ECLI:NL:RBROT:2021:12298
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure inzake overtreding van de Wet dieren door een pluimveehouder met betrekking tot het kantelproces van kuikens
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 december 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een pluimveehouder (eiseres) en de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (verweerder). De zaak betreft een boete van € 2.500,- die aan eiseres was opgelegd wegens een overtreding van de Wet dieren. De overtreding zou zijn begaan tijdens het doden van kuikens, waarbij niet zou zijn gezorgd voor het vermijden van pijn, spanning of lijden. Eiseres heeft tegen het besluit van verweerder beroep ingesteld, nadat haar bezwaar tegen het primaire besluit ongegrond was verklaard.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de toezichthouder van de NVWA tijdens een inspectie op 16 mei 2018 heeft geconstateerd dat kuikens tijdens het kantelproces bekneld raakten, wat leidde tot pijn en lijden. Eiseres heeft betoogd dat zij adequaat heeft ingegrepen en dat de boete onevenredig is. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiseres niet voldoende maatregelen heeft genomen om de overtreding te voorkomen en dat de boete terecht is opgelegd. De rechtbank heeft het verzoek van eiseres om een deskundige in te schakelen afgewezen, omdat het aan eiseres zelf is om haar processen aan te passen aan de wettelijke eisen.
De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.