10.2.Verweerder heeft ter zitting onweersproken verklaard dat de woning aan de [adres 3] zich, in vergelijking met de onroerende zaak, slechts enkele honderden meters verder van het gascompressorstation bevindt. Ten aanzien van de woning aan de [adres 2] heeft verweerder een luchtfoto overgelegd waarop te zien is dat deze woning tussen de akkers is gelegen. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verweerder voldoende rekening gehouden met de verschillende omstandigheden door aan de ligging van deze woningen een factor ‘3’ toe te kennen.
11. De rechtbank volgt de stelling van eiseres niet dat onvoldoende rekening is gehouden met het slechte uitzicht. De afstand tussen de onroerende zaak en het gascompressorstation is dermate groot dat niet aannemelijk is dat het gascompressorstation een negatieve invloed heeft op het uitzicht. Bovendien is door verweerder gesteld dat bij het ontwerpen van het bestemmingsplan bij het opmaken van het landschapsplan rekening is gehouden met de wensen van belanghebbenden, zoals onttrekken van het gascompressorstation aan het zicht door middel van opgaande beplanting. Dit is door eiseres niet betwist.
12. De stelling dat geen rekening is gehouden met verzakkingen van de onroerende zaak kan eiseres niet baten, omdat zij deze stelling niet aannemelijk heeft gemaakt. Eiseres had bijvoorbeeld foto’s kunnen overleggen waaruit blijkt dat sprake is van verzakkingen. Dat zij dit – ondanks een verzoek van verweerder daartoe – niet heeft gedaan, komt voor haar risico.
13. De rechtbank verwerpt de stelling van eiseres dat verweerder voor alle objecten ten onrechte dezelfde grondstaffel heeft toegepast. Eiseres heeft niet onderbouwd waarom een andere grondstaffel moet worden gebruikt. Verweerder heeft daarentegen toegelicht dat dezelfde grondstaffel is gebruikt omdat de vergelijkingsobjecten en de onroerende zaak zich bevinden in hetzelfde (polder)gebied. De rechtbank volgt verweerder dan ook op dit punt.
14. De rechtbank is aldus van oordeel dat verweerder, ook in het licht van hetgeen eiseres daartegen heeft aangevoerd, is geslaagd in de op haar rustende bewijslast.
15. De beroepsgrond dat de waarde te hoog is vastgesteld slaagt niet.
16. Gelet op hetgeen is overwogen in punt 4.2. is het beroep gegrond. Het bestreden besluit zal worden vernietigd. Gelet op wat hiervoor over de waarde is overwogen kunnen de rechtsgevolgen van het vernietigde bestreden besluit in stand blijven en dient verweerder het door eiseres betaalde griffierecht te vergoeden.
Vergoeding van de immateriële schade
17. Ter zitting heeft eiseres eerst verzocht om vergoeding van de immateriële schade omdat de redelijke termijn is overschreden.