Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 22 juli 2022 in de zaak tussen
de minister voor Medische Zorg, verweerder
Rechtbank Rotterdam
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 22 juli 2022, zijn eiseressen, die zich bezighouden met de zuivering en verkoop van oesters en mosselen, in beroep gegaan tegen boetebesluiten die hen waren opgelegd door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De boetes waren opgelegd wegens vermeende overtredingen van het Warenwetbesluit hygiëne van levensmiddelen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de boetebesluiten op 25 mei 2022 zijn herroepen door verweerder, omdat niet buiten twijfel was komen vast te staan dat eiseressen de HACCP-beginselen hadden overtreden. Hierdoor was het beoogde rechtsgevolg van de boetebesluiten niet langer van toepassing, wat leidde tot de niet-ontvankelijkheid van de beroepen tegen deze besluiten. Eiseressen hadden ook een verzoek om schadevergoeding ingediend, maar de rechtbank oordeelde dat onvoldoende aannemelijk was gemaakt dat de gestelde schade een direct gevolg was van de herroepen boetes. De rechtbank wees het verzoek om schadevergoeding af, maar bepaalde wel dat eiseressen recht hadden op vergoeding van griffierecht en proceskosten, gezien de late herroeping van de boetebesluiten. De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke wettelijke verplichtingen en de noodzaak voor eiseressen om hun schadeposten adequaat te onderbouwen.