In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 2 september 2021 uitspraak gedaan in drie boetezaken tegen eiseres, een slachterij, die door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit boetes van € 5.000,- per overtreding opgelegd kreeg wegens het niet voorkomen van condensvorming op oppervlakken in de slachthal. De rechtbank oordeelt dat de opgelegde boetes terecht zijn, omdat eiseres in strijd heeft gehandeld met de Wet dieren en de bijbehorende Europese verordening inzake levensmiddelenhygiëne. De rechtbank stelt vast dat de toezichthouders van de NVWA tijdens inspecties op verschillende momenten condens hebben geconstateerd boven vlees en andere producten, wat een risico voor de voedselveiligheid met zich meebrengt. Eiseres voerde aan dat zij voldeed aan de eisen en dat condensvorming niet volledig te voorkomen is, maar de rechtbank oordeelt dat dit niet voldoende is om de boetes te rechtvaardigen. De rechtbank bevestigt dat de bewijslast bij het bestuursorgaan ligt en dat de rapporten van de toezichthouders voldoende bewijs leveren voor de overtredingen. De rechtbank verklaart de beroepen van eiseres ongegrond en bevestigt de boetes, waarbij ook de verhoging wegens recidive wordt gerechtvaardigd. De uitspraak benadrukt het belang van naleving van de hygiënevoorschriften in de voedselverwerkende industrie.