Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 17 december 2021 in de zaak tussen
[naam eiseres] , uit [plaats] , eiseres
Procesverloop
Overwegingen
.
persoonsgegevens, is genormeerd. Uit de artikelen 5 en 6 van de AVG vloeit voort dat de inzet van camera-observaties is toegestaan als persoonsgegevens op een behoorlijke en zorgvuldige wijze worden verwerkt en voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinde worden verzameld. Daarbij moet het noodzakelijk zijn voor het behartigen van een gerechtvaardigd belang. Camera-observaties zijn echter niet toegestaan als het belang of de fundamentele rechten en vrijheden, in het bijzonder het recht op bescherming van de persoonlijke levens-sfeer, van de betrokkene prevaleert. Ook mag de inbreuk op de belangen van de betrokkene niet in onevenredige verhouding staan tot het te dienen doel (proportionaliteit). Verder mag het doel waarvoor de persoonsgegevens worden verwerkt in redelijkheid niet op een andere, voor de betrokkene minder nadelige wijze, kunnen worden bereikt (subsidiariteit). De rechtbank verwijst hiervoor naar de uitspraken van de CRvB van 10 juli 2008, ECLI:NL:CRVB:2008:BD8005, en van 26 februari 2009, ECLI:NL:CRVB:2009:BH5614.
“Ik wil je hierbij aangegeven dat ik [voornaam eiseres] heb zien lopen in Rotterdam Zuid. Ik hoorde van je collega’s dat [voornaam eiseres] al een tijd ziek is, maar ze zag er niet ziek uit. Wilde dit even kwijt.”.Verder speelde bij de beslissing om een onderzoek in te stellen een rol dat de leidinggevende berichten ontving dat collega’s van eiseres zelf bij haar huis wilden gaan posten, wat hij wilde voorkomen. Verweerder heeft desgevraagd ter zitting uitgelegd dat, hoewel meerdere leden van het team eiseres hebben waargenomen, de melding maar door één lid van het team is gedaan.
4 punten op (1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift met een waarde per punt van
€ 534,-, 1 punt voor het verschijnen op de hoorzitting met een waarde per punt van € 534,-, 1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 748,- en
1 punt voor het verschijnen op de zitting met een waarde per punt van € 748,-), bij een wegingsfactor 1. In totaal is dit € 2.564,-.
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- verklaart het bezwaar gegrond en herroept het primaire besluit;
- bepaalt dat deze uitspraak in plaats van het bestreden besluit treedt;
- veroordeelt verweerder tot het betalen van schadevergoeding aan eiseres voor zover het de wettelijke rente als omschreven onder 6.2 betreft;
- bepaalt dat verweerder aan eiseres het betaalde griffierecht van € 174,00- vergoedt;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 2.564,-.
mr. Y.E. Schuurmans, leden, in aanwezigheid van mr.P.F.H.M. Terstegge, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 17 december 2021.