2.10.Bij brief van 14 juli 2022 hebben [bedrijf D] en [bedrijf B] het ontslag op staande voet aan [persoon A] bevestigd. In die brief is, voor zover relevant, het volgende vermeld:
“(…)
De heer [persoon A] is als statutair bestuurder van [bedrijf B] met directe ingang ontslagen en de arbeidsovereenkomst is met onmiddellijke ingang opgezegd.
De opzegging vond plaats primair vanwege een dringende reden voor ontslag (opzegging met onmiddellijke ingang), tevens ernstig verwijtbaar handelen van ' [persoon A] en een gegronde reden voor ontslag.
Redenen voor het genomen ontslagbesluit zijn op 13 juli 2022 medegedeeld en worden hieronder weergegeven.
• Tegen de instructies en wensen van de meerderheid van de aandeelhouders van [Holding C] . (hierna: [Holding C] ) (100% aandeelhouder van [bedrijf B] ) heeft ' [persoon A] zichzelf een salarisverhoging toebedeeld in 2019, 2020, 2021 en 2022. De medebestuurder bij [bedrijf B] was niet geïnformeerd. ' [persoon A] heeft ook bevestigd dat er geen goedkeuring van de aandeelhoudersvergadering is geweest voor de salarisverhogingen. Deze handelwijze is in strijd met de wet en de statuten (artikel 12 lid 6).
• [persoon A] heeft beaamd dat hij zijn vakanties niet vooraf afstemde met [persoon D] conform het bepaalde in de arbeidsovereenkomst. [persoon A] heeft bevestigd, dat hij niet correct administreerde in het Portal en dat daardoor een oneigenlijk hoog saldo van (484-176=) 308 vakantie-uren wordt vermeld in het Portal. Het saldo overuren dat [persoon A] noemt wordt betwist, alsook de betalingsverplichting. In de arbeidsovereenkomst is expliciet bepaald dat overuren niet worden gecompenseerd (artikel 1.4). [persoon A] heeft over 2020 aan de accountant geen melding gedaan van overuren en dus ook geen reservering voor heeft laten opnemen. Dit kan bovendien niet gezien worden al een relevant verweer tegen de wijze waarop vakantiedagen niet werden aangevraagd of niet deugdelijk werden geboekt/geadministreerd. Het feit dat hij thans probeert op die manier zichzelf te bevoordelen ten laste van de onderneming is een ernstige veronachtzaming van zijn verplichtingen.
• Vastgesteld wordt dat niet ter discussie staat welke afspraak geldt uit hoofde van de arbeidsovereenkomst. Te weten, uitsluitend onder overlegging van schriftelijke bewijsstukken worden redelijkerwijs gemaakte onkosten vergoed. Er is voor ongeveer € 10.000,- aan onverantwoorde kosten in 2021 en € 6.500,- in 2022 ten laste van de onderneming gebracht, waarvoor geen onderliggende bonnen aanwezig zijn in de boekhouding. Ten aanzien van de dringende reden en ernstige verwijtbaarheid spelen voor de vennootschap in het bijzonder een rol die gevallen waar evident een privé voordeel werd genoten ten laste van [bedrijf B] :
- Een aanschaf via Catawiki (€ 1561) op 28 februari 2022, deze betaling is met de bedrijfskaart (pinpas) gedaan en hier is geen bon voor aangeleverd. Tot en met juni 2022 nog steeds als kosten vermeld en nergens blijk van verrekening in Rekening Courant. Ook is de controller van [bedrijf B] niet bekend met een afspraak omtrent verrekening.
- De Poolse nota van 28 maart 2022 doet [persoon A] af als een fout. Dit bedrag was evident geen zakelijke uitgave en het is pas aan [bedrijf B] teruggestort op 9 juni 2022 nadat was vastgesteld dat [persoon A] hier ten onrechte in financiële zin bevooroordeeld was. 1344,98 Poolse zloty als Euro's uitbetaald aan zichzelf, derhalve ruim € 1000 meer dan werkelijke pintransactie.
- Topmatras aangeschaft op kosten van [bedrijf B] , wordt zonder nadere toelichting afgedaan als een foutje. Dit diende geen zakelijk belang van [bedrijf B] .
- Diners zoals sushi op zondag en kindermenuutjes waren privéaangelegenheden en dienden geen enkel zakelijk belang van [bedrijf B] .
• [persoon A] heeft beaamd ter vergadering dat hij al geruime tijde alle kosten van mobiele telefoonabonnementen van kinderen en vriendin ten laste laat komen van de onderneming. Dit gaat sowieso al om ca. € 2.400,- vanaf 2020. Het verweer van [persoon A] dat deze kosten in het kader van zijn maandelijkse onkostenvergoeding van € 90,- waren, wordt niet gevolgd doos [bedrijf B] . Het gebruik van deze onkostenvergoeding is uitsluitend gerechtvaardigd voor zakelijke kosten in het belang van de onderneming. Bovendien staat ook hier vast dat [persoon D] niet is geïnformeerd
• Zonder overleg met [persoon D] en zonder toestemming aandeelhouder het inzetten van familieleden binnen de organisatie van [bedrijf B] tegen betaling, in het bijzonder de inzet van broer als ‘zelfstandige’ met ter beschikking stelling van een auto van [bedrijf B] en een tankpas op kosten van [bedrijf B] aan zijn broer. Het beschikbaar houden van een tankpas op kosten van [bedrijf B] voor broer, terwijl hier geen zakelijke reden voor aanwezig (meer) was.
• De door [persoon A] ter vergadering erkende valsheid in geschrifte ten aanzien van de overeenkomst met broer/RCTH. Bovendien is zelfs deze achteraf opgestelde overeenkomst een samenwerkingsovereenkomst zonder enige geheimhoudingssclausule of enig non-concurrentiebeding. Daarbij is een langdurige relatie van [bedrijf B] van een project gehaald en de omzet gegund aan broer [persoon A] . [persoon A] heeft meer dan € 100.000 omzet aan familie toegespeeld op deze wijze.
Deze redenen gelden ieder voor zich doch tevens in samenhang beschouwd, als dringende reden die ontslag op staande voet rechtvaardigen. [bedrijf B] is van mening dat onder deze omstandigheden een voortzetting van het dienstverband en het vervullen van de directeur-werknemer niet kan worden gevergd. Bij deze afweging is rekening gehouden met alle omstandigheden van het geval, in onderling verband en samenhang, in het bijzonder de aard en ernst van de onregelmatigheden, de aard van het dienstverband als directeur en statutair bestuurder van de vennootschap (met een voorbeeldfunctie), de duur van het dienstverband, de wijze waarop [persoon A] de arbeid heeft vervuld, alsmede zijn persoonlijke omstandigheden.
De redenen voor het besluit zijn u op 13 juli 2022 medegedeeld en het besluit is genomen op 13 juli 2022. De arbeidsovereenkomst tussen u en [bedrijf B] is derhalve beëindigd op 13 juli 2022.
Voor zover nodig is subsidiair opgezegd op basis van een redelijke grond voor ontslag en gegronde reden in de zin van de aandeelhoudersovereenkomst bestaande uit ernstig verwijtbaar handelen. Dit betreft de hiervoor onder de primaire grondslag genoemde redenen.
(…)”