Uitspraak
RECHTBANK Rotterdam
1..De procedure
2..De verdere beoordeling
Dit huwelijk is voltrokken volgens de Islamitische voorschriften en regels.”De vrouw trekt hieruit de conclusie dat partijen volgens Marokkaans huwelijksvermogensrecht gehuwd zijn en dus geen gemeenschap van goederen hebben.
De vrouw heeft betwist dat partijen een rechtskeuze hebben gedaan.
.In dat gesloten stelsel is aan de door de vrouw ingeroepen partijbedoeling geen relevantie toegekend. Er zal daarom worden uitgegaan van een gemeenschap van goederen naar Nederlands huwelijksvermogensrecht.
omvangvan het huwelijksvermogen geldt naar Nederlands recht de datum van indiening van het verzoekschrift tot echtscheiding. In dit geval is de echtscheidingsprocedure in Marokko gevoerd. De rechtbank zal daarom uitgaan van de datum van het aanhangig maken van de procedure in Marokko. Dat is 31 augustus 2020. Ook partijen gaan daar in hun stellingname van uit.
waardevan de goederen van de gemeenschap zal de rechtbank in beginsel uitgaan van het moment van verdeling (nu), dit tenzij de redelijkheid en billijkheid een andere waardepeildatum rechtvaardigen of partijen een andere waardepeildatum zijn overeengekomen.
[de vrouw lijkt nog geen standpunt te hebben ingenomen, toevoeging rechtbank].
huurpenningen: de tijdens het huwelijk ontvangen huurpenningen moeten niet (volledig) verdeeld worden. Alleen het bedrag dat daarvan (wellicht) nog over was op de omvangspeildatum moet bij helfte verdeeld worden, evenals de huurpenningen die zijn verkregen in de periode vanaf deze peildatum tot aan het - in de toekomst liggende - moment van verdeling. De man is net als de vrouw gerechtigd tot de helft van de opbrengst, nu partijen gezamenlijk eigenaar zijn, en dat ook blijven tot het moment van verdeling. De rechtbank zal er in beginsel van uitgaan dat er schriftelijke bewijsstukken bestaan waaruit de omvang van de ontvangen huurpenningen blijkt. De rechtbank sluit echter niet uit dat zij (bijvoorbeeld) een accountant zal benoemen als deskundige om de geldstromen in kaart te brengen. Partijen dienen zich nog uit te laten over de persoon van de deskundige en de aan hem/haar te stellen vragen.
appartement [adres03]: uit productie 6 van de man blijkt dat de vrouw de koopovereenkomst met betrekking tot dit appartement heeft gesloten vóór de omvangspeildatum 31 augustus 2020 (namelijk op 24 juni 2020) en dat het appartement aan de vrouw is geleverd ná die datum (namelijk op 19 oktober 2020). Dit impliceert dat het appartement zelf geen onderdeel uitmaakt van de huwelijksgemeenschap, maar de rechten die voortvloeien uit de koopovereenkomst wel.
[handelsnaam01], met een negatief resultaat. Die schuld dient bij helfte gedragen te worden,
[bedrijf01]. [bedrijf01] houdt op haar beurt de aandelen in de besloten vennootschap
[bedrijf02].
[bedrijf03]. De aandelen in die nieuwe vennootschap worden gehouden door [bedrijf01] , maar de aandelen moeten buiten de waardering blijven omdat de nieuwe onderneming niet in de gemeenschap valt.
[bedrijf04]en
[bedrijf05]. Deze vennootschappen hebben een negatief vermogen. Ieder van partijen is voor de helft draagplichtig voor deze negatieve vermogens. De aandelen moeten worden toegedeeld aan de man.
[de vrouw lijkt nog geen standpunt te hebben ingenomen, toevoeging rechtbank].
Artikel 3.1 rente
[de man lijkt nog geen standpunt te hebben ingenomen, toevoeging rechtbank].
sic) dirham.
estimation de la valeur venale des lots de terrrain en construction existants [naam01] .” Dit geschrift is voorzien van een bijlage waarin een aantal onroerende goederen in Marokko lijkt te worden opgesomd en waarbij een aantal bedragen wordt genoemd, uitkomend op een totaal van “23.903.600.”
[de vrouw lijkt nog geen standpunt te hebben ingenomen, toevoeging rechtbank].
[de vrouw lijkt nog geen standpunt te hebben ingenomen, toevoeging rechtbank].
3..De beslissing
de mantot overlegging van zijn aangifte inkomstenbelasting 2020 en van de desbetreffende aanslag van de belastinginspecteur, op de schriftelijke rolzitting van
de vrouwtot overlegging van haar aangifte inkomstenbelasting 2020 en van de desbetreffende aanslag van de belastinginspecteur, op de schriftelijke rolzitting van
de vrouwom een staat van de verdeling over te leggen met inachtneming van het bepaalde in dit vonnis, op de schriftelijke rolzitting van zes weken later, derhalve op
de maneen antwoordconclusie te nemen die een staat van verdeling bevat, met inachtneming van het bepaalde in het vonnis, op een termijn van eveneens zes weken, derhalve op
8 maart 2023,