Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
2..De feiten
“overige horizontale fraude”gepleegd tussen 20 december 2019 en 15 februari 2020. In de aangifte staat, voor zover relevant:
“Voor alle duidelijkheid, ik heb €9700,- van jou terug gehad, […].”
3..Het geschil
4..De beoordeling
Heeft [gedaagde] zich onrechtmatig gedragen jegens [eiseres] ?
goede vriend” “
[naam]”. [gedaagde] heeft haar tijdens het inchecken verzekerd dat hij [persoon A] kende en dat hij te vertrouwen was, aldus [eiseres] . Als gevolg hiervan heeft zij hem zonder identificatie in haar B&B laten verblijven. Als [gedaagde] dit alles niet had gezegd en gedaan was zij geen slachtoffer van [persoon A] geworden. Ook heeft [gedaagde] [persoon A] wanneer hij bij de B&B langskwam om [persoon A] te bezoeken altijd “
[naam]” genoemd, terwijl hij niet zo heet. [gedaagde] en [persoon A] speelden volgens [eiseres] onder één hoedje, en [gedaagde] had daar belang bij omdat hij zelf nog geld van [persoon A] tegoed had. Ter zitting heeft [eiseres] aanvullend verklaard dat zij bekend is met anderen die soortgelijke ervaringen met [persoon A] hebben gehad. Zij weet van in elk geval één B&B eigenaresse dat zij [gedaagde] expliciet heeft gewaarschuwd voor [persoon A] voordat hij [persoon A] naar de B&B van [eiseres] bracht. Ook heeft [eiseres] verklaard dat zij graag zelf had bepaald of zij [persoon A] , zoals [gedaagde] kennelijk wilde doen, een ‘tweede kans’ wilde geven door hem in haar B&B te laten verblijven.
[persoon A] ”.[gedaagde] heeft ter zitting toegelicht dat hij [persoon A] naar de B&B heeft gebracht omdat hij erop vertrouwde dat [persoon A] zijn leven wilde beteren en hij [persoon A] daarbij wilde helpen. Hij wist niet dat [persoon A] [eiseres] zou oplichten, kon niet voorzien dat het zo zou lopen en heeft ook nooit die intentie gehad. Had hij dat wel geweten, dan had hij [persoon A] nooit naar de B&B van [eiseres] gebracht. [gedaagde] heeft voorts verklaard dat hij hoopte op een goede afloop en dat zijn vertrouwen daarin werd gesterkt toen hij - terwijl [persoon A] daar verbleef - bij de B&B langs ging en [eiseres] hem desgevraagd verzekerde dat alles goed ging.
- de mate van waarschijnlijkheid dat anderen niet de vereiste oplettendheid en voorzichtigheid in acht nemen,
- hoe groot de kans is dat daaruit ongevallen ontstaan,
- hoe ernstig de gevolgen kunnen zijn, en
- in hoeverre het nemen van veiligheidsmaatregelen bezwaarlijk is.
Urgenda)). Naar de kern beschouwd gaat het in het gevaarzettingsleerstuk om het bevorderen van maatschappelijk verantwoord gedrag. Gelet op de verwantschap die de onderhavige zaak heeft met de gevaarzettingsjurisprudentie, zal de rechtbank ook in dit geval aansluiting zoeken bij de Kelderluik-gezichtspunten voor de invulling van het maatschappelijk onzorgvuldig handelen.
nog niets van de lotto”.Volgens [eiseres] was “
de lotto” een codenaam voor een persoon die [gedaagde] en [persoon A] gezamenlijk oplichtten. [eiseres] heeft een kopie van de gesprekken overgelegd. Naar het oordeel van de rechtbank valt uit de gesprekken echter niet op te maken dat [gedaagde] en [persoon A] in groepsverband opereerden. Ook voor het overige is van het handelen in groepsverband onvoldoende gebleken voor toewijzing van de vordering op grond van artikel 6:166 BW.
“volledig onopgemerkt door de autoriteiten in haar B&B kon verblijven”, aldus [gedaagde] .
€ 1.126,00+ (2,0 punten × tarief II € 563,00)