Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 16 december 2021, met bijlagen;
- het antwoord met eis in reconventie (tegeneis), met bijlagen;
- de brief van de griffier d.d. 7 maart 2022 waarin een mondelinge behandeling is bepaald op 3 mei 2022 om 13.30 uur
- het antwoord in reconventie, met bijlagen;
- de akte houdende wijziging/vermeerdering van eis van [eiseres01] .
Van het ter zitting verhandelde heeft de griffier aantekening gehouden.
2..De feiten
Opleiding Verzorgende IG en inschrijfgeld € 4.830,00 (100%)
3..Het geschil
- [gedaagde01] te veroordelen aan haar te betalen een bedrag van in totaal € 4.665,51 bruto en de wettelijke verhoging, te vermeerderen met rente;
- [gedaagde01] te veroordelen in de proceskosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
- [eiseres01] te veroordelen aan hem te betalen € 4.582,11, te vermeerderen met rente;
- [eiseres01] te veroordelen in de proceskosten en nakosten.
4..De beoordeling in conventie en reconventie
‘indien het dienstverband door de werkgever wordt beëindigd óf door de werkgever niet wordt verlengd’, zoals [gedaagde01] heeft betoogd, doet daar niet aan af. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat wél sprake is van een situatie zoals bedoeld in artikel 4.8 van de opleidingsovereenkomst waarin de arbeidsovereenkomst is beëindigd door de werkgever.