knijp- en grijpkracht, het maken van schroefbewegingen en productiepieken en deadlines. Eiseres betoogt ten slotte dat de functieomschrijving bij de functie Medewerker KCC onjuist is, omdat in die omschrijving staat vermeld dat de medewerker telefoongesprekken voert die tussen de 120 en 180 seconden duren en in totaal 5000 gesprekken per dag zou moeten voeren.

Beoordeling door de rechtbank

3.1.
De rechtbank moet beoordelen of verweerder terecht heeft bepaald dat eiseres vanaf 18 maart 2021 geen recht heeft op een ZW-uitkering. De voor het beroep relevante wet- en regelgeving is opgenomen in een bijlage bij deze uitspraak.
3.2.
De gronden dat onvoldoende aandacht is besteed aan de anamnese en het dagverhaal, en dat informatie van de behandelend artsen niet is meegenomen in de beoordeling slagen niet. Het medisch onderzoek is gebaseerd op dossieronderzoek, eigen onderzoek door een verzekeringsarts, waaronder een anamnese en dagverhaal, wat in bezwaar en op de hoorzitting is aangevoerd, alsook op informatie van de huisarts uit 2021. Het onderzoek door de verzekeringsarts is daarmee zorgvuldig verricht. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft de informatie van de huisarts meegenomen in de beoordeling zoals blijkt uit de rapportage van 22 december 2021. Dat geen nadere informatie bij de behandelend artsen is opgevraagd kan niet leiden tot een de conclusie dat het medisch onderzoek niet zorgvuldig is verricht. Het nader raadplegen van de behandelend sector is alleen aangewezen indien al een behandeling in gang is gezet, of zal worden gezet, die een beduidend effect zal hebben op de mogelijkheden van een betrokkene (tot het verrichten van arbeid), of indien de betrokkene stelt dat de behandelend sector een beredeneerd afwijkend standpunt heeft over de beperkingen. [3] Daarvan is hier niet gebleken. Eiseres heeft ook geen nadere (nieuwe) medische stukken overgelegd die tot een andere conclusie zou moeten leiden. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in de rapportage van 21 juni 2022 inzichtelijk toegelicht dat het in beroep overgelegde stuk van de huisarts van 30 maart 2017 niet kan leiden tot het oordeel dat meer beperkingen moeten worden aangenomen.
Over de anamnese overweegt de rechtbank dat de verzekeringsarts er aandacht aan heeft besteed in de rapportage van 17 december 2020. Bij de anamnese is bovendien ingegaan op het dagverhaal van eiseres. Het is niet gebleken dat eiseres gedwongen rustmomenten heeft.
3.3.
De grond dat een urenbeperking moet worden vastgesteld slaagt niet. In de Duurbelastbaarheid in arbeid zijn voorwaarden gesteld voor een urenbeperking en de verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in de rapportage van 21 juni 2022 inzichtelijk toegelicht dat eiseres niet voldoet aan de voorwaarden. Er kan geen preventieve urenbeperking worden vastgesteld omdat eiseres geen psychische aandoening heeft (zoals psychoses). Er is verder geen sprake van een verminderde belastbaarheid door bijvoorbeeld een (dag)behandeling en eiseres lijdt niet aan een ernstige hart- of longaandoening waarbij zij veel energie verliest. Dat eiseres medicatie slikt met slaperigheid als bijwerking kan niet leiden tot een andere conclusie.
3.4.
Over de grond dat de geduide functies niet geschikt zijn overweegt de rechtbank het volgende. De stelling dat niet is onderbouwd waarom de functies wel geschikt zijn, is niet juist. In de resultaat functiebeoordeling van 4 januari 2022 is per functie aangegeven waarom eiseres deze functie (met haar beperkingen volgens de FML) kan verrichten. Uit deze resultaat functiebeoordeling blijkt dat geen enkele functie een belasting voor productiepieken en deadlines heeft. Voor de knijp- en grijpkracht geldt dat een signalering is opgenomen, wat betekent dat de arbeidsdeskundige moet motiveren waarom de belastbaarheid voor eiseres niet wordt overschreden. De arbeidsdeskundige heeft inzichtelijk gemotiveerd dat eiseres beperkt is in haar linkerhand en volgens de FML voorwerpen tot 5 kg kan hanteren en dat dit met de rechterhand mogelijk is. Voor het maken van schroefbewegingen heeft de arbeidsdeskundige eveneens inzichtelijk uiteengezet dat de belastbaarheid van eiseres niet wordt overschreden omdat deze handeling ook met de rechterhand mogelijk is.
Ten aanzien van de functie Medewerker KCC heeft verweerder ter zitting inzichtelijk uiteengezet dat een telefonisch gesprek tussen de 120 en 180 seconden duurt. In de functiebeschrijving staat weliswaar dat 5000 gesprekken per dag worden gevoerd, maar dit betreft een totaal van alle gesprekken van alle medewerkers KCC tezamen. Niet is gebleken van een piekbelasting die de belastbaarheid van eiseres overschrijdt.
De grond dat eiseres de geduide functies niet kan verrichten slaagt daarmee niet.

Conclusie en gevolgen

4. Met de geduide functies is gebleken dat eiseres meer dan 65% kan verdienen van het loon dat zij verdiende voordat zij ziek werd, namelijk 100%. Verweerder heeft terecht bepaald dat de ZW-uitkering van eiseres is stopgezet vanaf 18 maart 2021. Dit betekent dat het beroep van eiseres ongegrond is en het bestreden besluit in stand blijft.
5. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Ketelaars-Mast, rechter, in aanwezigheid van mr. H. Sabanovic, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 22 september 2022.
De rechter is verhinderd te tekenen
griffier rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Bijlage: voor het beroep relevante wet- en regelgeving

Op grond van artikel 19aa, eerste lid, van de ZW, voor zover hier van belang, heeft de verzekerde die geen werkgever heeft, nadat na de eerste dag van de ongeschiktheid tot werken een tijdvak van 52 weken van ongeschiktheid tot werken is verstreken, recht op ziekengeld indien de verzekerde (a) ongeschikt is tot het verrichten van zijn arbeid en (b) wegens een rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte of gebrek slechts in staat is met arbeid ten hoogste 65% te verdienen van het maatmaninkomen per uur. Op grond van het tweede lid van dit artikel heeft de verzekerde, indien hij in staat is om meer dan 65% van het maatmaninkomen per uur te verdienen, recht op ziekengeld tot een maand na de dag waarop hij hiertoe in staat is geacht.
In het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (Schattingsbesluit) zijn regels gesteld voor de beoordeling van het percentage van het maatmaninkomen dat de verzekerde kan verdienen.

Voetnoten

1.Ter onderbouwing van dit standpunt verwijst eiseres naar een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (de Raad) van 10 februari 2021, ECLI:NL:CRVB:2021:278.
2.Ter onderbouwing van dit standpunt verwijst eiseres naar een uitspraak van de Raad van 14 juli 2022, ECLI:NL:CRVB:2022:1579, onder 4.6.
3.Zie bijvoorbeeld een uitspraak van de Raad van 3 maart 2022, ECLI:NL:CRVB:2022:567.